In de serie ‘Nederlandse premières’ worden de eerste opvoeringen van opera’s in Nederland belicht. In deel 5: ‘Lulu’ van Alban Berg (1885-1935).
De Nederlandse première van de opera ‘Lulu’ van Alban Berg (1885-1935) vond plaats op 7 juli 1953 in de Stadsschouwburg van Amsterdam. De productie werd in het Holland Festival van 1953 driemaal uitgevoerd, na 7 juli nog op 9 juli te Amsterdam en op 10 juli te ’s-Gravenhage. De solisten en het orkest waren van Die Bühnen der Stadt Essen, waar op 7 maart 1953 de Duitse première van ‘Lulu’ had plaatsgevonden. Voordat de opvoering van ‘Lulu’ in Essen werd gegeven, was de opera slechts twee maal opgevoerd: tijdens de wereldpremière van op 2 juni 1937 in Zürich met de Bosnische sopraan Bahrija Nuri Hadžić in de titelrol en op 4 september 1949 tijdens het biënnale festival van Venetië in het Teatro del Fenice uitgevoerd met in de titelrol Lydia Styx en als Dr Schön de bariton Heinz Rehfuss onder leiding van Nino Sansogno.
De titelrol van Lulu werd tijdens de Nederlandse première gezongen door de sopraan Carla Spletter. Verder was Julius Jüllich was Dr. Schön, Peter Walter zong Alwa en Trude Roesler was Gräfin Geschwitz. Het Orchester der Stadt Essen stond onder leiding van dirigent Gustav König en de regie was in handen van Hans Hartleb.
Slechts enkele critici waagden zich aan recensie:
“De uitvoering die de Essener opera gaf was niet alleen moedig, zij was bovendien een sterk staal van teamgeest – er stond een sterk ensemble onder de betrouwbare, zij het niet bijzonder activerende leiding van Gustav König. Het toonbeeld van Gerd Richter leefde op de grens droom en werkelijkheid en het had in zijn verbeelding van de burgerlijke pluche-wereld veel atmosfeer. Wat doet het er toe wie er niet allemaal op de scène stonden – zij gaven zich volledig en totaal en met elkander, wij herhalen, vormden zij een gesloten eenheid, een zuiver op elkander ingespeeld ensemble” (De Telegraaf; 8-7-1953)
“Het was te voorzien dat de uitvoering van Alban Bergs opera ‘Lulu’ een der merkwaardigste gebeurtenissen zou worden van het Holland Festival […] Er is een doorlopende overladenheid. Door het te veel aan expressie wordt alles genivelleerd tot een grauwe uitdrukkingloosheid. Geen luisteraar houdt het langer dan een kwartier vol deze uiterst geconcentreerde muziek aan te horen, in dit dramatisch verband. Men moet immers horen, zien en begrijpen tegelijk en de verwardheid van de intrige op het toneel eist al zoveel concentratie, dat men met geen mogelijkheid de ingewikkelde manoeuvres in de orkestbak en van de zangstemmen hierbij kan verwerken. Slechts tijdens de tussenspelen van het orkest kwam de muziek enigszins aan bod en deze gaf ons dan dikwijls toch zeer schokkende gewaarwordingen. De zangtechniek in deze opera, consequent twaalftonig, manifesteerde zich als een grillig, fladderend en vaak zeer expressief verschijnsel, maar werd nergens werkelijk zangrijk of afgerond tot aanvaardbare menselijkheid […] De zangprestaties waren moeilijk te beoordelen. Men hoort bij die twaalftoonsmuziek met zo gemakkelijk of nu wel de juiste of wel een willekeurige andere toon gezongen wordt. Maar aangenomen, dat we de hele avond steeds de juiste toon hoorden, dan blijft nog het feit, dat zelfs de mooist klinkende stemmen hun werking verloren in het muzikale abacadabra dat ze te vertolken kregen. Met uitzondering van die van de bedelaar Schigolch. Het orkest van de stad Essen voerde de partituur indrukwekkend uit. De dirigent: Gustav König. Nogmaals: het was een merkwaardige avond en denkelijk zal het laatste woord over deze opvoering nog niet gevallen zijn” (De Waarheid; 8-7-1953)
Ook de thuisblijvers konden kennismaken met ‘Lulu’, want één van de opvoeringen werd uitgezonden op de radio. En op 10 augustus 1953 werd één van de uitvoeringen van het Holland Festival uitgezonden door de BBC met dank aan de Stichting Nederlandsche Radio Unie.
Carla Spletter overleed op 19 oktober 1953 – elf dagen na de dood van Kathleen Ferrier – in Hamburg op 41-jarige leeftijd aan kanker. Zij was al twee jaren ziek en volbracht haar laatste vertolkingen met verbazingwekkende wilskracht.
De Nederlandse première van ‘Lulu’ met de voltooide derde akte vond plaats op 2 oktober 1980 bij De Nederlandse Operastichting in het Circustheater van Scheveningen. Teresa Stratas zong Lulu, Julian Patrick was Dr Schön, Jan Blinkhof was Alwa en Elaine Bonazzi was Gräfin Geschwitz. Het Radio Filharmonisch Orkest stond onder leiding van Hans Vonk en de regie was in handen van Rhoda Levine.