***** Ewoud Sanders – Jood, de vergeten geschiedenis van een beladen woord

De Nederlandse taal telt honderden woorden, uitdrukkingen en samenstellingen over Joden. De Nederlandse taalhistoricus en journalist Ewoud Sanders (1958) wil in zijn nieuwste boek ‘Jood, de vergeten geschiedenis van een beladen woord’ laten zien hoe hardnekkig veel uitlatingen van antisemitisme zijn verbonden met onze taal. Sanders wijdde de afgelopen 20 jaar verschillende publicaties aan woorden en uitdrukkingen die betrekking hebben op Joden en eerder verschenen van hem boeken als ‘Lachen Om Levie’ (2020) en ‘Van appeljood tot zuurjood’ (2024).

Voor zijn nieuwste boek gebruikte Sanders diverse onderzoeken. Zo registreert het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) al sinds 1989 meldingen van antisemitisch taalgebruik, dat tot nu toe 33 rapporten opleverde. Daarnaast hield Sanders in 2005 zelf een enquête over het beeld van Joden in de Nederlandse taal. Tevens werd in 2011 door de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam aan 30.000 jongeren de vraag voorgelegd ‘Waar denk je aan bij het woord “jood”?’. Hun associaties konden zij – ook anoniem – aangedragen.

Een selectie uit de resultaten van deze onderzoeken heeft Sanders in ‘Jood, de vergeten geschiedenis van een beladen woord’ thematisch gerangschikt. De eerste hoofdstukken vertellen in vogelvlucht iets over de geschiedenis van de Joden in Nederland. Vervolgens wordt ingegaan op joods religieuze tradities, die men terugvindt in de taal. Daarna zijn er hoofdstukken over het zogenaamde Joodse uiterlijk (baard, neus, lopen, lichaamsgeur), vermeend gedrag (gewiekst, lawaaierig, grof, laf, gierig) en Joodse namen (Smousjesbrug in Amsterdam, Ajacieden en het Jodenaquarium/Zandvoort). Interessant is vooral het laatste hoofdstuk over de Dikke Van Dale, die in de afgelopen 150 jaren worstelde met het publiceren van de woorden, uitdrukkingen en samenstellingen over Joden. Sanders concludeert dat antisemitisme niet verdwijnt door woorden te schrappen.

‘Jood, de vergeten geschiedenis van een beladen woord’ laat zien dat vrijwel alle woorden, uitdrukkingen en samenstellingen over Joden in de Nederlandse taal een negatieve betekenis hebben. Het boek bevat veel verhelderende citaten. Deze citaten zijn – net als in zijn Sanders’ andere boeken – niet van bronverwijzingen voorzien, aangezien Sanders van mening is dat voetnoten de leesbaarheid niet ten goede komen en de lezer de bronnen zelf dient te achterhalen. Verder heeft hij er opnieuw voor gekozen zowel jood (= het joodse geloof aanhangend) als Jood (= tot het Joodse volk behorend) overal met een kleine letter te schrijven, aangezien het onderscheid in de praktijk moeilijk te maken is. Toch was in ruim 90% van de gevallen een hoofdletter geschikter geweest. 

‘Jood, de vergeten geschiedenis van een beladen woord’ toont aan hoezeer woorden en uitdrukkingen over Joden in de Nederlandse taal doordrenkt zijn van vooroordelen. Het boek laat zien dat antisemitische stereotyperingen voortleven tot op de dag van vandaag.

Paperback
september 2024
192 pagina’s
Uitgeverij Walburg Pers
ISBN 9789464564839
€ 20,00

***** Sofokles – Oidipous en Antigone

De verhalen over Oidipous en Antigone van de Griekse dichter Sofokles (496/5 – 406/5 v. Chr.) hebben eeuwenlang componisten geïnspireerd. Zo schreven Stravinsky en Enescu composities over Oidipous en componeerden Honegger, Mendelssohn en Orff werken over Antigone. Sofokles schreef zijn tragedies in de vijfde eeuw v. Chr. voor het jaarlijkse toneelfestival van de Dionysia en hij won op dit festival 18 prijzen. Slechts zeven van zijn werken zijn echter compleet bewaard gebleven, waaronder ’Antigone’ die in 442 v. Chr. het festival won. ‘Koning Oidipous’ schreef Sofokles kort voor 425 en ‘Oidipous in Kolonos’, waarvan de première postuum in 401 plaatsvond, dateert uit 406.

Van Sofokles’ oeuvre bestonden in het Nederlands al drie integrale vertalingen. Een nieuwe vertaling van de drie bovengenoemde tragedies maakte nu de Vlaamse classicus en dichter Patrick Lateur (1949) onder de titel ‘Oidipous en Antigone; Drie tragedies’. Hij vertaalde de werken aan de hand van edities in de Loeb Classical Library van de Harvard University in Cambridge en met behulp van diverse andere vertalingen, commentaren en studies.

De drie werken behoorden tot verschillende trilogieën, maar vormen thematisch samen wel een drieluik. Lateur rangschikte de verhalen niet in volgorde van publicatie, maar chronologisch naar de handelingen. In ‘Koning Oidipous’ is in Thebe de pest uitgebroken vanwege – volgens het orakel – de ongewroken moord op de oude koning Laios. Oidipous realiseert zich dat hij zelf zijn vader Laios vermoordde en vervolgens trouwde met diens echtgenote – en dus Oidipous’ eigen moeder – Iokaste. Iokaste pleegt uit schaamte zelfmoord waarna Oidipous zich de ogen uitsteekt.

In ‘Oidipous in Kolonos‘ is de blinde Oidipous uit Thebe verbannen. Kreon – de nieuwe heerser over Thebe – en Oidipous’ zoon Polyneikes willen uit eigenbelang Oidipous terughalen naar Thebe, maar Oidipous kiest ervoor te sterven in het heilige bos bij Kolonos. In ‘Antigone’ begraaft Antigone tegen het verbod van Kreon in haar broer Polyneikes die zijn stad Thebe had aangevallen. Na Kreons doodvonnis over haar pleegt zij zelfmoord waarna ook haar verloofde en Kreons zoon Haimon en vervolgens Kreons vrouw Eurydike zich van het leven beroven. 

De drie tragedies gaan over lot, moraal en rechtvaardigheid. Alles speelt zich af binnen het spanningsveld tussen familie en staat, tussen macht en hoogmoed, tussen menselijke autonomie en goddelijke almacht. Sofokles was vernieuwend onder andere omdat hij zijn personages zelf keuzes liet maken op weg naar geluk of ongeluk. Hij beeldde mensen uit zoals ze hadden moeten zijn en zijn verhalen zijn lessen over het menselijk bestaan.

Sofokles wist zijn toehoorders te boeien door de gratie, harmonie en rust die spreken uit zijn verzen en gezangen. In zijn nieuwe vertaling bewaart Lateur deze elegantie, eenheid en kalmte. Net zoals zijn vertaling van de ‘Tragedies’ van Aischylos is Lateurs vertaling in de eerste plaats bedoeld als leestekst. De lyrische koorpartijen en klaagzangen zijn omgezet in vrije vezen en de vertaling leest vlot en modern. Uiteraard dient Lateur keuzes te maken zoals ook de vertalers vóór hem deden, want door de eeuwen heen is er niet altijd consensus geweest over welke sprekers wat zeggen. Zo dicht Lateur in ‘Antigone’ versregel 572 toe aan Ismene, terwijl die doorgaans wordt toegekend aan Antigone. Lateur is een goed vertaler en verteller en dankzij zijn energieke vertaling kunnen wij van deze grote tragedies genieten.

Hardcover
oktober 2024
296 pagina’s
Uitgeverij Damon
ISBN 9789463403535
€ 29,90

***** Isaac Cohensius – Kampdokter

De Nederlandse romanschrijver Daniël van den Bos was van plan het Israëlpad te lopen en kwam daardoor in contact met de gepensioneerde dierenarts Micky Cohensius die langs het pad woont. Van diens vader Isaac Cohensius bleek een archief te bestaan in het Ghetto Fighters’ House in een Israëlische kibboets. Van den Bos vond in dit archief een document met de naam ‘Kampdokter’. Dit geschrift bevat herinneringen van Isaac Cohensius als Joods-Nederlandse arts in dwangarbeiderskampen in Pools Opper-Silezië. Van den Bos zette het over in het hedendaagse Nederlands voor het boek ‘Kampdokter; In dwangarbeiderskampen onder de rook van Auschwitz Niederkirch-Seibersdorf-Blechhammer’.

Isaac Cohensius werd in de Tweede Wereldoorlog naar Westerbork gedeporteerd, maar mocht nog even terug naar Utrecht om zijn artsdiploma te behalen. Vervolgens maakte hij een barre tocht naar diverse zogenoemde ‘Cosel-kampen’ in de buurt van Auschwitz-Birkenau. Zijn herinneringen aan de kampen Westerbork, Niederkrich, Seibersdorf en Blechhammer schreef hij in 1946 en 1947 op in ‘Kampdokter’.

Deze laatste kampen waren dwangarbeiderskampen ten behoeve van de Duitse industrie. Cohensius was daar arts tussen de kampbewaking en collega-gevangenen. Terwijl de SS hem als Jood minachtte, vertrouwden ook de Joden in het kamp hem dikwijls niet. Een meer cynische toon komt in de loop van het document in Cohensius’ beschrijvingen dan ook naar voren. “Als ik maar een ogenblik zwakte toon, geven de anderen de moed ook op en zijn we reddeloos verloren. Laat ze liever denken dat ik geen hart heb”.

Interessant zijn ook de vele germanismen in het document. “Ik voel dat het scheef moet gaan”, “zo hebben ze ook de macht ons tot arbeiden te dwingen”, “dat heeft zijn grond”, “de wacht is slechts tot bewaking daar”. Zozeer was Cohensius in de kampen ondergedompeld in de Duitse taal.

Aangezien hij zich door Nederland ongehoord voelde, emigreerde Cohensius na de oorlog naar Israël. Daar zette hij zijn ervaringen in de kampen op papier, maar het ontbrak hem de tijd en de energie om ook de gebeurtenissen in de overige kampen op te schrijven. Wie meer wil weten over de lotgevallen en de morele dilemma’s van Joods-Nederlandse artsen onder de nazibezetting is er het indrukwekkende boek ‘Vergeet niet dat je arts bent’ (2014) van Hannah van den Ende.

Voor de algemene historiografie heeft ‘Kampdokter’ grote waarde en is het een belangrijk document van de vernietiging van de Nederlandse Joden. Tevens zou het ook goed zijn als (beginnende) artsen wetenschap nemen van dit manuscript voor de specifieke geschiedschrijving van het artsenberoep.

Hardcover
november 2024
190 pagina’s
Uitgeverij Verbum
ISBN 9789493028791
€ 24,50

**** Delphine Horvilleur – Overleven na 7 oktober

Delphine Horvilleur (1974) is als vrouwelijke rabbijn werkzaam bij de liberaal Joodse gemeente van Parijs. Tijdens de corona-epidemie verscheen haar boek ‘Vivre avec nos morts’ (2021), over elf ontmoetingen waarin met de dood in Joodse traditie wordt omgegaan. Dit jaar verscheen haar nieuwste boek ‘Comment ça va pas?’, dat door Roland Fagel naar het Nederlands is vertaald als ‘Overleven na 7 oktober; Tien gesprekken & de preek die ik niet wilde schrijven’.

De aanslag van 7 oktober 2023 op Israël door het Palestijnse machthebbers van Hamas had ook uitwerking op het geestelijk welbevinden van veel Europese Joden. Na deze massaslachting en oorlogsverklaring schreef Delphine Horvilleur tien gedachtewisselingen op. Deze “ontmoetingen” verzamelde zijn in ‘Overleven na 7 oktober’ en zij spreekt met haar overleden grootouders, over de Franse zanger Claude François, met haar kinderen, met Israël en met de messias, maar ook met haar pijn en de Joodse paranoia.

Als een soort zelfanalyse brengen de conversaties haar terug naar de fundamenten van het bestaan. Soms bieden haar ontledingen interessante invalshoeken. Zo is volgens Horvilleur door de oorlog het beeld van de Joodse man van een feminiene karikatuur nu een dominante man geworden, een reden waarom feministes het moeilijk vinden de slachtpartijen van 7 oktober te veroordelen.

Horvilleur tracht met haar boek licht te vinden in het donker en wil haat geen plaats laten vinden in ons bestaan. In deze Nederlandse uitgave is ook de preek opgenomen die Horvilleur een maand vóór de aanslag in de synagoge gaf. Een siddering bekruipt je bij het lezen dat zij op dat moment sprak over de Jom Kipoer oorlog van 1973, toen Israël zich eveneens had laten verrassen door haar vijanden.

Paperback
oktober 2024
176 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers
ISBN 9789029553216
€ 18,99

**** Marion Gibson – Heksen

De heksenvervolging strekte zich uit van 15e tot en met de 18e eeuw en naar schatting 50.000 tot 100.000 zogenaamde heksen werden ter dood gebracht. Dertien verhalen van processen tegen heksen werden beschreven in ‘Witchcraft, A History in Thirteen Trials’ (2023) van Marion Gibson. Nu is het boek naar het Nederlands vertaald door Gretske de Haan en Marieke van Muijden als ‘Heksen; Een wereldgeschiedenis in dertien heksenprocessen, van de middeleeuwen tot nu’.

Marion Gibson is hoogleraar literatuur van de renaissance en magische literatuur aan de universiteit van Exeter. In ‘Heksen’ wil zij de verhalen van de vermeende heksen vanuit hun perspectief vertellen. Daarnaast wil zij laten zien hoe het demonologische idee van de heks ontstond en zich ontwikkelde.

In het eerste deel vertelt Gibson over zes heksenprocessen in relatie tot religie. Zo beschrijft zij het befaamde heksenproces in de 17e eeuw in Salem vanuit het oog van de slavin Tatabe. Deel twee gaat over vijf processen waarbij een zondebok een rol speelde en politici een vijand nodig hadden. In het laatste deel onderzoekt Gibson de huidige tijd met een echte en een metaforische heksenjacht. Hier wordt de pornoactrice Stormy Daniels gepresenteerd, die ervan overtuigd was dat Donald Trump haar aan een heksenproces wilde onderwerpen.

In ‘Heksen’ toont Gibson hoe gemarginaliseerde groepen door de vervolgingen onderdrukt werden. Zij werden veelal vanwege hun afkomst, geslacht, religie of seksualiteit als gevaarlijk bestempeld, beschuldigd van zwarte magie en ten slotte veroordeeld en in veel gevallen vermoord. Uiteindelijk stierf het idee niet uit, maar werd het hergebruikt en ook tegenwoordig worden over de hele wereld nog heksen vervolgd.

Gibson heeft grondig onderzoek verricht en beschrijft – soms te – gedetailleerde levensgeschiedenissen van de betrokkenen. Gevoelvol en meelevend brengt zij de heksenprocessen tot leven. Hier en daar tracht Gibson verbanden te leggen tussen de verschillende processen wat de ene keer beter slaagt dan de andere. Ook probeert zij zo nu en dan een lijn met het heden aan te brengen met termen als “gemarginaliseerd”, “gendergerelateerd” en “misogyne” en ook Susan Smit spreekt in haar voorwoord over “queer” en “femicide”.

De processen in het boek laten zien dat het heksenproces een instrument is dat is bedacht om vermeende vijanden te schaden en hun het zwijgen op te leggen. Dit past Gibson ook toe in het hoofdstuk over Stormy Daniels, die zij als “religieuze rebel”, “voorvechter van politieke rechten” en “seksuele activiste” beschrijft. Dit verband lijkt met de haren erbij gesleept en komt echter enigszins kunstmatig over.

Gibson schrijft overigens dat in sommige opzichten het niet onredelijk was dat Trump gebruik maakte van de term heksenjacht tegen hemzelf. Beweringen dat hij een charlatan, crimineel, misbruiker, oproerkraaier en spion zou zijn, doen volgens haar denken aan de beschuldigingen aan het adres van andere slachtoffers in haar boek. Het zou interessant zijn geweest als Gibson deze heksenjacht op Trump diepgaander had geanalyseerd.

Paperback
september 2024
344 pagina’s
Uitgeverij Ambo|Anthos
ISBN 9789026367977
€ 24,99

**** Marini – Adelaars van Rome; 7. Zevende boek VII

De adelaars van Rome’ – in het Frans ‘Les Aigles de Rome’ – is een Frans-Belgische stripreeks van de Zwitsers-Italiaanse tekenaar en schrijver Enrico Marini (1969). Het eerste album verscheen in 2007 in het Frans en werd een jaar later in de Nederlandse vertaling uitgebracht. Het zesde album verscheen precies een jaar geleden in het Nederlands en nu het ‘Zevende boek VII’ in Nederlandse vertaling te koop.

Het zesde boek hield zich nog geheel bezig met de intriges in Rome. Tiberius was aangewezen als Augustus’ opvolger om over Rome te heersen en de veldheer Germanicus kreeg het oppergezag over de troepen voor de exercitie in Germanië. Het zevende boek speelt zich een jaar later af in 15 na Chr.. De Germaanse veldheer Arminius droomt er nog steeds van om Rome te onderwerpen aan het gezag van zijn Germaanse volk, de Cherusken. Zijn oude jeugdvriend en bloedbroeder uit Rome Marcus heeft echter met hem gebroken, omdat hij hem rebellie tegen Rome verwijt. 

Marcus heeft inmiddels het vertrouwen van Germanicus om als commandant de Romeinse legioenen te leiden in de veldtocht in Germanië en de rebellen te verslaan. Daarnaast is zijn streven het vinden van zijn zoon, die door Arminius is ontvoerd. Arminius werpt zich in de strijd, maar daarvoor moet hij ver van huis zijn zwangere Thusnelda alleen laten. Als haar vader een verbond sluit met de Romeinen zouden zowel Marcus als Arminius hun gezinsleven wel eens kunnen verliezen in hun strijd voor het vaderland…

Het zevende boek van ‘De adelaars van Rome’ is opnieuw een spannend deel. Marini heeft een schitterend scenario vol verrassende wendingen uitgewerkt en trakteert op een verhaal vol intriges, grootse gevechtsscènes en wellust. De tekenstijl en inkleuring hebben een goede continuïteit met de vorige delen. James Vandermeersch zorgde opnieuw voor de Nederlandse vertaling. Deel zeven bevat 64 bladzijden, terwijl het extra dikke deel zes nog 88 pagina’s had. De prijs is dezelfde. Deel acht zou voor 2025 op de planning staan.

Softcover
november 2024
Uitgeverij Dargaud
ISBN 9789085587439
64 pagina’s
€ 11,99

**** Thomas Verguet & Philippe Thirault – Een Paus in de geschiedenis 7. Pius VII; Verzet tegen Napoleon

Paus Pius VII (1742-1823) was de 251ste paus en regeerde van 1800 tot zijn dood. Zijn pontificaat wordt geschilderd in deel 7 van de reeks ‘Een Paus in de geschiedenis’, waarin de Franse scenarist Philippe Thirault (1967) en diens landgenoot en tekenaar Thomas Verguet (1981) hun krachten bundelden voor ‘Verzet tegen Napoleon’. Sinds 2021 zijn er geen delen meer verschenen in de Franstalige reeks en met dit zevende album heeft uitgeverij Daedalus nu alle albums in de Nederlandse serie vertaald.

Het verhaal van ‘Verzet tegen Napoleon’ opent op het sterfbed van Napoleon, die terugblikt op zijn contact met Pius VII. Toen paus Pius VI in 1799 in Franse gevangenschap overleed, was Rome bezet door de Franse troepen. De nieuwe paus Pius VII kon zich een jaar later met toestemming van Napoleon in Rome vestigen. Napoleon streefde een verzoening met de katholieke kerk na, wat leidde tot de erkenning van het katholicisme in Frankrijk. Pius VII was echter niet bereid om aan alle eisen van Napoleon toe te geven, waarop de keizer verdere delen van het pauselijk gebied annexeerde. In 1809 liet Napoleon de paus zelfs arresteren en tot 1814 – een jaar vóór Napoleons nederlaag bij Waterloo – zat Pius VII gevangen.

‘Verzet tegen Napoleon’ tracht een compleet beeld van het leven van Pius VII te geven met name gericht op diens contact met Napoleon. Er is overigens niet slechts lof voor Pius VII, want er klinkt ook kritiek op de paus. Napoleon vertelt aan het einde op zijn sterfbed over de Joodse getto’s in Rome die hij had afgeschaft, maar die Pius VII – eenmaal terug in Rome – weer had ingesteld.

De illustraties van Thomas Verguet zijn hoekig en scherp en de inkleuring van Florence Fantini is sfeervol. De Nederlandse vertaling is opnieuw van Frank Vanzeer en er is tevens een interessant historisch katern van acht pagina’s over Pius VII van de Franse journalist en schrijver Bernard Lecomte (1949) met interessante illustraties. Hopelijk wordt de serie nog gecontinueerd.

softcover
december 2024
56 pagina’s
Uitgeverij Daedalus
ISBN 9789463948555
€ 10,25

**** Vincent Wagner & Pierre Boisserie – Het Epos van de Vrijmetselaars; 9. Vernietiging

De Commune van Parijs was een Frans revolutionaire beweging die van 18 maart tot 28 mei 1871 duurde en hoofdzakelijk over Parijs heerste. De verzetsbeweging wilde de Franse hoofdstad volgens socialistische ideeën besturen. De burgeroorlog veroorzaakte interne spanningen onder de vrijmetselaars, aangezien sommigen vreesden dat deelname aan geweld de pacifistische principes van de vrijmetselarij zou schaden. Uiteindelijk sloten de vrijmetselaars zich toch bij de Commune aan. Het verzet werd echter door de soldaten van de Derde Franse Republiek bloedig neergeslagen en zo’n 30.000 mensen kwamen om het leven.

De Commune van Parijs is onderwerp van deel 9 van de stripreeks ‘Het Epos van de Vrijmetselaars’. De stripreeks wordt sinds 2021 in het Nederlands uitgegeven en is een inititief van de Franse tekenaar en scenarist Didier Convard (1950) – niet te verwarren met Didier Conrad van ‘Asterix’ – die deze serie ‘L’Épopée de la franc-maçonnerie’ in 2020 startte. De stripalbums vertellen over de vrijmetselaarsbeweging van wetenschappers, kunstenaars en politici, die de sluipwegen van de geschiedenis bewandelde om kennis te vergroten en de mensheid te verheffen. 

In ‘Het Epos van de Vrijmetselaars; Vernietiging’ wordt teruggeblikt op de Commune van Parijs door Albertine. Zij is de echtgenote van vrijmetselaar Sylvain, die overtuigd is van de noodzaak om te vechten voor een rechtvaardigere wereld. Sylvain raakt echter ernstig gewond op de barricades. In haar zoektocht naar hem ontmoet Angeline ook Louise Michel, één van de kopstukken van de Commune. Helemaal overeenkomstig de hedendaagse mode toont ‘Het Epos van de Vrijmetselaars’ de Commune van Parijs door de ogen van de vrouw.

Sinds het begin van de serie hebben diverse scenaristen en tekenaars in wisselende samenstellingen de albums verzorgd. Voor dit deel zijn de sfeervolle illustraties vervaardigd door de Franse tekenaar Vincent Wagner (1971) en de teksten door zijn landgenoot Pierre Boisserie (1964). Wagner was reeds verantwoordelijk geweest voor de tekeningen van deel 3 en 5 en Boisserie voor de teksten van deel 7 ‘Negen zusters en drie broeders’. De krachtige cover is van tekenaar Julien Delval en de inkleuringen opnieuw van Angélique Césano. Zoals altijd zijn de vertalingen in goede handen van Tonio van Vugt en Jeanine Erades. Een welkome aanvulling is het extra dossier van acht pagina’s met historische informatie over de Commune van Parijs door Jean-Laurent Turbet. Deel 9 is inmiddels een euro duurder dan de vorige delen.

softcover
december 2024
Uitgeverij Dark Dragon Books
ISBN 9789464606874
56 pagina’s
€ 11,95