© Marco Borggreve
Harteloze ‘Don Pasquale’ bij de Reisopera
‘Don Pasquale’ is een opera met charme, sentiment en humor, maar de opvoering van de Reisopera bezit deze ingrediënten niet. De personages zijn onsympathiek en er wordt voorbij gegaan aan de bekoring van de muziek, waardoor deze ‘Don Pasquale’ een harteloze productie is geworden.
‘Don Pasquale’ is een opera buffa, een komische opera, in drie akten van Gaetano Donizetti (1797 – 1848). De opera ging in 1843 in Paris in première en ‘Don Pasquale’ wordt sindsdien regelmatig op het programma genomen door de operagezelschappen, ook al is zij niet echt onderdeel van het standaardrepertoire. In Nederland wordt de opera steeds minder vaak gespeeld en dat is jammer want het werk bezit charme, sentiment en humor. Nu wordt de opera door de Reisopera opgevoerd, echter zonder ook maar één van deze drie relevante ingrediënten.
‘Don Pasquale’ is een komische opera en komedie is één van de moeilijkste genres in opera om te ensceneren. De regie van Wim Trompert bij de Reisopera bewijst dit ten enenmale. De eerste twee akten spelen zich af in Casa Verdi, het Milanese bejaardenhuis voor musici, waar de oude zangers maar al te graag weer eens hun kostuums tevoorschijn halen. Het is een voorstelling met leuke vondsten, maar meer dan dat het is niet. De oude man Don Pasquale wordt hier op een onsympathieke manier te grazen genomen en dat maakt het niet geestig maar wrang. Norina is uitgekookt en koel en Ernesto is vervelend. Als de personages van deze opera niet meer sympathiek zijn en er voorbij gegaan wordt aan de bekoring van de muziek, dan is ‘Don Pasquale’ een harteloos werk.
Bij de Reisopera wordt het Nederlandse cultuurgoed slechts matig gediend en Nederlandse zangers worden door hen stelselmatig genegeerd, zoals in de bezetting van deze ‘Don Pasquale’. Voor de hoofdrol van Norina kan men zo zes Nederlandse coloratuursopranen noemen, die deze rol uitstekend zouden hebben gedaan: Annemarie Kremer, Claron McFadden, Lenneke Ruiten, Marijje van Stralen, Laila Sbaiti en Johannette Zomer. Echter, de Reisopera contracteerde hiervoor een Chinese zonder coloraturen, trillers of charmante hoogte, voor Ernesto een Fin en voor Don Pasquale een Italiaan. Alleen voor Malatesta werd een Nederlander bezet, de bariton Quirijn de Lang, die overigens – zoals men hem kent – fantastisch zingt. Zijn kernachtige borst- en stralende kopregister, zijn prachtige timbre en vrije toon, zijn goede gevoel voor belcanto en zijn overtuigende acteren tonen opnieuw zijn ongelooflijke talent.
Nog niet de helft van het aantal kaarten in de Utrechtse Stadschouwburg was verkocht en dat zou wel eens een aankondiging kunnen zijn van zware tijden. En ook dat biedt perspectief. Want de Reisopera heeft al eerder in zwaar weer een beroep moeten doen op de bereidwilligheid van Nederlandse zangers.