© Marco Borggreve

Muziek ondergeschikt voor Reisopera in ‘Cenerentola’

Wat is er aan de hand bij de Nationale Reisopera? Na een geslaagd seizoen 2008 / 2009 zijn de producties niet meer bijzonder sterk geweest en ook hun nieuwste productie ‘La Cenerentola’ laat te wensen over.

Veel voorbereidingstijd had Rossini niet voor de wereldpremière van ‘La Cenerentola’ in 1817, want hij moest de muziek in minder dan een maand schrijven. Toch is het één van zijn meest interessante opera’s door de mix van gevoel en buffo. De opera heeft dan ook als subtitel “Melodramma giocoso”. De uitdaging van ‘La Cenerentola’ bestaat eruit het verhaal te vertellen en de personages duidelijk te maken door de muzikale middelen. De zangers kunnen met hun demonstratie van techniek, energie en precisie het geheel laten sprankelen. Het moet de indruk geven van spontane en geïmproviseerde entertainment en de luisteraar moet door de aantrekkelijke soli en ensembles plezier krijgen. Rossini wilde stimuleren, onderhouden, verrassen en schokkeren.

Stimuleren, onderhouden, verrassen, en schokkeren deed ‘La Cenerentola’ van de Nationale Reisopera (NR) niet en dit kwam door het ontbreken van bovengenoemde. Het voornaamste wat verweten kan worden is dat voor Cenerentola een sopraan zonder laagte uit Italië is gekozen. Zij klinkt vlak, heeft weinig volume en het rondo “Nacqui all’ affanno” was zeker geen feest. Don Ramiro improviseert er op los en voelt zich slechts boven de hoge C op zijn gemak. Verder een ongesteunde Dandini, een Alindoro met een “Knödel” en een Magnifico, die geen bas buffo is. Machteld Baumans – de enige Nederlandse in de bezetting –  is gek, geestig en gewoon goed als Clorinda. Maar was het nou zo moeilijk om voor het andere zusje ook nog een Nederlandse te vinden? Dirigent Trisdee na Patalung is voor zijn 23 jaren levens- en muziekervaring een talent. Hij leidt het Gelders Orkest strak en gedisciplineerd, maar bijgevolg niet organisch en on-Italiaans. De gekruide, voortdrijvende baslijn ontbreekt en daardoor krijgt het geen kans te sprankelen. Het is niet licht en luchtig en tenslotte is het saai.

Regisseur Michiel Dijkema ensceneerde eerder de voortreffelijke ‘Der Vampyr’ van Marschner bij het Grachtenfestival 2008. In deze ‘La Cenerentola’ heeft hij geestige en technisch ingewikkelde vondsten, die soms heel ver gaan. Maar Dijkema’s personenregie is hier helaas minder overtuigend dan in zijn ‘Der Vampyr’. Sommige personages zijn geslaagd, anderen blijven vlak. Angelina is menselijk – en niet kunstmatig of van bordkarton – en zij komt voor zichzelf op. Haar zusjes zijn karikaturen en voeren continu een stevige concurrentiestrijd. Hun vader is jammer genoeg eendimensionaal en onaardig en mist de absurde en norse buffo met opgeblazen eigendunk om geestig te zijn. Ramiro maakt geen echte ontwikkeling door en Alidoro is niet echt diep of groots en spat er niet af. Hierdoor wordt de uitvoering uiteindelijk langdradig. Gelukkig is het slot nog verrassend.

Wat is er toch aan de hand bij de NR? Na een geslaagd seizoen 2008 / 2009 zijn de producties niet bijzonder sterk geweest. Ooit stond zij garant voor talentvolle jonge Nederlandse zangers en in 1984 waren bij de ‘La Cenerentola’ van NR zelfs vijf van de zeven rollen bezet met Nederlandse zangers. Het had NR gesierd als zij voor ook voor de huidige bezetting het wat dichter bij huis had gezocht en zo haar naam eer had aan gedaan. Laten we voor NR hopen op betere tijden.