****
© J. Berger
Luik, 14 april 2023
Adriana Lecouvreur viert triomf in Luik
“Noi siam povera gente. Lasciam scherzare i grandi, non ci si lucra niente” waarschuwt de toneelregisseur Michonnet in Francesco Cilea’s opera ‘Adriana Lecouvreur’ de actrice die de titelrol draagt. Wij zijn slechts arme, burgerlijke lui. Laat de adel zich maar vermaken, van hen komt aan ons niets goeds. Maar Adriana is zoals ook zo vele zangers eigenwijs…
Inderdaad verenigde de 18-eeuwse, Franse actrice Adrienne Lecouvreur haar wereld met die van de adel. Zij had een affaire met de officier Moritz Graf von Sachsen en zou daardoor de rivale zijn geweest van de Gravin van Bouillon. Adriana stierf in 1730 op 37-jarige leeftijd, mogelijk na vergiftiging door de Gravin. Voltaire, die meerdere werken voor Adrienne had geschreven en eveneens haar minnaar was geweest, eiste nog een obductie die uiteindelijk niet eenduidig bleek.
Over het liefdesleven en de dood van de actrice maakte de Italiaanse componist Francesco Cilea (1866-1950) de opera ‘Adriana Lecouvreur’ (1902). Het libretto ervoor had Arturo Colautti gebaseerd op een Frans toneelstuk van Eugène Scribe en Ernest Legouvé. ‘Adriana Lecouvreur’ werd door de Koninklijke Opera van Wallonië te Luik voor het laatst opgevoerd in 1990 en is nu terug in de enscenering van de Franse regisseur Arnaud Bernard (1966). Zijn regie is heerlijk traditioneel en plaatst de personages in de wereld van het toneel. De eerste akte speelt zich backstage in de Comédie-Française af met zijn eigen, actieve wereld van kleedkamers, gangen, schijnwerpers, technici, touwen en visagisten.
De toeschouwer is getuige van het theatrale changement wanneer decorbouwers tijdens van de eerste naar de tweede akte de salon van de prins en van de derde naar de vierde akte Adriana’s woonkamer construeren. En ook wordt Adriana’s doodsvisioen aanschouwelijk gemaakt wanneer zij aan het slot nog één maal een buiging maakt naar haar publiek. Tot en met de halftonen van de finale is de enscenering in zijn eenvoud verleidelijk, dramatisch, fonkelend en betoverend.
De kostuums van ontwerpster Carla Ricotti zijn enigszins saai. Het ballet ‘Le Jugement de Paris’ van choreograaf Gianni Santucci bevat in de derde akte de serpentinedans van de Amerikaans-Franse danseres Loïe Fuller, die men vorig jaar ook al zag in ‘Salome’ in Krefeld.
In de titelrol debuteert in Luik de Roemeense sopraan Elena Moșuc, ruim dertig jaar na haar operadebuut. Zij zingt de partij in belcantostijl met veel messa di voce “buiken” wat ten koste gaat van haar legato. Maar de stem heeft nog veel glans en haar enorme ervaring als diva presenteert Moșuc in haar rolvertolking.
De Italiaanse tenor Luciano Ganci was eerder dit seizoen in Luik te gast in ‘Alzira’ en is een vocaal vaste en een geloofwaardige Maurizio. Zijn hoge klaroenstoten doen soms denken aan Lauri-Volpi, ook al zijn zij soms te nonchalant. Zo nu en dan zijn er bleke (‘high larynx’) tonen waardoor de stem niet altijd even egaal klinkt. Zijn landgenote en mezzo Anna Maria Chuiri heeft intensiteit en “Durchslagkraft” voor de Principessa di Bouillon ook al is het vibrato wijd en de hoogte soms scherp. De Italiaanse bariton Mario Cassi is een lyrische Michonnet.
De Amerikaanse dirigent Christopher Franklin neemt soms trage, slepende tempi. Zo nu en dan heeft hij de neiging achter de zangers aan te lopen in plaats van de muziek te stuwen. Maar op de dramatische momenten zorgt hij met het Orkest van de Koninklijke Waalse Opera voor een opwindende klank en grote spanning. Na de aria’s heeft Franklin fraai rusten ingebouwd voor applaus.
Een unieke gelegenheid om ‘Adriana Lecouvreur’ te zien zoals het traditioneel bedoeld is, wellicht de enige en laatste mogelijkheid nog ooit. Voorstellingen in de Koninklijke Opera van Wallonië van 11 tot 22 april 2023.