1.
De rol van Éléazar in ‘La Juive’ van de Franse componist Jacques Fromental Halévy (1799-1862) was de glansrol voor de Joods-Amerikaanse tenor Richard Tucker. Hij zong de partij concertante op 12 maart 1964 in Carnegie Hall te New York en op 4 maart 1973 in de Royal Festival Hall te Londen. Voor de plaat nam hij slechts hoogtepunten van ‘La Juive’ op voor het label RCA in augustus 1973. Scenisch vertolkte hij de rol in oktober 1973 in New Orleans en in december 1974 in het Liceu van Barcelona. Van alle genoemde uitvoeringen zijn geluidsopnamen bewaard gebleven.
De concertante uitvoering van ‘La Juive’ op 4 maart 1973 in Londen is de enige live-opname die op CD verscheen. De toen 59-jarige tenor, die ook als cantor in de synagoge zong, vertolkte zijn partij temperamentvol, met heerlijke Schmalz, krachtig en zelfverzekerd door de hele stem. Zijn vertolking is een genot, de beste portrettering van de Joodse edelsmid op CD. Luister naar de Pesach-scène aan het begin van de tweede akte; waardig, elegant, ontroerend en diep religieus. In het duet met Brogni in de vierde akte gaat hij met de kardinaal krachtig de woordenwisseling aan en de aansluitende aria “Rachel, quand du Seigneur” is vol vuur en met immense passie. Wat een klaroenstoten!
De Japanse sopraan Yasuko Hayashi is een prachtige Rachel met soms Crespin-achtige tonen in het midden en zij geeft een indringend portret van Éléazar’s dochter. De Welshe bas David Gwynne heeft een egale stem voor Brogni, maar is niet heel muzikaal en biedt niet veel tegenwicht aan Tucker in het duet van de vierde akte. De Spaanse tenor Juan Sabaté zong prins Léopold ook op de RCA-opname naast Tucker, maar nam daar niet zijn aria uit de eerste akte op. Hier zingt hij schitterend open, inclusief hoge D in zijn serenade in de eerste akte. De Franse sopraan Michèle Le Bris is een intensieve prinses Eudoxie met zo nu en dan een Callas-klank. Het Ambrosian Opera Chorus leeft zich volledig uit in de massascènes. Luister naar de sopranen in het “Hosanna” in de opening eerste akte! De Italiaanse dirigent Anton Guadagno zou ‘La Juive’ een jaar later ook met Tucker in Barcelona dirigeren en zweept het New Philharmonia Orchestra op tot Grande Opéra. Luister naar het Anathema aan het einde van de vierde akte. Grandioos!
De partituur is voor bijna de helft ingekort. Van de vier en half uur durende muziek wordt twee en half uur uitgevoerd door de gebruikelijke coupures: uit de eerste akte zijn het dronkenmanskoor en de wals, uit de tweede akte een deel uit het finaletrio, uit de derde akte de aria van Eudoxie, het duet Eudoxie/Rachel en de bolero van Eudoxie en uit de vijfde akte het openingskoor en de treurmars. En toch blijft het verhaal en de essentie overeind.
De grote droom van Tucker was het om Éléazar ooit nog in de Metropolitan Opera House in New York te zingen. De Met ging uiteindelijk na Tuckers uitvoeringen in Barcelona in december 1974 akkoord voor ‘La Juive’ en Tucker zou de rol in de Met gaan vertolken naast Beverly Sills, Nicolai Gedda en Paul Plishka onder leiding van dirigent Leonard Bernstein. Maar op 8 januari 1975 overleed Tucker op 61-jarige leeftijd na een hartaanval zonder zijn droom waar te kunnen maken.
Myto 003.222 / Opera d’Oro OPD1333 (2CDs)
2.
Tuckers landgenoot, tenor en cantor Neil Shicoff gaf tussen 1999 en 2015 dertig optredens als Éléazar in de Wiener Staatsoper. Zijn eerste optreden in de Wiener Staatsoper als Éléazar was op 23 oktober 1999 en was tevens de eerste scenische opvoering in Wenen in het Frans. De uitvoering werd uitgezonden door de Oostenrijkse omroep ORF en verscheen in 2002 op CD. Shicoff – hier 50 jaar – belichaamt de Joodse edelsmid volkomen. Zijn tenor is breed en open en heeft een lichter timbre dan Tucker, maar zijn expressie is geweldig. Na “Rachel, quand du Seigneur” krijgt hij van het Weense publiek een stormachtig applaus.
De Finse sopraan Soile Isokoski is een vocaal beeldschone en muzikaal prachtige Rachel en zet een bescheiden en haast verlegen portret van Éléazars dochter neer. De Engelse bas Alastair Miles was hier pas 27 jaar en als Brogni nog geen grote autoriteit. De Servische tenor Zoran Todorovich is wellicht iets te zwaar voor Léopold, maar hij heeft de hoge Cs. De Weense soubrette Regina Schörg is een mooie Eudoxie. De Australische dirigente Simone Young was in 1993 de eerste vrouwelijke dirigent in de Wiener Staatsoper en verklankt de partituur helder zonder het echte Grande van de Opéra.
Het is één van de meest uitgebreide uitgaven van ‘La Juive’ met 188 – van de 260 – minuten muziek. Er is een aantal coupures gemaakt, waaronder de dronkenmansmars en wals uit de eerste akte, het koor en ballet uit de vierde scène van de derde akte en het kerkkoor aan het begin van de laatste akte. De CD-uitgave vermeldt abusievelijk 1998 in plaats van 1999.
Deze productie van regisseur Günter Krämer verscheen ook op DVD. Het zijn opnamen van uitvoeringen met Shicoff in mei 2003. Met de Joden in het zwart en christenen in het wit biedt het een enscenering vol tegenstellingen. Naast Neil Shicoff als een ook visueel perfecte Éléazar zingt de schitterende Bulgaarse sopraan Krassimira Stoyanova als Rachel onder leiding van de Kroatische dirigent Vjekoslav Šutej (1951-2009). Shicoff kreeg tijdens deze reeks opvoeringen op 15 mei 2003 de titel van Kammersänger aan de Wiener Staatsoper.
RCA 74321 79596 2 (3CDs)
3.
Het label Philips startte in augustus 1986 in de Walthamstow Assembly Hall te Londen opnamen van ‘La Juive’. De registraties vonden nog zonder de Éléazar van José Carreras plaats, aangezien bij de Spaanse tenor pas acute leukemie was gediagnosticeerd. Na zijn behandelingen en comeback zou hij zijn partij in februari 1989 in München inzingen.
Het resultaat is verbluffend geloofwaardig. De “over-dubbing” van de stem van Carreras over de originele tape is indrukwekkend en niet waar te nemen. De tenor van Carreras lijkt in breedte en openheid op die van Shicoff. Hier na zijn behandelingen laat de stem van de Spanjaard enig verlies van glans en spanning in de hoogte horen, maar zijn emotionele uitbarstingen bezitten nog altijd groot, heldhaftig gewicht!
De Hongaars-Duitse sopraan Júlia Várady is een ontroerende Rachel, met Isokoski de beste Rachel op CD. De partij van Eudoxie is met de Amerikaanse sopraan June Anderson uitstekend bezet. Zij is minder schel dan doorgaans op opnamen en geeft de benodigde body aan de rol. Haar aria aan het begin van de derde akte is helaas geschrapt. De Italiaanse bas Ferruccio Furlanetto zingt Brogni met solide, egale stem en zonder opsmuk. Carreras’ Catalaanse landgenoot Dalmacio González is in de partij van Léopold passend bezet.
Net als bij Tucker in Londen (zie 1) hoort men het Philharmonia Orchestra en het Ambrosian Opera Chorus. Nu onder leiding van de Franse dirigent van Portugees-Amerikaanse afkomst Antonio de Almeida laten zij opnieuw gevoel voor Grande Opéra horen. De partituur is met een derde teruggebracht tot drie uur muziek en alle grote belangrijke momenten zijn bewaard gebleven.
Philips 4201902 (3CDs)
4.
José Carreras had op 23 januari 1981 al zijn roldebuut in de partij van Éléazar in de Wiener Staatsoper gemaakt tijdens en concertante uitvoering van ‘La Juive’. Het was de eerste uitvoering van ‘La Juive’ in de Wiener Staatsoper sinds de voorstelling van 5 oktober 1933 met Franz Völker als Éléazar en onder leiding van dirigent Josef Krips. Die productie was maar liefst 225 keer opgevoerd!
De live-opname van 23 januari 1981 verscheen in 1997 op CD. Carreras was hier pas 34 jaar en op de top van zijn kunnen. In “Rachel, quand du Seigneur” maakt jij het extreme verdriet van de vader aangrijpend voelbaar. Luister naar het oorverdovende applaus van het Weense pubiek! In “Dieu m’éclaire” raakt hij daarna even de weg kwijt. De Hongaarse sopraan Ilona Tokody is zoals altijd vocaal opwindend. Zij komt qua klank waarschijnlijk het dichtst in de buurt van de Falcon-sopraan die Halévy in zijn oren had.
De Italiaanse bas Cesare Siepi is de beste Brogni op CD. Zijn diepe, sonore timbre, zijn beweeglijke stem en natuurlijke fraseringen zijn ideaal. De Armeens-Oostenrijkse sopraan Sona Ghazarian was tussen 1972 en 1998 – ruim 25 jaar ! – de belangrijke coloratuursopraan aan de Wiener Staatsoper. Haar prinses Eudoxie is charmant. De Amerikaanse tenor Chris Merritt maakte hier zijn Weense debuut en maakt van de serenade van Léopold een travestie-partij met extra toegevoegde hoge Ds en zelfs een hoge E.
De Duitse dirigent Gerd Albrecht leidt de liefdevol Wiener Symphoniker, maar ook zonder franje. Ook hier is de partituur voor bijna de helft ingekort. Van de vier en half uur is slechts twee en half uur muziek overgebleven.
Legato Classics LCD 224-2 (2CDs)
5.
De Italiaanse tenor Giovanni Martinelli was de opvolger van Enrico Caruso in de rol van Éléazar in de Metropolitan Opera House van New York. Op 12 december 1924 zong Martinelli de rol voor het eerst in de Met en hij zou de Joodse edelsmid er tot en met 1936 31 maal vertolken. Op 30 oktober 1936 zong Martinelli de rol in San Francisco en uit de tweede akte van die uitvoering is een opname van 43 minuten bewaard gebleven. Kenmerkend voor Martinelli zijn laser-klank vol klinkende en spannende hoge tonen. Zijn Éléazar is intelligent met enige stijfheid, maar zonder overdrijving. Helaas is zijn cavatine “Dieu, que ma voix tremblante” geschrapt.
Martinelli wordt omringd door zangers van Duitse origine. De sopraan Elisabeth Rethberg had Rachel tussen 1931 en 1936 vijf maal in de Met gezongen. Haar “Il va venir!” is innemend en haar duet met Léopold vol passie. De tenor Hans Clemens zong tussen 1930 en 1938 in de Met, waar hij Léopold in januari 1936 drie maal had gezongen. Tussen 1935 en 1939 stond hij in 15 producties van de San Francisco Opera. Zijn kleurrijke tenor is in deze tweede akte te horen in de trio’s en het duet met Rachel. De sopraan Charlotte Boerner is een gracieuze Eudoxie. De Italiaanse dirigent Gaetano Merola had in 1922 de San Francisco Opera opgericht, bleef tot zijn dood in 1953 bij het gezelschap en is een attente begeleider. Hij geeft een opwindende lezing en boetseert een prachtige atmosfeer.
Als extra op deze CD uit de vierde akte de geluidsfragmenten van filmopnamen uit ‘La Juive’ die op 29 juni 1927 in de Vitaphone filmstudio werden gemaakt. Men hoort het duet Éléazar/Brogni van Martinelli en de Amerikaanse bas-bariton Louis D’Angelo – de Ruggiero tijdens Martinelli’s eerste Éléazar in de Met – plus de aria “Rachel, quand du Seigneur”. Bekijk ook de beelden op YouTube! Een uniek historisch document! Het Vitaphone Orchestra staat onder leiding van de Hongaars-Amerikaanse dirigent Herman Heller.
Standing Room Only SRO 848-1 (1CD)
Bonus:
Het CD-label Malibran heeft 19 hoogtepunten van ‘La Juive’ uit de opnamegeschiedenis bijeen gebracht op één CD van 74 minuten. Het album opent met “Si la rigeur” van de Franse bas Paul Payan uit 1927 met een heerlijke dictie en laagte. De Belgische tenor Louis Morrison zong Éléazar ook in Nederland – in 1911 naast Faniëlla Lohoff-Poons als Rachel, Cateau Engelen-Sewing als Eudoxie en Jules Moes als Léopold – en is hier te horen in een schitterende “O ma fille chérie” van de finale I uit 1928. Verder een sfeervolle Pesach-scène uit 1941 met de fantastische Joods-Amerikaanse tenor Jan Peerce en zijn Joodse landgenote en sopraan Dorothy Sarnoff – later bekend vanwege haar leerprogramma ‘Speech Dynamics’ – plus koor. Vervolgens uit 1920 opnieuw Paul Payan als Brogni naast Cesar Vezzani als Éléazar in het duet uit akte IV.
Als extra’s de Belgische tenor José de Trevi in een prachtige “Rachel, quand du seigneur” uit 1931. Een overdonderende Anathème uit akte IV in het Italiaans van de bas Nazzareno De Angelis in een opname uit 1928. De Italiaanse bas Francesco Navarini zingt het Anathème hier in een opname uit 1906 op 21-jarige leeftijd nog ontzagwekkender! De Franse bas Juste Nivette zingt “Si la rigeur” in een opname uit 1905 meeslepend. Ook uit deze periode een interessante opname uit 1909 van het duet “O ma fille chérie” van Augusto Scampini en Cecilia David in het Italiaans. En tot slot uiteraard “Rachel, quand du seigneur” van Enrico Caruso uit 1920. Prachtige fragmenten voor de liefhebbers van de authentieke opnamegeschiedenis!
Malibran CDRG 144 (1CD)