***** De Poolse tenor Piotr Beczała is één van de belangrijkste zangers van onze tijd. Hij studeerde ooit in Zwitserland bij Sena Jurinac en was ensemblelid tussen 1992 en 1997 bij het Landestheater Linz en vervolgens bij get Opernhaus Zürich. Daarna debuteerde hij in grote operahuizen van de wereld. Beczała tekende een contract bij het CD-label Pentatone en in oktober 2019 nam hij zijn debuutalbum voor de firma ‘Vincerò’ op in het Palau de les Arts Reina Sofía in Valencia.
De CD bevat 18 aria’s uit twaalf veristische opera’s van vijf verschillende Italiaanse componisten. Beczała opent met de twee aria’s uit ‘Tosca’ van Giacomo Puccini en zijn tenor is helder, open en het belangrijkste: hij heeft Schmalz ! Hij heeft wat te vertellen en het klinkt eerlijk en gezond. En wat prachtig de strijkers van het Orquestra de la Comunitat Valenciana ! Zij weten waar ‘Tosca’ over gaat.
Ook de partijen voor spintotenor, die Beczała nog niet op het toneel gezongen heeft, benadert hij met zijn ervaring in het lyrische repertoire, zijn eigen stijl en expressie. Luister naar de aria’s van Maurizio uit ‘Adriana Lecouvreur’, Turiddu uit ‘Cavalleria Rusticana’, de titelrol van ‘Andrea Chénier’, Loris uit ‘Fedora’, Canio uit ‘Pagliacci’, Johnson uit ‘La Fanciulla del West’ en Calaf uit ‘Turandot’. Aria’s en rollen die Beczała in de toekomst zal zingen en waarvoor hij nu al een fraai visitekaartje afgeeft.
De Poolse tenor kan zich bijna geen betere begeleiding wensen dan door het Orquestra de la Comunitat Valenciana, het orkest van Valencia’s operahuis Palau de les Arts Reina Sofía onder leiding van de Italiaanse dirigent Marco Boemi. Boemi dirigeerde in 2010 al het ‘Norma’-debuut van de Nederlandse sopraan Annemarie Kremer bij de Nationale Opera van Moldavië en weet hier voortdurend de juiste sfeer te treffen.
Er heeft helaas een producer flink met de knoppen gespeeld, want de tenor hoort men nu weer hier, dan weer daar. Het CD-boekje bevat een essay van Kasper van Kooten, die de aria’s niet in CD-volgorde bespreekt en tevens de gezongen teksten met Engelse vertaling. De CD bevat jammer genoeg slechts 53 minuten muziek, maar ondanks dat een fantastisch album !
Pentatone PTC 5186 733 (1CD)
**** De Deutsche Oper am Rhein van Düsseldorf en Duisburg nam vanaf juni 2017 een nieuwe productie van ‘Der Ring des Nibelungen’ van Richard Wagner op het programma. Een reeks opvoeringen moest echter in april 2019 onderbroken worden toen een defecte sprinkler van het Theater Duisburg de scenische voltooiing onderbrak. De serie werd in concertante vorm voortgezet in de Mercatorhalle van Duisburg en van deze uitvoeringen werden live-opnamen gemaakt.
Van uitvoeringen in mei en november 2019 van ‘Das Rheingold’ is een CD-uitgave samengesteld die nu als eerste deel van de complete ‘Der Ring des Nibelungen’ is verschenen. Heidi Elisabeth Meier, Roswitha Christina Müller en Anna Harvey openen én besluiten de vooravond als de Rheintöchter met prachtig samenzang. De Britse bas-bariton James Rutherford zingt Wotan en toont zich één van de belangrijkste Wagnerbaritons van onze tijd. Zijn stem doet wat betreft glans, potentie en voordracht denken als die van George London. Luister naar zijn opening “Vollendet das ewige Werk” en “Abendlich straht der Sonne Auge” in de finale; fantastisch! De Poolse mezzo Katarzyna Kuncio heeft een passend tragische klank voor Fricka, die lijkt op het geluid van Éva Marton. Wie weet ooit nog een Brünnhilde?
De Duitse bariton Jochen Schmeckenbecher schetst de machtsbeluste Alberich uitstekend en de Duitse tenor Florian Simson geeft goed karakter aan de laffe Mime. De overige solisten zijn matig tot voldoende. Bernhard Berchtold en Raymond Very hadden hun rollen beter aan elkaar kunnen afstaan. De eerste heeft een bredere hoogte en de laatste een slanker geluid.
De verrassing van de vooravond is de Duitse dirigent Axel Kober. Hij is sinds 2009 Generalmusikdirektor van de Deutsche Opera am Rhein en dirigeerde in 2013 in het 200ste geboortejaar van Wagner ‘Tannhäuser’ bij de Bayreuther Festspiele. Ooit ontsierde hij ‘Turandot’ in Düsseldorf met een grove en ongedifferentieerde lezing, maar in ‘Das Rheingold’ laat hij de Duisburger Philharmoniker overweldigend energiek spelen en geeft hij de proloog uitstraling. Dit smaakt naar meer, benieuwd naar de openingsavond ‘Die Walküre’.
CAvi, AVI 8553504 (2CDs)
**** De CD ‘French Arias’ van de Tsjechische tenor Petr Nekoranec is een aangename kennismaking met de jonge zanger. Hij won in 2017 het Concurso Francesco Viñas en studeerde daarna aan het Lindemann Young Artist Development Program van de Metropolitan Opera. Vervolgens werd hij in Stuttgart geëngageerd voor belcantopartijen als Ernesto in ‘Don Pasquale’, Almaviva in ‘Il Barbiere di Siviglia’ en Ramiro in ‘La Cenerentola’.
Op 22 augustus 2019 nam Nekoranec in de Dvořák zaal van het Rudolfinum te Praag elf aria’s en een duet uit het Franse repertoire op en geeft daarmee een getuigenis af van zijn talent. De CD opent met een mooi dromerig gezongen “O nature pleine de grâce” uit de eerste akte van ‘Werther’ van Jules Massenet. Het Jugement van Paris “Au mont Ida” uit de eerste akte van ‘La Belle Hélene’ van Jacques Offenbach vertolkt Nekoranec charmant en de afsluitende hoge C is knap solide en open. Opvallend fraai ook hier zijn dictie en uitspraak van het Frans.
De cavatine “Ah! Leve-toi, soleil!” uit de tweede akte van ‘Roméo et Juliette’ van Charles Gounod is mooi ingetogen met welgevormd legato en een smaakvol diminuendo op de laatste Bes. Uit ‘La Fille du Régiment’ van Gaetano Donizetti een romantische uitvoering van “Pour me rapprocher de Marie” uit de eerste akte en natuurlijk “Ah! Mes amis, quel jour de fête!” uit de tweede akte met de negen hoge Cs, die vrij breed klinken. “Je crois entendre encore” uit ‘Les Pêcheurs de Perles’ van George Bizet klinkt schitterend verstild.
Interessant zijn ook de aria’s “O blonde Céres” uit ‘Les Troyens’ van Hector Berlioz en “Fantaisie aux divins mensonges” uit ‘Lakmé’ van Léo Delibes. De hoge C in “Salut! Demeure chaste et pure” uit Faust’ van Gounod klinkt opnieuw nogal breed, maar krijgt een mooi diminuendo. “En fermant les yeux” uit ‘Manon’ van Massenet is elegant en vertellend en met “Vainement” uit ‘Le Roi d’Ys’ van Édouard Lalo gaat de CD een beetje als een nachtkaars uit. Petr Nekoranec zingt met een ontwapenende oprechtheid en hij wordt gepast en zonder pretentie begeleid door het Czech Philharmonic onder leiding van de Amerikaanse dirigent Christopher Franklin. Een aantrekkelijke debuutalbum !
Supraphon SU 4260-2 (1CD)
**** De Duitse componist Ludwig van Beethoven (1770-1827) werd op 17 december 1770 in Bonn geboren en in 2020 wordt derhalve zijn 250ste geboortejaar gevierd. De helft van zijn 600 werken zijn geschreven voor de stem, die hij dikwijls instrumentaal benaderde. In zijn vocale muziek vallen vaak het buitengewone bereik en de onbehaaglijke ligging op.
De extreme reikwijdte en ongemakkelijke tessitura van zijn aria’s en cantates trekken ook de aandacht op de CD ‘Immortal Beloved’, die de Israëlische coloratuursopraan Chen Reiss tussen 21 en 24 juli 2019 opnam in de kerk St. Augustine’s van de Londense wijk Kilburn. De CD opent met de tien minuten durende cantate ‘Fliesse, Wonnezähre, fliesse!’, waarin een engel keizer Leopold II bezingt in het kader van diens troonsbestijging in 1790. Begeleid door obbligato fluit en cello straalt de sopraan van Chen Reiss met strakke coloraturen. De lage frasen zingt zij slank in een dun middenregister.
De concertaria ‘No, non turbarti… Ma tu tremi, o mio tesoro!’ componeerde Beethoven in Wenen in 1802 tijdens zijn studie bij Salieri. Reiss verklinkt de onrust van het weer en de stormachtige verleiding van Nice met fraaie tekstuitbeelding en solide intervalsprongen. Eerder had Beethoven rond 1791 al in Bonn de concertaria ‘Primo amore, piacer del ciel! …Tal amor, piacer del ciel’ gecomponeerd. Reiss beschrijft hierin expressief de onrust, vreugde en pijn van de eerste liefde. Ook hier en in de volgende, geestige Singspiel-aria “Soll ein Schuh nicht drücken” vallen de lage passages in het diepe register op.
Beethoven schetste in zijn werken graag vrouwen, die streefden naar een ideaal van opoffering en moed. Naast Leonore in ‘Fidelio’ was er Marzelline, die verlangt naar een ideale liefde en Reiss zingt haar “O wär’ ich schon mit dir vereint” uit de eerste akte met glanzende soubrette. Een andere heldin was Clärchen die verkleed als man naast haar geliefde Egmont wilde strijden tegen Alva. Beethoven componeerde in 1809/1810 – kort na Napoleons bezetting van Wenen – haar liederen voor het treurspel ‘Egmont’ van Goethe. Luister naar ‘Die Trommel gerühret!’ tussen trotsering en vastberadenheid en ‘Freudvoll und leidvoll’ tussen vreugde en verdriet. Voor de tragedie ‘Leonore Prohaska’ van Duncker – over een als man verklede vrouw die strijd tegen Napoleon – componeerde Beethoven in 1815 de romance “Es blüht eine Blume im Garten mein”. Reiss zingt het lied charmant en intiem, prachtig begeleid door harp.
Chen Reiss besluit de CD met de concertaria ‘Ah! perfido… Per pietà, non dirmi addio’ (1796) vol dramatische intensiteit en expressieve uitwerking. Authentiek van klank met smaakvolle details en met een meer klassieke dan romantische benadering begeleidt het Academy of Ancient Music onder leiding van zijn Britse artistiek directeur Richard Egarr, die in 2006 Christopher Hogwood opvolgde. Het CD-boekje bevat essays over het repertoire door de sopraan en Andrew Stewart plus de gezongen teksten met Engelse vertaling. Een mooie hulde aan de jarige Beethoven!
Onyx ONYX4218 (1CD)
*** De opera ‘L’Ipermestra’ van de Italiaanse componist Francesco Cavalli (1602-1676) werd voor het eerst uitgevoerd op 12 juni 1658 in Florence in het kader van de geboorte van de eerste zoon van de Spaanse koning Filips IV. De opera was echter al vier jaren eerder ontstaan en opgedragen aan Vittoria della Rovere – de Groothertogin van Toscane – ter gelegenheid van haar 33ste verjaardag. Het verhaal over een bedreigde koninklijke afstamming paste echter uitstekend bij de geboorte van Filips Prospero van Spanje op 5 december 1657.
Er zijn ruim dertig opera’s gebaseerd op de Griekse mythologie van Ipermestra. Cavalli’s versie werd in 2006 scenisch opgevoerd in Nederland in het Festival Oude Muziek en de uitvoering van 24 augustus 2006 in de Stadsschouwburg van Utrecht werd integraal op CD uitgebracht. Het betreft hier de première van het werk op CD.
Het verhaal gaat over de Danaïsche prinses Ipermestra, één van de vijftig dochters van Danao, wiens tweelingbroer én vijand Egitto op zijn beurt vijftig zonen heeft. Danao instrueerde zijn dochters om de zonen van Egitto – hun neven – te huwen en hun echtgenoten te doden tijdens hun huwelijksnacht. Ipermestra weigert echter haar geliefde Linceo te vermoorden. Danao is woest op zijn ongehoorzame dochter en laat haar gevangennemen. Linceo verklaart daarop Danao de oorlog en wordt uiteindelijk door tussenkomst van Venus met Ipermestra verenigd.
De opera draait om de morele ontroering van Ipermestra en de Italiaanse sopraan Elena Monti beweent haar in diverse, treurige aria’s. Luister naar haar prachtig klagende klank in “Piangete, occhi, piangete” en “Già che non ode il cielo” in de eerste akte, “Nel mar de’ miei tormenti” in de tweede akte en “Cara la vita a me “ in de derde akte. Haar landgenote Emanuela Galli heeft een lichte mezzo voor de hosenrolvan Linceo, wier liefde in “Il primo ardor” in de derde akte men eerder gelooft dan de woede in “A questo mio core fan guerre mortale” in de tweede. De Italiaanse bas Sergio Foresti brengt een zekere autoriteit voor Danao met een mooie laagte, maar weinig resonansen in de hoogte en de Franse sopraan Gaëla Le Roi – de CD vermeldt overal Gaëlla – zingt als hofdame Elisa met veel buiken en zonder legato.
De Nederlandse luitist en dirigent Mike Fentross – op de CD-cover met blauw pak, zwarte sokken en groene schoenen – geeft een perceptieve lezing en laat het Alkmaarse barokensemble La Sfera Armoniosa pretentieloos en ingetogen spelen. Het CD-boekje bevat een prima synopsis en de volledige Italiaanse tekst echter zonder vertaling. Het gehoest tussen de laatste noot van de tweede akte en het applaus had toch echt wel verwijderd kunnen worden. Een sympathieke aanvulling aan Cavalli’s discografie.
Challenge Records CC72774 (3CDs)