06-10-2017

De bas Pieter van den Berg werd op 6 oktober 1925 in Mijdrecht geboren.

Pieter van den Berg trad voor het eerst op in 1950 bij de AVRO-Radio onder de naam Pat Berry met lichte muziek en studeerde daarna zang aan het Nederlands Instituut voor Vocaal-Dramatische Kunstbeoefening in Amsterdam bij de tenor Lodewijk Runge.

Nog tijdens zijn opleiding won hij in 1953 de eerste prijs van het internationaal zangconcours van Verviers. Daarna slaagde hij op 27 oktober 1953 voor zijn eindexamen opera bij het Nederlands Instituut voor Vocaal-Dramatische Kunstbeoefening, dat gehouden werd in het gebouw van de Keulse Opera.

Ondertussen zong Pieter van den Berg in het koor van de Bayreuther Festspiele en behaalde hij diverse prijzen op concoursen in onder andere Genève, Toulouse en Berlijn. Later had hij zangles van Ruth Horna en Eugen Fuchs in Berlijn en Jess Wolters in Londen.

Per 15 september 1954 werd Pieter van den Berg geëngageerd door de opera van Koblenz, waar hij zijn operadebuut maakte als Padre Guardiano in ‘La Forza del Destino’ van Verdi. In Koblenz bleef hij onder contract tot 1956.

Tijdens een concert in Frankfurt maakte hij kennis met de chefdirigent Ferdinand Leitner van de Berlijnse Staatsopera van de Duitse Democratische Republiek. Van den Berg werd uitgenodigd voor een auditie, waarbij hij zo voldeed, dat hem een contract werd aangeboden. Zijn proefoptreden vond plaats in ‘Aida’. Daarna was hij vast verbonden aan de Berlijnse Staatsopera en zong hij bovendien regelmatig voor de radio van de DDR en op concerten. Van den Berg maakte ook deel uit van een ensemble, samengesteld uit solisten van de opera’s te Oost-Berlijn, Dresden en Leipzig, dat werd uitgenodigd naar de Sovjet-Unie, waar voorstellingen gegeven werden in Moskou en Kiev.

Bij De Nederlandsche Opera maakte Pieter van den Berg zijn operadebuut op 18 januari 1959 als Sarastro in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart en zong hij op 13 februari 1959 Heinrich in ‘Lohengrin’ van Wagner. Hij werd daarna eerste bas bij De Nederlandse Opera, waar hij meer dan duizend voorstellingen heeft gezongen.

Bij het Holland Festival van 1971 werkte hij mee aan de wereldpremière van ‘Spinoza’ van Ton de Kruyf.

Van den Berg zong in vele Europese operahuizen, waaronder Hamburg, Düsseldorf, Brussel, Madrid en Glasgow (in 1975 als Tom in ‘Un Ballo in Maschera’ van Verdi en in 1985 als Sarastro in ‘Die Zauberflöte’) en werkte met nagenoeg alle belangrijke dirigenten en regisseurs van zijn tijd. Hij heeft ontelbare rollen op zijn repertoire staan, waaronder Bartolo in ‘Le Nozze di Figaro’, Ramfis in ‘Aida’, Fiesco in ‘Simon Boccanegra’, Procida in ‘I Vespri Siciliani’, Gremin in ‘Jevgeni Onjegin’ en Rocco in ‘Fidelio’. Tot zijn meest recente bijdragen aan De Nederlandse Opera behoorden producties van ‘Salome’, ‘Parsifal’, ‘Un Ballo in Maschera’, ‘Benvenuto Cellini’, ‘Samson et Dalila’ en ‘La Traviata’. Zijn laatste bijdrage aan De Nederlandse Opera was in 1994 als de Tsaar in de wereldpremière van de opera ‘Symposion’ van Peter Schat in het kader van het Holland Festival en in ‘De Meistersinger von Nürnberg’. Op 7 februari 2007 stond hij nog één keer op het operapodium in het RAI-Theater in Amsterdam als Lodovico in ‘Otello’ van Verdi.

Pieter van den Berg werd op 26 april 1994 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij is nog altijd actief als zangdocent en woont in Kamperveen.