31-12-2016

De Tsjechische mezzosopraan Eva Randová werd op 31 december 1936 in Kolín geboren.

Eva Randová studeerde zang bij J. Svábová in de Tsjechische stad Ustí nad Labem en daarna één jaar aan het conservatorium van Praag. Zij gaf in 1962 haar operadebuut in het Staatstheater van Ostrava en was vanaf 1971 was zij ensemblelid van de Staatsoper Stuttgart.

Vanaf 1973 werkte zij bij de Bayreuther Festspiele mee aan ‘Der Ring des Nibelungen’ als Gutrune (1973-75), Fricka (1976-77) en Waltraute (1973-75) en in ‘Parsifal’ als Blumenmädchen (1973) en Kundry (1975-77, 1981).

Op 9 september 1975 debuteerde zij in de Wiener Staatsoper als Amneris in ‘Aida’. In dat jaar verving zij bij de Salzburger Festspiele Christa Ludwig in de rol van Eboli in ‘Don Carlos’ van Verdi.

In het Royal Opera House Covent Garden van Londen gasteerde zij vanaf 1977 als onder andere Ortrud in ‘Lohengrin’, Venus in ‘Tannhäuser’, Marina in ‘Boris Godoenov’, in 1986 en 1987 als Kostelnička in ‘Jenůfa’ van Janáček en in 1994 als Kabanicha in ‘Kátja Kabanová’.

Zij maakte op 22 september 1981 haar debuut in de Metropolitan Opera van New York als Fricka in ‘Das Rheingold’. Verder hoorde men haar in de Met als Venus in ‘Tannhäuser’ en Kabanicha.

Andere glansrollen van haar omvangrijke repertoire zijn Azucena in ‘Il Trovatore’ van Verdi, Laura in ‘La Gioconda’ van Ponchielli, Klytämnestra in ‘Elektra’ van Richard Strauss, Ortrud in ‘Lohengrin’ van Wagner en de dubbelrol van Ježibaba en Cizí Kněžna in ‘Rusalka’ van Dvořák.

Gastoptredens brachten haar naar de Staatsopera’s van Hamburg en München, de Münchner Opernfestspiele, de Deutsche Oper van Berlijn, de Deutsche Oper am Rhein van Düsseldorf/Duisburg, de Grand Opéra van Parijs, San Francisco Zürich, Teatro Liceo van Barcelona, de Arena van Verona, het Festival van Orange en de Oper Köln.

Eva Randová was tussen 1994 en 1998 intendante van de Staatsopera van Praag.

Kijk op YouTube