april 2016

 

De componist Hector Berlioz was in Parijs in dezelfde mate bekend vanwege zijn muziek als door zijn recensies. Een Engelstalige selectie van zijn recensies was tot op heden echter nog niet verkrijgbaar. In ‘Berlioz on Music; Selected Criticism 1824-1837’ zijn 44 artikelen van Berlioz verzameld, die een goede indruk geven van de stijl en inhoud van zijn commentaren.

Hector Berlioz (1803-1869) voelde zich gedwongen te recenseren om rond te kunnen komen, maar hij betreurde de noodzaak ervan. Hij gebruikte zijn pen om te loven of te schelden; hij prees wat goed was en attaqueerde wat slecht was. Vol enthousiasme en humor plaagde hij uitvoerenden, componisten, managers en het publiek.

Een aantal van zijn artikelen reviseerde en verzamelde Berlioz later in verzamelbundels, maar een Engelstalige selectie van zijn recensies was tot op heden nog niet verkrijgbaar. In ‘Berlioz on Music; Selected Criticism 1824-1837’ zijn nu 44 artikelen van Berlioz verzameld. De commentaren worden voor het eerst in chronologische volgorde en bijna allen in hun geheel gepresenteerd. De selectie werd gemaakt door Katherine Kolb en de vertaling is van de hand van Samuel N. Rosenberg. De anthologie begint met artikelen die voorafgaan aan de verzamelde bundels van Berlioz zelf en eindigt met artikelen die Berlioz schreef toen dat zijn naam als componist gevestigd was.

De artikelen geven een goede indruk van de inhoud en stijl van Berlioz’ commentaren. Berlioz toont zich een criticus met een goed beeld van het Parijse muziekleven. In zijn recensies concentreert hij zich op religieuze muziek, symfonieën en opera. Zijn bewondering voor zijn idolen Beethoven, Gluck en Mozart en zijn jeugdige anti-Rossini houding zijn evident. Meer dan eens betoogt hij voor muziekonderwijs voor iedereen en is hij een fel tegenstander van belastingen op uitvoeringen. Verder kan men in zijn besprekingen van werken van anderen reeds zijn keuzes en idealen voor zijn eigen composities en derhalve de essentie van zijn muzikale credo lezen. Zo pleit Berlioz in het ‘Requiem’ tegen een bombastische en snelle fuga op “Amen”, omdat dit niet overeenkomt met de essentie van het gebed. Tevens vinden we bewijs van zijn interesse in oude muziek en een goed gevoel voor de uitvoeringspraktijken van verschillend repertoire.

De banden van Berlioz met de L’Opéra waren van grote invloed op zijn recensies en in eerste instantie berichtte Berlioz niet over opera. Pas na de dood van Hérold schreef hij over diens opera ‘Zampa’. Later publiceerde Berlioz meer over opera (’Les Huguenots’, ‘Don Giovanni’) en zijn we met hem getuige van onder andere het belangrijke debuut van de tenor Gilbert Duprez in de L’Opéra als Arnold in ‘Guillaume Tell’.

De artikelen van Berlioz vormen een schat aan intelligente oordelen, fantasierijke inzichten en intrigerend proza. Berlioz schrijft met humor, satire, parodie en ironie en men leest de serieuze boodschap onder de bedrieglijk lichte behandeling. Zo meent hij: “Ik geef concerten om anderen te bedruipen.” Berlioz gebruikt een diversiteit aan stijlen in zijn recensies. Interessant zijn de “feuilletons de silence” waarin hij over alle andere onderwerpen spreekt dan de slechte uitvoering of het slechte werk. Daarentegen brengt hij in zijn “critique administrative” de hoogst mogelijke loftuitingen.

Berlioz onderkent in zijn artikelen dat zijn beroep van musicus conflicteerde met zijn hoedanigheid als recensent. Hij liep met zijn kritiek het risico managers, zangers, collegae en anderen te beledigen en dientengevolge zijn positie als componist te schaden. Hij was ook bang dat kritiek gezien zou worden als jaloezie. Daarnaast dienden zijn positieve recensies voor vrienden niet te worden toegeschreven aan de invloed van persoonlijke gevoelens, want “mijn vriendschap vloeit voort uit bewondering die wordt geïnspireerd door hun talenten.”

Katherine Kolb schreef bij het boek een uitgebreide en zeer informatieve introductie, waarin zij onder andere de rol en functie van de muziekbesprekingen in de vroege 19e eeuw behandelt. Tevens voorziet zij de recensies van uitstekende voetnoten onderaan de pagina, waarin zij Berlioz’ verwijzingen naar personen, composities en gebeurtenissen uitlegt, de persoon Berlioz kundig en met inlevingsvermogen benadert en hem meer dan eens corrigeert.

‘Berlioz on Music’ is een interessante anthologie van Berlioz’ proza, die op deskundige, waardevolle en toegankelijke wijze is samengesteld. Muziekwetenschappers, Berlioz-fans en liefhebbers van al wat Frans is zullen aan het boek plezier beleven.

Oxford University Press, Oxford
2015; €70,-/£40,-
ISBN: 978-0199391950
328 blz, Hardcover