21-10-2020

De sopraan werd op 21 oktober 1925 geboren.

Virginia Zeani studeerde zang in Boekarest bij Lucia Anghel en Lydia Lipkowska en als afsluiting van haar opleiding bij Aureliano Pertile in Milaan. Zij maakte in 1948 haar professionele operadebuut in Bologna toen zij op het laatste moment insprong voor de zieke Margherita Carosio als Violetta in ‘La Traviata’. Violetta bleef gedurende haar hele carrière haar glansrol en zij zou de partij zo’n 800 maal zingen, onder ander in 1957 in Zürich en in 1959 in het Royal Opera House Covent Garden van Londen.

Vanaf 1955 bleef zij aan de Teatro dell’Opera van Rome verbonden. In 1968 zong zij daar de rol van Desdemona in ‘Otello’ van Rossini, in 1970 de titelrol in ‘Alzira’ van Verdi en in 1972 in de titelrol van ‘Aida’.

In de Scala van Milaan debuteerde zij in 1956 als Cleopatra in ‘Giulio Cesare’ van Händel. Daar zong zij op 26 januari 1957 ook in de wereldpremière van de opera ‘Dialogues des Carmélites’ van Francis Poulenc als Blanche. Ook in de Scala was zij in 1961 te bewonderen in de hoedanigheid van de vier vrouwenrollen in ‘Les Contes d’Hoffmann’ van Offenbach en in 1966 in de titelrol van ‘Madama Butterfly’.

Diverse seizoenen werkte zij mee aan producties in de Arena van Verona, onder andere in 1956, 1957, 1961 en 1963.

Virgina Zeani gasteerde in 1956 bij de Wiener Volksoper als Violetta en als Marguerite in ‘Faust’ van Gounod. Bij de Wiener Staatsoper debuteerde zij in 1957 als Violetta – onder leiding van Herbert von Karajan – en gasteerde zij tot 1960 in acht voorstellingen, onder andere als Micaëla in ‘Carmen’.

In het begin van haar carrière zong Virgina Zeani de partijen voor lyrische coloratuursopraan, waaronder de titelrol in ‘Lucia di Lammermoor’, Elvira in ‘I Puritani’ en Adele in ‘Der Fledermaus’, na 1960 zong zij meer rollen in het lyrisch-dramatische vak, zoals Desdemona in ‘Otello’ van Verdi, Leonora in ‘La Forza del Destino’ en de titelrollen in ‘Tosca’ en ‘Manon Lescaut’ van Puccini. Ook maakte zij zich verdienstelijk voor de herwaardering van vergeten belcanto-opera’s van Rossini, Bellini en Donizetti.

Virginia Zeani maakte op 12 november 1966 haar debuut in de Metropolitan Opera van New York als Violetta en zong in de Met daarna nog slechts twee maal. Verder gasteerde zij nog in het Bolschoi Theater van Moskou, Amsterdam, Belgrado, Boedapest, Boekarest, Rio de Janeiro, Mexico City, de L’Opéra van Parijs, het Teatro Liceu van Barcelona (‘Fedora’, seizoen 1977/1978), in Lissabon, Nice, St Petersburg, de Deutsche Oper Berlin en alle belangrijke operahuizen van Italië, waaronder Napels (‘Maria di Rohan’, 1965).

Virginia Zeani werkte mee aan diverse wereldpremières. Behalve in ‘Dialogues des Carmélites’ van Francis Poulenc (Scala, 26 januari 1957) zong zij als jonge dochter in ‘Alissa’ van Raffaello de Banfield (Genève, 14 mei 1965) en in ‘L’Avventurio’ van Renzo Rossellini (Monte Carlo, 1968).

Virginia Zeani was vanaf 1958 getrouwd met de bas Nicola Rossi-Lemeni (1920-1991). Sinds 1980 werkte zij als docente aan de Indiana University Bloomington. Als docente was zij ook werkzaam aan de Urbana-Champaign Institute in de Amerikaanse staat Illinois.

De stem van Virginia Zeani is vastgelegd op diverse uitgaven van labels als Electrecord (‘La Traviata’), EJS (Desdemona in ‘Otello’ van Rossini), Decca (soloplaat) en MRF (‘Elisa e Claudio’ van Mercadante, ‘Zelmira’ van Rossini en ‘Alzira’ van Verdi), Vox (Serpina in ‘La Serva Padrona’ van Pergolesi), LR (titelrollen in ‘Tosca’, ‘Fedora’ en ‘La Traviata’, als Margherita in ‘Mefistofele’ van Boito en Desdemona in ‘Otello’ van Verdi), OPR (‘Maria di Rohan’, Napels, 1967), Cetra in ‘Il Piccolo Marat’ van Mascagni) en Bongiovanni (‘La Traviata’ en een aria-recital).