15-08-2020

De bariton Robert Massard werd op 15 augustus 1925 in de Franse plaats Pau bij de Pyrénées-Atlantiques geboren.

Robert Massard was eerst automonteur en studeerde ondertussen zang in Pau. Na het winnen van een zangwedstrijd in Bayonne werd hij geëngageerd door de L’Opéra van Parijs, waar hij in 1952 zijn debuut maakte als Grand Prêtre in ‘Samson et Dalila’ van Saint-Saëns. Hij zou in de L’Opéra de Paris tot 1978 blijven zingen in rollen als Rigoletto, Germont in ‘La Traviata’, Mercutio in ‘Roméo et Juliette’ van Gounod, Escamillo in ‘Carmen’, Enrico in ‘Lucia di Lammermoor’, Posa in ‘Don Carlos’ van Verdi, Fieramosca in ‘Benvenuto Cellini’ van Berlioz, Sancho Panza in ‘Don Quichotte’ van Massenet, Lescaut in ‘Manon’ van Massenet, Faninal in ‘Der Rosenkavalier’ en in 1955 in de wereldpremière van de opera ‘Numance’ van Henry Barraud naast Ernest Blanc en Rita Gorr. Massard zong tevens in de Opéra-Comique als onder andere Figaro in ‘Il Barbiere di Siviglia’, Zurga in ‘Les Pêcheurs de Perles’, Ourrias in ‘Mireille’ van Gounod, Silvio in ‘Pagliacci’ en in 1957 in de Franse première van ‘Capriccio’ van Richard Strauss. Hij maakte in 1958 zijn debuut aan de Scala van Milaan als Ramiro in ‘L’Heure Espagnole van Ravel en zong in de Scala verder in 1967 Valentin in ‘Faust’ van Gounod, in 1970 de Grand Prêtre in ‘Samson et Dalila’ en in 1976 Fieramosca in ‘Benvenuto Cellini’ ter gelegenheid van een gastoptreden van de Royal Opera House. In 1961 maakte hij zijn debuut in de Royal Opera House Covent Garden van Londen als Thoas in ‘Iphigénie en Tauride’ van Gluck en in 1962 gaf hij een gastoptreden in het Bolshoi Theater van Moskou als Rigoletto. In het Teatro Colón van Buenos Aires trad hij in 1964 op in ‘Iphigénie en Tauride’, in 1966 in de titelrol van ‘Mârouf’ van Henri Rabaud, in 1971 als Valentin en in 1982 in ‘Benvenuto Cellini’. Bij de Chicago Civic Opera zong hij in 1963 Valentin en in 1964 Escamillo. Hij zong in 1965 in ‘L’Heure Espagnole’ in het Teatro Liceu van Barcelona en Glyndebourne hoorde hem in 1968 in ‘Alceste’ van Gluck. In 1972 trad hij op in Amsterdam als Valentin in ‘Faust’. Zijn laatste optreden gaf Robert Massard in 1984 en tussen 1978 en 1986 werkte hij als leraar aan het Conservatorium van Bordeaux. Zijn stem is op veel opnamen vastgelegd. Zo verscheen op Pathé (‘Iphigénie en Tauride’ van Gluck), Véga (‘Mireille’ van Gounod, ‘Thaïs’ van Massenet, ‘Rigoletto’), Decca (‘Thaïs’), Philips (‘Benvenuto Cellini’), Philips/PMS (hoogtepunten uit ‘Faust’), BLVD (‘Samson et Dalila’), Disques Montaigne (‘Christophe Colomb’ van Darius Milhaud), Mondiophone (rectial), Chant du Monde (‘Le Roi d’Ys’ van Lalo, ‘Le Comte Ory’ van Rossini, ‘Sigurd’ van Reyer), PPV (‘Les Huguénots’ van Meyerbeer, ‘Andrea Chénier’ van Giordano) en Bella Voce (Valentin in ‘Faust’).

Kijk op YouTube