08-03-2022

De Nederlandse sopraan Thea van der Putten werd op 8 maart 1950 in Leiden geboren.

Thea Putten studeerde zang aan het conservatorium van Den Haar bij Sophia van Sante en trad daarna toe tot de Opera Studio van De Nederlandse Operastichting. Zij maakte haar operadebuut in 1975 in Scheveningen als Feklusa in ‘Katja Kabanova’ van Janáček. Daarna trad zij bij De Nederlandse Operastichting op als Hänsel in ‘Hänsel und Gretel’, Frau Fluth in ‘Die lustigen Weiber von Windsor’ van Nicolai, Adele in ‘Die Fledermaus’, Gabriele in ‘La Vie Parisienne’ van Offenbach, Despina in ‘Così Fan Tutte’, Sophie in ‘Werther’ van Massenet, Nedda in ‘Pagliacci’, Max in ‘Where the Wild Things Are’ van Knussen en Papagena in ‘Die Zauberflöte’. Bij Opera Forum gasteerde zij als Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’ en Tatjana in ‘Jevgeni Onegin’.

In 1985 trad zij op bij het Holland Festival als Aphra in de wereldpremière van de opera ‘Naïma’ van Loevendie. Bij de opening van Het Muziektheater van Amsterdam was zij op 23 september 1986 te horen als de moeder van de dode zeeman in de wereldpremière van de opera ‘Ithaka’ van Otto Ketting. Zij bleef bij De Nederlandse Opera tot 1989 zingen.

Vanaf 1987 had zij een gastcontract bij de Komische Oper van Berlijn. Hier had zij succes als Mimì in ‘La Bohème’, Donna Elvira in ‘Don Giovanni’ (1988) en Nedda. Verder was zij te horen bij de Vlaamse Opera in Gent en Antwerpen.

Na 1995 was Thea van der Putten zangdocente aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag.

Haar stem is vastgelegd in plaatopnamen van ‘Die Zauberflöte’ (Papagena tijdens een liveconcert in 1982 op het label Erato) en ‘Der Rosenkavalier’ (één van Die drei Waisen voor Philips).

Kijk op YouTube