15-03-2015
De Italiaanse tenor Mirto Picchi werd op 15 maart 1915 in San Mauro bij Florence geboren.
Mirto Picchi studeerde in Milaan bij Giulia Tess en Giuseppe Armani en maakte zijn operadebuut in 1946 als Radamès in ‘Aida’ van Verdi. In 1949 was hij te horen tijdens het Edinburgh Festival als Riccardo in ‘Un Ballo in Maschera’ van Verdi. Hij maakte in 1952 zijn debuut in het Royal Opera House Covent Garden van Londen als Pollione in ‘Norma’ van Bellini naast Maria Callas en met haar zong hij in 1953 in Florence ook in ‘Medea’ van Cherubini. Mirto Picchi werkte mee aan wereldpremières van diverse opera’s. Zo zong hij op 16 maart 1952 de rol van El Extranjero in ‘Proserpina y el Extranjero’ van Juan Jose Castro in het Teatro alla Scala van Milaan. Op 5 november 1952 was hij tijdens de eerste uitvoering van ‘Cagliostro’ van Ildebrando Pizzetti in de titelrol te horen bij de RAI in Milaan. En in de wereldpremière van ‘La Figlia di Iorio’ van Pizzetti op 4 december 1954 in het Teatro San Carlo van Napels zong hij de rol van Aligi. Mirto Picchi nam afscheid van het operatoneel in 1974 als Don Basilio in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart in de Scala. Zijn stem is vastgelegd op opnamen van de opera’s ‘Don Carlo’ van Verdi (Cetra) en ‘Medea’ (EMI). In 1978 kwam zijn autobiografie ‘Un trono vicino al sol’ uit. Mirto Picchi overleed op 25 september 25 1980 in zijn geboorteplaats Florence.
Kijk op YouTube