**
© Matthias Jung
Keulen, 27 mei 2025

‘Eine Frau von Format’ Oper Köln geen productie van statuur

De negende ‘Operetten-Frosch’ nominatie van de Bayerischer Rundfunk voor de beste operette van het seizoen 2024/2025 ging naar de Oper Köln voor ‘Eine Frau von Format’. Opera Nederland ging kijken of de aanbeveling verdiend was, maar het bleek geen onverdeeld genoegen.

Eine Frau von Format’ is een operette in drie akten van de Joods-Hongaarse componist Michael Krasznay-Krausz (1897-1940). Het werk ging in 1927 in het Theater des Westens van Berlijn in première met niemand minder dan de koningin van de operette Fritzi Massary als Dschilli Bey, de komiek Max Hansen als Pista en de actrice Edith Schollwer als Lya. In hetzelfde jaar van de wereldpremière maakten Massary, Hansen en Schollwer al opnamen van fragmenten uit ‘Eine Frau von Format’, die de knapperige uitvoeringspraktijk van operette in die jaren laten horen. De operette diende ook als basis van de gelijknamige film die in 1928 uitkwam.

Het verhaal speelt zich af in het fantasieland Silistrië, dat een nieuw handelsverdrag wil afsluiten. Hongarije heeft graaf Géza von Tököli afgevaardigd, die zijn Leibhusar Baron Pista meeneemt. De Turkse afgezant is Dschilli Bey, een vrouw! Zij gebruikt haar vrouwelijke krachten als verleidingskunst in deze diplomatieke intrige.

Na de machtsovername van de nazi’s verruilde Krasznay-Krausz Berlijn voor Wenen en na de Anschluss vluchtte hij naar Boedapest. Daar overleed hij in 1940 tijdens een operatie en zijn werken raakten na de Tweede Wereldoorlog in vergetelheid. In 1971 werden fragmenten uit ‘Eine Frau von Format’ voor de grammofoonplaat opgenomen met Heinz Hoppe als Géza, maar de romige uitvoering deed geen recht aan het genre. Nu haalt de Oper Köln de operette tevoorschijn.

Oper Köln speelt in de Staatenhaus van Keulen vanwege de renovatie van het operagebouw aan het Offenbachplatz. Deze renovatie begon in 2012, de kosten werden toen geschat op € 253 miljoen en de heropening stond in eerste instantie gepland voor november 2015. (Musik Heute; 29.6.2017). Maar de opening is nog altijd niet in zicht en de totale kosten hebben inmiddels een duizelingwekkende € 1,5 miljard bereikt (24 Rhein; 10.12.2024).

Het Staatenhaus is een beursgebouw uit de jaren twintig, dat men kan vergelijken met het Westergasfabriek in Amsterdam. Het is een soort pakhuis zonder sfeer en de vraag laat zich stellen hoe Puccini in deze hal moet klinken. En met een zaal halfvol zoals bij de vierde voorstelling uit deze reeks ‘Eine Frau von Format’ is de ambiance al helemaal ver te zoeken.

Het decorontwerp van Dieter Richter is mooi en heeft de sfeer van de gouden jaren twintig. Het draaitoneel bevat twee verdiepingen met op de begane grond een deurencarousel en op de eerste etage een balzaal. Boven de balzaal staat de titel van het lied “Unbeschreiblich weiblich” van Nina Hagen.

En “Unbeschreiblich weiblich” heeft regisseur Christian von Götz ‘Eine Frau von Format’ willen maken, want het moest van hem een feministische operette worden. Terwijl Krausz Dschilli al feministisch maakte, vervangt Von Götz het gender nog eens bij twee andere rollen, Baron Abelesvu en Kanzler Negrutzky. Daarnaast zijn mannelijke koorleden en balletdansers gehuld in veel glitter en glamour, tonen de hoofdrolspelers veel bloot en vinden we er populistische diversiteit, drag, gender, polyamorie en queerness in overvloed. In zulke clichés ziet Von Götz dus schijnbaar de LHBTIQIA+ gemeenschap.

Operette is dikwijls een vrijbrief voor een productieteam om te doen en laten wat men wil en zo ook in Keulen. Von Götz en dramaturge Svenja Gottsmann hebben de teksten van Krausz’ librettisten Rudolph Schanzer en Ernst Welisch aan de kant geschoven en nieuwe teksten voor de dialogen én voor sommige liederen gemaakt. Deze teksten zijn vaak actueel en te plat (in plaats van geestig en ondeugend), waardoor het in feite afgezaagd wordt. Het publiek lacht dan ook nauwelijks. Men heeft in ‘Eine Frau von Format’ meer willen stoppen dan zij al heeft en daardoor is het niet beter geworden.

De zang wordt weergegeven door de luidsprekers, waardoor het wel heel sfeerloos direct bij de luisteraar in de zaal binnenkomt. De Duitse sopraan Annette Dasch speelt Dschilli Bey met présence en androgyniteit, verscheurd tussen officium en hartstocht. Vocaal is het zo nu en dan nogal scherp. Waarom zong zij in hemelsnaam een andere tekst voor het lied “Liegt im Bereich der Möglichkeit” in de derde akte?? De hoge bariton Wolfgang Stefan Schwaiger als Géza is een echt operettedier, net als de tenor Richard Glöckner als Pista. Veterane Dalia Schaechter is een geestige Kanzler Negrutzky. Sans gêne is Von Götz niet wars van nepotisme en heeft zijn echtgenote Verena met voorrang de rol van de Tramp toegespeeld.

De melodieën van Krausz zijn niet van het kaliber Paul Abraham; zijn sterkste liederen zijn hier de tango “Wir wollen tun als ob wir Freunde werden” en de slowfox “Du bist mein stiller Compagnon”. Maar ook aan de muziek is in Keulen gesleuteld. Krausz’ muziek werd nieuw gearrangeerd door de operettespecialist en dirigent Adam Benzwi en georkestreerd door de jazzcomponist Daniel Busch. Uiteindelijk weet men niet welke muziek van Krausz en welke van het duo Benzwi/Busch is. Kortom, al met al is het misschien beter in het vervolg maar even te wachten met een bezoek aan de Oper Köln totdat het gebouw aan het Offenbachplatz klaar is.