1.
Deze studio-opname van de opera ‘Salome’ (1905) van Richard Strauss (1864-1949) zorgde begin jaren negentig voor een sensatie. Na Caballé en Behrens, Von Karajan en Solti dacht men dat er geen vervolmaking van ‘Salome’ meer mogelijk was, maar niets bleek minder waar. In december 1990 maakte Deutsche Grammophon in de Jesus-Christus-Kirche van Berlijn een fantastische registratie van deze opera. De Amerikaanse sopraan Cheryl Studer zong de partij van Salome, ook al had zij de rol nooit op het toneel gezongen. In de studio is zij echter weergaloos en met fonkelende, warme, hobo-achtige tonen en zilverige en opwindende hoge noten zet zij overtuigend een 16-jarige prinses neer. Het ambivalente van Salome – het charmante, het kille, het doordringende, het krachtige, het gepassioneerde en de vervoering – treft zij uitstekend. De Welshe bas-bariton Bryn Terfel is een geestdriftige en viriele Jochanaan. Met een stem als een orgel verklinkt hij de profeet priesterlijk. De Tetrach en zijn echtgenote klinken als oudjes. De Duitse tenor Horst Hiestermann zingt de noten van Herodes bij benadering en met wijd vibrato en de Weense sopraan Leonie Rysanek – ooit een belangrijke Salome – nam aan het einde van haar carrière de rol van Herodias met succes op haar repertoire. De Duitse tenor Clemens Bieber is een heerlijk lyrische, verliefde Narraboth en ook verder is de opname tot op de kleinste rollen van de opera uitstekend bezet. Het Orchester der Deutschen Oper Berlin speelt onder leiding van de Italiaanse dirigent Giuseppe Sinopoli verrukkelijk. Luister naar de finale van de derde scène! Onovertroffen! Zijn weelderige benadering bevat alle kwikzilverige vereisten van de partituur en bezit de spanwijdte van het spookachtige en bovenaardse begin tot en met de grote, grenzeloze uitspattingen. De eerste keuze!
Deutsche Grammophon 431 810-2 (2CDs)
2.
De Joods-Weense dirigent Erich Leinsdorf was driekwart jaar na zijn studio-opname van ‘Così Fan Tutte’ terug in de Walthamstow Assembly Hall van Londen voor een RCA-opname van ‘Salome’. De registratie werd tussen 18 en 28 juni 1968 gemaakt. De Spaanse sopraan Montserrat Caballé toonde zich hier een opwindende Salome. Zij portretteert de dwangmatige prinses volledig vanuit de zanglijnen en slaagt daarin met haar sensuele stem volkomen. De Welshe tenor Richard Lewis is een lyrische en opgetogen stiefvader Herodes en de Amerikaanse Regina Resnik is fantastisch geestdriftig als moeder Herodias. De verliefde Narraboth is met de Heldentenor van de Amerikaan James King bezet en die geeft de verliefde Syriër extra glans. Helaas zingt de Amerikaanse bariton Sherrill Milnes de partij van Jochanaan nogal schools zonder legato. Erich Leinsdorf geeft met het London Symphony Orchestra een eerlijke en uitdrukkelijke lezing.
Sony Classical 88843058482 (2CDs)
3.
Deze opname werd door EMI gemaakt tussen 9 en 20 mei 1977 met nog een aanvulling op 2 mei 1978 in de Sofiensaal van Wenen. Het eerste gedeelte van de opname is prachtig. De Duitse sopraan Hildegard Behrens is voorbeeldig als Salome. Haar enorm ongeremde uitdrukkingskracht, maar ook lyrische en lichte timbre zijn ideaal. De Belgische bas-bariton José van Dam zet een vredige en serene Jochanaan neer met lange legato lijnen en is vocaal ronduit indrukwekkend. De Poolse tenor Wiesław Ochman is de beste Narraboth op CD. Heerlijk legato en gedifferentieerd! Jammer genoeg zijn de Tetrarch van Judea en zijn echtgenote fout bezet. De tenor Duitse Karl-Walter Böhm spreekt de rol van Herodes, zingt vlak en hij trekt het borstregister van zijn karaktertenor te ver door naar boven (onvoorstelbaar, hij zong zelfs heldenpartijen!). De Griekse mezzo Agnes Baltsa heeft voor Herodias te weinig resonansen in haar borstregister, dat bovendien te zeer van haar middenregister gescheiden is. Dirigent Herbert von Karajan rolt – zoals Gundula Janowitz over hem zei – met de Wiener Philharmoniker een rode loper voor de zangers uit, ook al is hij soms teveel uit op effectbejag.
Warner Classics 5099996683224 (2CDs)
4.
Decca was zo’n vijftien jaren eerder in de Sofiensaal van Wenen voor een studio-opname van ‘Salome’. Tussen 16 en 25 oktober 1961 maakte het label een registratie waarvan de geluidskwaliteit indrukwekkend is en voor die tijd ongehoord was. Elk instrument, elke noot is te bewonderen. De Zweedse sopraan Birgit Nilsson is een overweldigende Salome met vocale expansiedrift, maar zonder de lyrische differentiatie van de sopranen na haar. Ook alle andere rollen zijn prima bezet. De Duitse tenor Gerhard Stolze is de beste Herodes op CD. Hij is een walmende en klamme Tetrarch en treft alle noten uitstekend, ook in het Sprechgesang. Jochanaan kwam hier wellicht nog wat te vroeg voor de Weense bariton Eberhard Wächter en hij zou zijn eerste Jochanaan in de Wiener Staatsoper pas vier jaren later zingen. De Amerikaanse mezzo Grace Hoffman vertolkt Herodias majesteitelijk, zonder de gebruikelijke hysterie. Waldemar Kmentt is wellustig als Narraboth en Josephine Veasey klinkt jeugdig als de Page. Dirigent Georg Solti en de Wiener Philharmoniker zorgen voor een vloeiende lezing, heldere contouren en een weelderig toongedicht, maar de overgangen zijn niet erg organisch en er is weinig theatrale werking. Dat deden de dirigenten na Solti beter.
Decca 475 7528 (2CDs)
5.
Zeven jaren daarvoor had Decca ook al in Wenen een studio-opname van ‘Salome’ in mono gemaakt. De Weense dirigent Clemens Krauss had hier in maart 1954 – twee maanden voor zijn overlijden – de muzikale leiding over zijn enige studio-opname van een opera. Krauss had de wereldpremières van maar liefst vier opera’s van Richard Strauss gedirigeerd. ‘Salome’ dirigeerde hij in de Wiener Staatsoper negen keer tussen 1947 en 1951 en van de opvoering van 30 september 1947 bestaat nog een live-opname (label Gebhardt). Krauss realiseert met de Wiener Philharmoniker uitstekend de klankkleuren en bezieling, die Richard Strauss componeerde. Krauss neemt de tijd, maakt fraaie bogen en zijn lezing bezit een volkomende vanzelfsprekendheid. Salome was de grote rol waar de Duitse sopraan Christel Goltz in schitterde. Zij nam de partij maar liefst drie maal in de studio op en zong de rol in de Wiener Staatsoper tussen 1944 en 1963 zelfs 58 keer. Goltz is een interessante, niet zozeer impulsieve als wel cerebrale Salome, ook al mist de stem zo nu en dan reeds glans. De hier 36-jarige Weense bas-bariton Hans Braun zong in de Wiener Staatsoper opvallend genoeg in ‘Salome’ wel de Zweiter Soldat en Zweiter Nazarener, maar nooit Jochanaan. Zijn vertolking van Jochanaan is enigszins ouwelijk en stug. De 55-jarige Weense tenor Julius Patzak zong ook in de wereldpremière van ‘Friedenstag’ van Richard Strauss in 1938 en was tussen 1945 en 1959 ensemblelid van de Wiener Staatsoper. Daar zong hij tussen 1947 en 1961 zowel Narraboth als Herodes. Elk woord van zijn Sprechgesang in de partij van Herodes is hier verstaanbaar. De Argentijnse mezzo Margareta Kenney zong Herodias drie maal in de Wiener Staatsoper in 1954 en 1955 en is een heerlijk dwingende echtgenote. De Sloveense tenor Anton Dermota was de ideale Narraboth van de Wiener Staatsoper en zong er de rol tussen 1938 en 1963 maar liefst 92 keer, een aantal keren onder leiding van Richard Strauss zelf. Een belangrijk document!
Naxos 8.111014-15 (2CDs)
Bonus:
1.
Salome was de glansrol van de Bulgaarse sopraan Ljuba Welitsch. Zij zong de partij onder andere tijdens de viering van de 80ste verjaardag van Richard Strauss in 1944 in de Weense Volksoper onder leiding van de componist zelf en vertolkte de rol tussen 1946 en 1954 in de Wiener Staatsoper 49 maal. Welitsch maakte als Salome ook haar debuut in de Metropolitan Opera House van New York op 4 februari 1949 en zong de rol in de Met in totaal zeven keer. Twee van de zeven voorstellingen werden door de radio uitgezonden en opgenomen. De zaterdagmatinee van 19 januari 1952 is verkrijgbaar op het label Walhall, maar laat de inmiddels glansloze sopraan van Welitsch horen. Tijdens haar adembenemende optreden op 13 maart 1949 was de 35-jarige Ljuba Welitsch echter nog op haar hoogtepunt. Eigenlijk was zij een soubrette, maar haar temperament paste meer bij de expressievere rollen. Haar frisse, zilveren, meisjesachtige timbre was ideaal voor de 16-jarige Salome. De sopraan had een stralende, soms metalige hoogte, dat makkelijk door de dichtheid van de weelderige orkestratie van Richard Strauss kwam. En haar uitdrukkingskracht en communicatieve persoonlijkheid waren gigantisch. Met vocale aanzetten en gedetailleerde accenten zette zij een onverzadigbare Salome neer. Maar ongestraft ging dit niet; op haar 40ste was haar operacarrière voorbij. Herbert Janssen zingt de rol van Jochanaan fantastisch met resonerende bariton, retorische uiting en star optreden. De Heldentenor Frederick Jagel is een schitterende Herodes. Hij is uitstekend in het Sprechgesang en als personage week genoeg om zijn belofte aan Salome te geven en sterk genoeg om die belofte te houden. Kerstin Thorborg is een dwingende Herodias, rijk aan schilderende penseelstreken. Brian Sullivan is een prachtige Narraboth. Ook de bijrollen zijn luxueus bezet met Jerome Hines als uitstekende Erster Soldat en Dezsö Ernster als sonore Erster Nazarener. Fritz Reiner dwong het Metropolitan Opera Orchestra tot dynamische buitensporigheden en demonstreerde tevens een gevoel voor de lyrische contouren en de weelderigheid van de muziek van Richard Strauss. Een historisch document!
Walhall WLCD 0201 (2CDs)
2.
Dit is een opname van een radio-uitvoering op 20 mei 1948 van de Mitteldeutscher Rundfunk, Sender Dresden. Het was een reproductie van uitvoeringen in de Sächsische Staatsoper Dresden van 1947. De radio-uitvoering herinnert aan de uitvoeringspraktijk van ‘Salome’ van voor de Tweede Wereldoorlog. Christel Goltz was hier als Salome nog frisser en meisjesachtiger dan zes jaren later tijdens de Decca-opname. De Duitse bas-bariton Josef Herrmann was een Wagnerzanger met een brede hoogte inclusief volle resonansen zoals die toen nog bestonden. Zijn Jochanaan bezit waardigheid en elk woord is te verstaan. Geen lyrische of karaktertenor voor Herodes, maar een heuse Heldentenor. De Duitser Bernd Aldenhoff bezit de onvermoeibare Draufgängertum, goede articulatie en solide, open en brede klank in hoogte, waarmee hij laat horen dat Richard Strauss Herodes niet als sulletje bedoelde. De Deense alt Inger Karén was tussen 1935 en 1963 als eerste alt verbonden aan de Staatsoper Dresden. Zij drukt haar borstregister wel erg ver naar boven, maar is daarentegen een lekker hysterische Herodias. Zelfs voor Narraboth is een Heldentenor bezet. Rudolf Dittrich zong vanaf 1928 in Dresden en vertolkte Narraboth bovendien onder leiding van Richard Strauss zelf. De Duitse dirigent Joseph Keilberth was een echte zangersdirigent. Hij geeft met de Dresdner Staatskapelle een opvallend sfeervolle lezing en laat overal de zang tot zijn recht komen.
Berlin Classics 0020622BC (2CDs)
3.
Dit is een unieke opname: Richard Strauss zelf dirigeert ‘Salome’ in ruim een half uur fragmenten uit de opvoering op 15 februari 1942 in de Wiener Staatsoper. Strauss zei ooit dat men ‘Salome’ diende te dirigeren alsof het door Mendelssohn was gecomponeerd en dat doet hij dan ook. In de openingsscène neemt hij alle rust en boetseert hij de overgangen prachtig. Tijdens deze scène is er een spannende balans tussen de statigheid van Jochanaan en de verleiding van Salome. Zijn zangersensemble bestond voor een groot gedeelte uit Duitsers. De Berlijnse sopraan Else Schulz zong Salome in de Wiener Staatsoper tussen 1938 en 1950 in totaal 36 keer en zij is een heerlijk impulsieve prinses. De Duitse bas-bariton Paul Schöffler zong de rol als ensemblelid in de Wiener Staatsoper tussen 1938 en 1962 precies 50 maal en is gewoonweg de beste Jochanaan op CD. De Duitse tenor Josef Witt zong Herodes in de Wiener Staatsoper tussen 1938 en 1951 in totaal 32 keer en zijn eigen enscenering van ‘Salome’ werd er na de Tweede Wereldoorlog 139 maal opgevoerd. Samen met de Duitse alt Else Schürnoff – ensemblelid in Wenen tussen 1941 en 1953 – vormt hij een heerlijk hysterisch koningspaar. Anton Dermota is opnieuw te bewonderen in zijn glansrol van Narraboth. Een unieke opname!
Koch Schwann 3-1453-2 (2CDs)