***** Marston Records presenteerde in maart 2017 de box met vier CDs ‘Lotte Lehmann; Acoustic Recordings: 1914-1926’, die alle akoestische opnamen van de Duitse sopraan Lotte Lehmann bevatte. Het label volgt nu met de prachtige box ‘Lotte Lehmann, Vol. 2; Odeon Electrical Recordings: 1927-1933’, waarop alle elektrische opnamen te horen zijn die de Duitse sopraan in Berlijn maakte totdat de nazi’s aan de macht kwamen.
CD1 opent met “In questa reggia” en “Del primo pianto” uit de titelpartij van Puccini’s ‘Turandot’, die zij in oktober 1926 tijdens de Weense première zong. De twee fragmenten uit 1927 waren ook al geïncludeerd in de bijlage van de eerste box. Lehmann zingt in het Duits en opvallend haar vrije, heldere, warme klank, haar diepe gevoel en nobele stijl. Op CD2 drie opnamen van duetten uit ‘Tosca’ met Jan Kiepura. De Poolse tenor spint zijn frasen met grote bogen. Ook op deze CD het betoverende “Ich ging zu ihm” uit de opera ‘Das Wunder der Heliane’ van Korngold, die een half jaar eerder zijn wereldpremière had beleefd in Hamburg. Tevens een innige vertolking van “Wär’ es auch nichts als ein Augenblick” uit ‘Eva’ van Lehár. Ook deze beide fragmenten waren al te horen in de bijlage van box 1.
CD3 bevat twee opnamen van “Es gibt ein Reich” uit ‘Ariadne auf Naxos’ van Richard Strauss, die Lehmann akoestisch nog niet had opgenomen. Tijdens de tweede wereldpremière van de herziene versie in 1916 had Lehmann de rol van de Komponist gezongen. In “Deine Hand auf meinem Herzen sein” maakt zij een tekstfout. De integrale cyclus ‘Frauenliebe und -leben’ van Schumann met orkest onder leiding van dirigent Frieder Weissmann verscheen in 1994 al op Pearl en krijgt van Lehmann een fascinerende interpretatie. Verder op deze CD nog drie unieke operettefragmenten uit ‘Die Fledermaus’ en ‘Der Zigeunerbaron’ van Johann Strauss jr. met onder andere Richard Tauber en Karin Branzell. Het solistenkwintet zingt ook de koorpartij.
Ook CD4 bevat opnamen onder leiding van Weissmann, waaronder de schitterende tango “Wenn du einmal dein Herz verschenkst”. De gelijknamige film zou een half jaar na deze opname uitkomen, maar niemand zong het zo intiem als Lehmann. Componist en tekstdichter Willy Rosen zou in 1944 in Auschwitz worden vermoord. Bijzonder ook het “Ich hol’ dir vom Himmel das Blau”, dat Lehár schreef voor zijn Italiaanse operette ‘La Danza delle Libellule’. Daarnaast de ‘Wesendonck Lieder’ “Schmerzen” en “Träume” van Wagner, “Traum durch die Dämmerung” en “Ständchen” van Richard Strauss en ook “Widmung” en “Du bist wie eine Blume” van Schumann, allen met orkestbegeleiding terwijl de eerste vier liederen waren al uitgebracht waren in de bijlage van box 1. Ten slotte “Dich, teure Halle” en “Allmächt’ge Jungfrau” uit ‘Tannhäuser’ van Wagner, die Lehmann beide ook al akoestisch had opgenomen.
Opnamen met dirigent Frieder Weissmann gaan verder op CD5 met de Wagner-fragmenten “Euch Lüften, die mein Klagen” en “Einsam in trüben Tagen” uit ‘Lohengrin’, “Du bist der Lenz” uit ‘Die Walküre’ en een warme “Mild und leise” uit ‘Tristan und Isolde’, waarvan Lehmann alleen het laatste fragment nog niet akoestisch had opgenomen en interessant aangezien zij de partij van Isolde nooit op het toneel zong. Ook de aria’s van Rosalinde “Klänge der Heimat” en “Mein Herr, was dächten Sie von mir?” uit ‘Die Fledermaus’ zijn onder leiding van Weissmann, die in 1933 voor de nazi’s naar Nederland vluchtte en hier onder andere het Concertgebouworkest dirigeerde.
CD6 is interessant vanwege de twee fragmenten “Mein Elemer!” en “Er ist der Richtige nicht für mich” uit ‘Arabella’ van Richard Strauss. Michael Aspinall is in het CD-boekje niet volledig als hij schrijft: “Strauss seems to have behaved not quite fairly to Lotte over the creation of Arabella, which caused a rift in their friendship. She only managed to sing a handful of performances of the opera”. Zelf gaf Lehmann in interviews verschillende verklaring waarom zij de aan haar opgedragen titelrol tijdens de wereldpremière niet zong: In 1933 noemde zij vermoeidheid als oorzaak, in 1936 vertelde zij als reden dat zij en Strauss uit elkaar waren gegroeid en in 1969 zei zij het vergeten te zijn, maar een samenzwering niet uit te sluiten. En toch zong Lehmann de titelrol op 21 oktober 1933 tijdens de Weense première. Ten slotte is er een bijlage met “A selection of off-the-air recordings”.
De CD-box laat Lotte Lehmanns geprezen intimiteit en enorme interpretatieve capaciteit horen, maar ook haar gebrek aan ritmische controle, problemen met de hoogte en haar matige ademtechniek. Het CD-boekje bevat talrijke unieke foto’s van Lehmann, een kopie uit de eerste box van het biografische essay van Daniel Jacobson – Professor of Music aan de Western Michigan University – die de biografie ‘Never Sang For Hitler’ nogal lichtgelovig samenvat met “It is clear that Lehmann’s responses and approach did not please the Nazi leadership”. Verder zijn er twee essays over de opnamen door Michael Aspinall en Gary Hickling. De transfers van de 78-toeren platen zijn zoals steevast bij Marston uitmuntend.
Marston Records 56004-2 (6CDs)
**** W.A. Mozart (1756-1791) zocht tussen 1782 en 1786 naar muzikale en persoonlijke vrijheden. Hij experimenteerde na ‘Die Entführung aus dem Serail’ (1782, KV 384) en vóór ‘Le Nozze di Figaro’ (1786, KV 492) – de eerste van zijn drie ‘Da Ponte’-opera’s – in een ware werkplaats aan dramatische muziek met nieuwe vormen, schetsen, oefeningen, maar ook in de twee incomplete opera’s ‘L’Oca del Cairo (KV 422) en ‘Lo Sposo Deluso’ (KV 430) en ‘Der Schauspieldirektor’ (KV 486). Deze muziek plus werken van Paisiello, Martín y Soler en Salieri uit deze periode en andere werken van Mozart arrangeerde dirigent Raphaël Pichon tot een ‘dramma giocoso’ in drie scènes. De titels van de drie scènes zijn afgeleid van de drie ‘Da Ponte’-opera’s en ontlenen hun namen aan hun ondertitels.
In die drie scènes vertolken de zangers Sabine Devieilhe, Linard Vrielink, Siobhan Stagg, Serena Malfi, John Chest en Nahuel di Pierro hun partijen verrukkelijk. Luister in het eerste deel ‘La Folle Giornata’ naar de Nederlandse tenor Linard Vrielink in “Saper bramate” uit Paisiello’s ‘Il Barbiere di Siviglia’. De jonge, lyrische zanger vertolkt steeds grotere partijen aan de Berlijnse Staatsopera Unter den Linden en brengt hier zijn serenade met glans en kern. De Franse sopraan Sabine Devieilhe is de ster van de show en zingt Mozarts canzonetta “Ridente la calma” stralend, stromend en zwoel.
In het tweede deel ‘Il Dissoluto Punito’ is het eerlijke geluid van Vrielink – zijn talent dat doet denken aan Anton Dermota – te horen in de Mozart-aria “Per pietà, non ricercate” en zingt Devieilhe de aria No, che non sei capace”. In de derde scène ‘La Scuola degli Amanti’ excelleert Devieilhe in “Da schlagt” uit ‘Der Schauspieldirektor’. De overige ensembles spetteren van vitaliteit en de onbegeleide canons “Caro bell’idol mio” in het eerste en “Nascoso è il mio sol” in het tweede deel – beide gearrangeerd door Vincent Manac’h – zijn juweeltjes.
Het spel van het ensemble Pygmalion onder muzikale leiding van Raphaël Pichon is helder, vloeiend en dramatisch en de drie ouvertures – uit ‘Lo Sposo Deluso”, ‘Thamos, König in Ägypten’ en ‘Der Schauspieldirektor’ – worden opwindend en spannend vertolkt. De geluidskwaliteit van de opname is uitstekend.
Dit is niet een uitgave voor puristen en er zullen liefhebbers zijn die zich niet kunnen vinden in de het concept van Pichon als een soort citaten-opera. Maar het ontwerp is vindingrijk en als voorstelling fraai uitgevoerd. Het toont Mozart is voorbereiding op zijn drie geestige meesterwerken.
Harmonia Mundi HMM 902638.39 (2CDs)
**** Jimmy McHugh (1894-1969) was een Amerikaanse componist, die tussen de jaren twintig en vijftig zo’n 500 liedjes componeerde voor revues, films en musicals. Zijn liedjes werden uitgevoerd en opgenomen door vele bekende artiesten van zijn tijd. Op de dubbel-CD ‘The Songs of Jimmy McHugh; I Feel A Song Coming On’ zijn nu 52 van zijn creaties bijeengebracht.
Het eerste succes van McHugh was in zijn geboorteplaats Boston met de Eerste Wereldoorlog hit “Keep the Love-Light Burning in the Window Till the Boys Come Marching Home”. Vreemd genoeg staat deze song niet op deze uitgave en wordt hij ook niet in het CD-boekje genoemd.
De CDs volgen verder de chronologie van uitgave van de liedjes en de gepresenteerde opnamen zijn soms van latere data. CD1 opent met de titelsong van de uitgave “I Feel A Song Coming On” door Frances Langford uit de film ‘Every Night At Eight’ uit 1935 en bevat daarna nog twee akoestische opnamen uit 1925. Luister ook naar de twee jazz-songs die McHugh had geschreven voor Cotton Club revues in Harlem met kornettist Bix Beiderbecke en pianist Duke Ellington.
McHughs meest symbiotische muzikale relatie was met de onderwijzeres en dichter Dorothy Fields. Hun eerste gezamenlijke successen waren de liedjes voor de geheel zwarte Broadway musical ‘Blackbirds of 1928’, waarvan op deze CD de nummer 1 hit “I can’t give you anything but love” door Cliff Edwards, maar ook “Baby!” door Adelaide Hall.
McHugh en Fields schreven zo’n 30 liedjes voor Hollywoodfilms, waaronder voor ‘Cuban Love Song’ (1932) de titelsong hier prachtig gezongen door bariton Lawrence Tibbett. De liedjes voor de films ‘Big Broadway’ (1932), ‘Dinner At Eight’ (1933), ‘Have A Heart’ (1934) en ‘Hooray For Love’ (1935) besluiten CD1 en daarna kwam er een einde aan de samenwerking van McHugh en Fields.
Op CD2 uit de film ‘King Of Burlesque’ (1936) twee nummers gezongen door Fats Waller, die in de film de rol van Ben speelde. McHughs nieuwe lyricist Harold Adamson voorzag hem van teksten voor onder andere de titelsong van de film ‘You’re A Sweetheart’, hier te horen door de onvergelijkelijke Al Bowlly, die het naar de nummer 1 van de hitlijsten zong.
Andere hoogtepunten op deze CD zijn de nummer 1 hit “Comin’ in on a Wing and a Prayer” uit 1943 door de mooie alt Anne Shelton en twee schitterende nummers van Frank Sinatra uit de film ‘Higher And Higher’ (1944). “It’s most unusual day” uit de film ‘A Date With Judy’ (1948) hier helaas niet als de signature-tune van Jane Powell – zoals in de film – maar door Anita Gordon. Andere bijdragen zijn er van onder anderen Bing Crosby, Billie Holiday, Teddy Wilson, Lester Young, Benny Goodman, Ethel Waters, Dinah Shore en Nat King Cole.
Jimmy McHugh overleed in 1969 in Beverly Hills op 74-jarige leeftijd. Zijn naam zal voortbestaan door de kwaliteit en kwantiteit van zijn enorme oeuvre, waarvan de hoogtepunten kunnen worden genoten op deze – tot op heden meest uitvoerige – uitgave van zijn liedjes.
Retrospective RTS 4354 (2CDs)
*** ‘Facce d’Amore’ is alweer het tweede solo-album van de Poolse countertenor Jakub Józef Orliński. Het programma bevat 15 fragmenten van 9 verschillende componisten gedurende een kleine eeuw barokmuziek. Acht fragmenten beleven hier hun wereldpremière.
De CD opent met “Lucidissima face” uit ‘La Calisto’ van Cavalli, waar Endimione in de tweede akte een serenade aan de maan brengt en zijn liefde voor Diana bezingt. Na aria’s van Giovanni Antonio Boretti, Giovanni Battista Bononcini en Alessandro Scarlatti zingt Orliński de aria “Voi che udite” van Ottone uit de tweede akte van ‘Agrippina’ van Händel en na een aria van Giuseppe Maria Orlandini nog drie aria’s van Händel: uit ‘Amadigi di Gaula’, ‘Muzio Scevola’ en het bekende “Vaghe pupille” van de titelheld van ‘Orlando’. Na twee aria’s van Luca Antonio Predieri en één van Conti besluit de CD met het virtuoze “Sempre a si vaghi rai” van de titelheld uit ‘Orfeo’, die Hasse componeerde voor Farinelli.
Opnieuw betovert Orliński met zijn enorme pallet aan kleuren en fijne penseelsteken, zijn beeldschone timbre en heldere dictie. Temperamentvol presenteert hij de grote hartstochtelijke emoties van liefde, verleiding en woede. Hij toont zijn vocale veelzijdigheid met fraaie fraseringen en strakke coloraturen en mengt goed in het ensemble Il Pomo d’Oro onder muzikale leiding van Maxim Emelyanychev. De stem van Orliński klinkt echter – net als op zijn eerste CD – alsof er een waas overheen ligt. Daarnaast zullen zijn fans hem graag eens wensen te horen in het wat meer populaire repertoire. “Vaghe pupille” is overigens bij 4’15” wel heel erg lelijk geknipt en geplakt.
Erato 9029542338 (1CD)
*** ‘Der Freischütz’ van de Duitse componist Carl Maria von Weber (1786–1826) is een romantische opera in drie bedrijven, die voor het eerst werd opgevoerd op 18 juni 1821 in de Koninklijke Schouwburg van Berlijn. Het volksverhaal speelt zich af in het Bohemen van de 17de eeuw en vat de nationalistische sfeer van die tijd. De schutter Max dient een schutterswedstrijd te winnen om te kunnen trouwen met Agathe, de dochter van de Erbförster Kuno. Vriend en medeschutter Kaspar raadt Max aan op zeker te spelen en neemt hem mee naar de zwarte jager en Satan Samiel, die hem van kogels voorziet die altijd raak schieten.
Een nieuwe studio-opname van ‘Der Freischütz’ werd in november 2018 in de HR-Sendesaal van Frankfurt opgenomen onder muzikale leiding van de Poolse dirigent Marek Janowski. Het is Janowski’s tweede studio-opname van ‘Der Freischütz’ na de Berlijnse opname RCA Red Seal (heruitgave Sony) uit 1994.
Agatha wordt gezongen door de Noorse sopraan Lise Davidsen. Davidsen is de grote operaverrassing van de afgelopen jaren en zal over een aantal jaren ongetwijfeld de Brünnhildes gaan zingen. Verstandig zingt zij nu nog rollen als Agathe. Het hochdramatische geluid is evident, een indrukwekkend brede stem van onderen naar boven, een koperen glans en levendige expressie, maar ook een gebrek aan legato, wat men bij dit stemtype vaker mist.
De Oostenrijkse tenor Andreas Schager als Max is één van die lichte zangers die tegenwoordig in het Heldenvak vertegenwoordigd zijn. Het gebrek aan breed heldengeluid compenseert hij met vurige inzet, maar af en toe is de vocaal overmatige inspanning hoorbaar en het vibrato gaat al lekker wiebelen. Ook Kaspar is te licht bezet met de Amerikaanse bas-bariton Alan Held, terwijl de rol om een zwarte bas vraagt. De Russische sopraan Sofia Fomina is een innemende Ännchen met heldere en egale stem en alle bijrollen zijn adequaat bezet.
De acteurs Corinna Kirchhoff als een vrouwelijke (!) Satan en Peter Simonischek (op het CD-doosje vermeld met ck) als de Eremit zijn voortreffelijke vertellers. Zij declameren ook de korte teksten, die Katharina Wagner en Daniel Weber voor deze nieuwe opname vervaardigden en de oorspronkelijke, gesproken dialogen vervangen.
De lezing van Marek Janowski is hier meer ingehouden en lichter dan in 1994. Daarentegen is de uitvoering levendiger en kleurrijker en zijn de tempi geconcentreerder. Het Frankfurt Radio Symphony met uitstekende houtblazers speelt aandachtig en het MDR Rundfunkchor uit Leipzig vertolkt de diverse personages als jagers, geesten, boeren, bruidsmeisjes, geesten en jagers prijzenswaardig zuiver, verstaanbaar en in balans.
De opname bevat niet de toneelgeluiden waar het libretto om vraagt, die eerdere registraties wel gebruikten. De geluidkwaliteit is echter uitstekend en de beste van alle opnamen van ‘Der Freischütz’ tot nu toe. Er is een goed evenwicht tussen de stemmen en het orkest en het koor is mooi naar voren gehaald. Het CD-boekje bevat een informatief essay van Kasper van Kooten, het volledige libretto met Engelse vertaling, maar geen synopsis en geen biografieën van de zangers.
Pentatone PTC 5186 788 (2CDs)