***** De Noorse componist Edvard Grieg (1843-1907) schreef meer dan 180 liederen. Ze worden vaak in vertaling gezongen vanwege de onbekendheid en onbegrijpelijkheid van de Noorse taal. Befaamd is de Duitstalige anthologie van liederen van Grieg, die de pianist Michael Raucheisen in 1943 opnam. Griegs liederen kenmerken zich door originaliteit, rijkheid aan kleuren, eenvoud en toch diepte. De Noorse sopraan Siri Karoline Thornhill nam tussen 25 en 28 januari 2016 25 liederen van Grieg voor de CD ‘Edvard Grieg Songs’ op met de Nederlandse pianiste Reinild Mees als begeleidster. De opnamen vonden plaats in de protestantse Andreaskirche bij de Berlijnse Wannsee, een kilometer verwijderd van de plek waar in 1942 de “definitieve oplossing voor het Jodenvraagstuk” werd uitgebroed. De CD opent met de acht liederen van ‘Haugtussa op. 67’ (1898). Deze cyclus werd in 1950 in een breedsprakige uitvoering opgenomen door de Noorse sopraan Kirsten Flagstad. Thornhill opent mysterieus met “Det syng” begeleid door spannende trillers van Mees, vervolgt met “Veslemøy” in al zijn eenvoud en onopvallende akkoorden aan de piano, waarna de apotheose in “Møte” en “Elsk” en via een melancholisch gezongen “Vond dag” naar het lyrische slot “Ved gjætle-bekken”. De vijf miniatuurtjes van op. 26 (1876) – ieder niet langer dan twee en een half minuut – zijn inniger en blijhartiger. Ook hier de ongekunsteldheid en desalniettemin diepgang. Luister naar het beeldschoon gezongen “Jeg reiste en deilig Sommerkvæld” met warme penseelstreken van Mees. De vijf liederen van op. 60 (1893) zijn het hoogtepunt van de CD. De lyriek komt voort uit een combinatie van impressionisme en naturalisme. Luister naar “Der skreg en fugl”, waarin Mees met acciaccatura’s de zeemeeuw een fraai portret geeft. Daarna het bekende wiegelied “Solveigs vuggevise” (1895), dat Grieg componeerde voor het psychologische drama ‘Peer Gynt’ van Hendrik Ibsen. Thornhill zingt het beheerst en charmant – in lijn met het edele en medemenselijke karakter van Solveig – en Mees speelt de begeleiding bespiegelend. De Duitstalige ‘Sechs Lieder op. 48’ (1889) laten de Duitse scholing van Grieg horen. De cyclus met liederen op teksten van onder anderen Heine, Goethe en Walter von der Vogelweide besluit met het bekende, extatische “Ein Traum” op tekst van Friedrich Martin von Bodenstedt. Siri Karoline Thornhill bezit een lyrische en beweeglijke sopraan met warme en eerlijke klank en zekere hoogte. De dictie in haar moedertaal is schitterend verstaanbaar en haar uitdrukkingskracht is indrukwekkend, nu eens lieflijk strelend, dan weer bijzonder weeklagend. In Reinild Mees vindt zij een uitstekende partner. Het CD-boekje bevat een uitstekend essay over het repertoire van Daniel Knaack en Erling Dahl jr. en alle gezongen teksten met Duitse en Engelse vertaling. De CD toont de mystieke wereld van de liedcomponist Grieg met zijn geheimzinnige klankkleuren uit het hoge noorden.
Ars Produktion ARS 38 545 (1CD)
***** De sopraan Gundula Janowitz beleefde dit jaar haar tachtigste verjaardag. Zij werd op 8 augustus 1937 geboren in Berlijn en studeerde zang in de Oostenrijkse plaats Graz. Haar debuut bij de Wiener Staatsoper maakte zij op 8 februari 1960 als Barbarina in ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart en haar grote rollen in de Wiener Staatsoper waren van Richard Strauss de titelrol van ‘Ariadne auf Naxos’ en de Marschallin in ‘Der Rosenkavalier’ en van Mozart de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’. Wie Gundula Janowitz in februari 1996 tijdens haar concerten in Nederland nog live heeft gehoord weet haar elegante timbre, pure klank en instrumentale wijze van fraseren te waarderen. Met een bescheiden, melancholische glimlach en een lichte sprankel in haar ogen zong zij zich in de harten van de bezoekers. Gundula Janowitz gaf op 16 september 1999 – de 22e sterfdag van Maria Callas – een recital in de Herodes Atticus Odeon van Athene. Janowitz was hier 62 jaar en de opname is nu ter gelegenheid van haar 80e verjaardag op de CD ‘The Last Recital; in Memoriam Maria Callas’ uitgebracht. Zij zong er haar vaste repertoire met liederen van de drie grote S componisten Schubert, Schumann en Richard Strauss. Het recital in Athene opent toepasselijk met “Die Götter Griechenlands” en vervolgt met “Iphigenia”. Van de negen Schubert-liederen – de meesten behoorden tot haar vaste recitalrepertoire in die jaren – zijn “Der Fluss” en “Im Abendrot” het meest opmerkelijk. De liederen van Schumann kenmerken zich bij Janowitz door een breekbare benadering en een opvallende stemschoonheid. Luister naar haar delicate vertolking van “Die Lotosblume”. Van de vijf liederen van Richard Strauss bezorgt zij in “Allerseelen” kippenvel en is de schijnbaar moeiteloze vertolking indrukwekkend. Als toegift “Die Forelle” van Schubert met haar – zo markante – uiterst verstaanbare dictie. De interpretaties van Janowitz hebben een geringe afstandelijkheid, maar daardoor tevens een bijzondere melancholie. Haar vaste begeleider Charles Spencer voelt en vult haar op ieder moment op piano fantastisch aan. De CD-boekje bevat alle liedteksten, mooie foto’s en een liefdevol essay van James Jolly. Echter, Jolly noemt haar Kaiserin in ‘Die Frau ohn Schatten’ een “miscalculation”, maar schijnbaar heeft hij de live-opname ervan (label Gala) nooit beluisterd.
First Hand Records FHR56 (1CD)
***** Het vocale repertoire van de Franse componist Fernand de La Tombelle (1854-1928) is helaas verwaarloosd. Zijn moeder Louise Gueyraud was een pianostudente van Franz Liszt en Fernand zelf studeerde aan het Conservatoire de Paris contrapunt en compositie bij Théodore Dubois. Van La Tombelle namen de Griekse bariton Tassis Christoyannis en de Amerikaanse pianist Jeff Cohen op 16 en 17 januari 2017 in het Théâtre Saint-Bonnet van Bourges 23 liederen voor de CD ‘Fernand de La Tombelle; Mélodies’ op. La Tombelle schreef zijn liederen voor operazangers en dat is te horen. De romantische liederen kenmerken zich door een strofische structuur, doorgecomponeerde vorm en vaak versnellende composities, stuwend naar een climax voor de finale. En toch is het repertoire qua tekst en muziek gevarieerd. De CD opent met het serene “Hier au soir” op tekst van Victor Hugo. Het strenge “La croix de bois” wordt gevolgd door het luchtige “Les Papillons” op tekst van Gautier, dat al door tientallen componisten is getoonzet. Luister ook naar het heroïsche “Cavalier mongol” in de laat 19e-eeuwse, exotische stijl. Prachtig het “Souvenir” op tekst van zijn echtgenote, de barones Henriette Fouant de La Tombelle, ook bekend als de schrijfster Camille Bruno. Gautier motiveerde La Tombelle tot het beeldschone “Promenade nocturne”. De pianobegeleiding wordt bij La Tombelle ook nooit saai, bijvoorbeeld in “Sans toi” als een serenade-achtige gitaar. “Ha! les bœufs” is een romantische, volksliedachtige lofzang en “Chant-Prière pour les Morts de France” is doordrenkt van religieus sentiment. “Vieille chanson” is een eenkleurig, populair liedje en ook “Si le roi m’avait donné” en “La Pernette” zijn oude liedjes, die door La Tombelle werden getoonzet. Luister ook naar de klavecimbelachtige begeleiding van “Couplets de Chérubin”. In “Ballade” snoert La Tombelle opnieuw de vocale partij in een strenge structuur en treurige atmosfeer in. De CD besluit met het beeldschone “Pourquoi?”. Tassis Christoyannis en Jeff Cohen brachten vorig jaar al een uitstekende CD met liederen van Benjamin Godard uit en ook deze nieuwe CD met liederen van La Tombelle mogen zij tot een succes rekenen. De bariton van Tassis Christoyannis heeft een zeer prettig timbre en zijn Franse dictie is eersteklas en pianist Jeff Cohen is een uitstekende partner die toehoort, bijhoudt en voortduwt. Het CD-boekje bevat een aardig essay van Hélène Cao en de volledige liedteksten met Engelse vertaling. In het essay staat overigens dat de tekst van “Si le roi m’avait donné” van Henri IV is, maar bij de liedtekst staat “auteur inconnu”. De opusnummers of jaartallen van compositie worden in het boekje helaas niet vermeld. Desalniettemin een fraai huldebetoon aan een veronachtzaamde componist!
Aparte AP148 (1CD)
**** De carrière van de Nederlandse tenor Peter Gijsbertsen zit in de lift. Zo zingt hij eind 2017 bij de Scottish Opera de rol van Alfredo in ‘La Traviata’ in een productie van David McVicar onder leiding van dirigent David Parry. Gijsbertsen nam voor het label Phaedra midden 2015 al een veelgeprezen CD met liederen van Schubert op en stond tussen 22 en 28 december 2015 in de Blauwe zaal, deSingel – International Art Campus te Antwerpen voor een nieuwe CD ‘Ich Trage Meine Minne; Songs by Richard Strauss (1864-1949)’. De 26 liederen op de CD zijn in chronologische volgorde van compositie gerangschikt. De CD opent met de vier populaire liederen van de ‘Acht Gedichte op.10’. Luister naar “Allerseelen” met “Es blüht und duftet heut auf jedem Grabe” op één adem en het slot waar de stem van Gijsbersten plots als een bloem opengaat. Daarna uit de ‘Sechs Lieder op.17’ het bekende “Ständchen”. Vervolgens de complete cyclus met vijf liederen ‘Schlichte Weisen op.21’ met mooie lijnen van Gijsbertsen in “Ach Lieb’, ich muss nun scheiden”. De ‘Vier Lieder op.27’ opent met “Ruhe, meine Seele!” waarin het oprecht eigen geluid van Gijsbertsen indruk maakt. De cyclus besluit met het befaamde “Morgen!” en er lijkt een click te zijn tussen “sie wieder einen” en “inmitten dieser sonnenatmenden Erde…”. Uit de ‘Drei Lieder op.29’ zingt hij “Traum durch die Dämmerung” en de CD wordt voltooid met de twee complete cycli ‘Fünf Lieder op.32’ en ‘Sechs Lieder op.37’. Peter Gijsbertsen is een muzikale zanger en zijn uitspraak van het Duits is goed. Het valt tijdens lange noten op dat zijn tenor soms nog de neiging heeft weg te lopen. De Vlaamse pianist en musicoloog Jozef De Beenhouwer weet goed raad met de grote, romantische geste van Richard Strauss. Een sfeervolle CD!
Phaedra PH 292035 (1CD)
**** De Zwitserse sopraan Maya Boog en Weense pianist Michael Lakner gaven op 16 augustus 2015 een recital in de Trinkhalle van Bad Ischl. Het recital is onder de titel ‘Verlangen’ op CD verschenen en bevat 19 liederen van drie componisten van het fin de siècle die voldaan zijn van begeerte, smachten en erotische obsessie. De ‘Sieben frühe Lieder’ zijn de enige van de 90 liederen voor zang en piano van Alban Berg die tijdens zijn leven gepubliceerd werden. Prachtig verklinkt Maya Boog de vervoering in de liederen, die Berg op zijn 20e onder de mentorschap van Arnold Schoenberg componeerde. Luister naar het fraaie non-vibrato “ein Hauch vom fernen Hain” in “Nacht”, waar Debussy om de hoek komt kijken. Op de extase in “Die Nachtigall” en de euforie in het centrale lied “Traumgekrönt” volgt de vermoeidheid. Luister naar haar uitgeputte “so reich an Sehnsucht” in “Liebesode”. Het is de vermoeienis na de grote, lichamelijke liefde en het liefdesgeluk van een vervulde tweeëenheid. Richard Strauss liet 150 liederen na en zijn vier liederen van ‘Mädchenblumen op.22’ op tekst van Felix Dahn dateren uit 1886/1888. De liederen zijn vaak veronachtzaamd vanwege de hoge ligging en de zekere mate van sentimentaliteit. De vergelijking van meisjes met bepaalde bloemen doet inderdaad gedateerd aan. Maar Maya Boog zingt de liederen zilverig, zachtmoedig en bekoorlijk met legato-lijnen. De zeven ‘Brettl-Lieder’ van Arnold Schönberg uit 1901 brengen de humor en ironie van de operazangeres Maya Boog tot uiting. Michael Lakner leeft zich op piano uit in de rijkelijk georkestreerde klankschilderingen, zoals het spinnen van de kat in “Der genügsame Liebhaber”, het waaien van de wind in “Einfältiges Lied” en het schallen van de trompetten in “Jedem das Seine”. Als toegift “Ständchen” van Richard Strauss. Een opwindend programma!
CPO 777 976-2 (1CD)