Michel Gobets, tenor (1905 – 1945) deel 3

1937
Michel Gobets zou lid zijn geweest van het in 1937 door Felix de Nobel opgerichte koor ‘Pro Musica’, dat bij de eerste openbare uitvoering in Haarlem in 1939 de naam ‘Het Nederlandsch Kamerkoor’ gebruikte. Dit koor kende aanvankelijk vele grote solisten onder zijn leden, zoals Frans Vroons, Theo Baylé, Greet Koeman, Annie Hermes en Corry Bijster.

Ter gelegenheid van het aanstaande huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana en Z.D.H. Prins Bernhard werd op 5 januari 1937 door de Vereeniging Joodsch Gemeentebelang een Oranje-avond voor Joodsch Rotterdam georganiseerd in het Gebouw Lybelle. Het Amsterdamsche Joodsche Koor verleende hier zijn medewerking onder leiding van Sam Englander, waarbij Michel Gobets als solist optrad (Nieuw Israelietisch weekblad 1-1-1937).

Gobets was op 20 januari voor de VARA-radio te horen tijdens een operaconcert door de Haarlemse Orkest-Vereniging onder leiding van Frits Schuurman naast de sopraan Hélène Ludolph, de alt Ans Stroink en Otto Couperus (De tribune 19-1-1937).

Op 5 maart trad Gobets op voor de VARA-radio in een programma van ruim een uur met het VARA-grootorkest (De tribune 4-3-1937).

Gobets zong op 7 maart met het Amsterdamsche Joodsche Koor in Brussel onder leiding van Sam Englander in een a-capella concert onder de auspiciën van het Europeesch Kunst Agentschap (E.K.A.):

Waarboven de lenige soli van de heeren Michel Gobets en Jo Rabbie zwierig uit opklinken (De Telegraaf 11-3-1937)

Het programma werd op 8 maart in Antwerpen herhaald (Nieuw Israelietisch Weekblad 26-2-1937).

Gobets was op 15 maart solist bij de zangvereniging Kunst en Strijd in de grote zaal van het Concertgebouw van Amsterdam in de opera ‘Acis and Galathea’ van Händel naast de sopraan Corry Bijster, de bas Hendrik Koning en dirigent Sam Hollander:

Michel Gobets’ zang en voordracht bleken te larmoyant, te zeer op het uiterlijk effect berekend (Algemeen Handelsblad 16-3-1937)

Michel Gobets met zijn mooie stem komt nog te kort aan eigen scheppend sentiment (De Tijd 17-3-1937)

Gobets verving de tenor Harm Smedes in die week voor een Schubert-avond in Heerenveen. Daar werkte hij mee aan een uitvoering van het ‘Stabat Mater’ en ‘Mis Nr 6 in Es-groot’ door het Gemengd Koor van Heerenveen en het Gooisch Symphonie-Orkest onder leiding van H. Overdiep. De overige solisten waren de sopraan Di Teves-Moorlag, de alt Doe Haasdijk en de bas Laurens Bogtman:

Michel Gobets beschikt over heel goede stemmiddelen, maar beheerscht zich nog te weinig. Een sterke neiging heeft hij te veel “uit te pakken”. Zelfs in de ensemble-nummers domineert hij nog te veel. Zijn aandeel in het “Benedictus” en in het duetto, No. 4 van het ‘Stabat Mater’, vonden wij nog het best (Leeuwarder Courant 20-3-1973)

Michel Gobets, die mr. Harm Smedes verving, heeft een sterk en buitengewoon omvangrijk geluid. Een rastenor, die zich echter in dit milieu minder goed wist aan te passen. Hij domineerde en zijn geluid stond teveel van dat der anderen afgezonderd (Nieuwsblad van Friesland 22-3-1937)

Op zondagavond 21 maart was Gobets te horen in het oratorium ‘Judas Maccabäus’ van Händel in het Concertgebouw van Amsterdam bij de Gemengde Zangvereeniging ‘Zang en Vriendschap’ naast Corry Bijster, de alt Tine de Lorme en Otto Couperus. Zij werden begeleid door de Nieuwe Amsterdamsche Orkestvereeniging onder leiding van Nico van der Linden:

Michel Gobets, lyrisch tenor, wijdde met groot succes zijn zangkunst en voordracht aan Judas’ heldenzang (De Tijd 23-3-1937)

Gobets werkte op woensdagavond 7 april mee met een concert van het Amsterdamsche Joodsche Koor in de Hollandse Schouwburg van Amsterdam. Dirigent Sam Englander had een programma samengesteld uit Joodsche liederen, Oost-Joodsche-Chassidische en Palestijnsche volksliederen, waarvan vele met soli door Gobets en Jo Rabbie:

waar hoort men Michel Gobets glansrijker dan in dit milieu? (De Tijd 9-4-1937)

De solist Michel Gobets’, wie deze solo wel het beste ligt, voldeed aan dezen wensch onder grooten bijval (Nieuw Israelietisch weekblad 9-4-1937)

Op 12 april was Gobets opnieuw te horen in ‘Judas Maccabäus’ in het Concertgebouw van Amsterdam, nu bij het Stem des Volks en de versterkte kamerorkestvereeniging Amsterdam onder leiding van Antoon Kerlage en met als overige solisten de sopraan To van der Sluys, de alt Jo van de Meent-Walter en de bas Johan Lammen:

Maar noch Johan Lammen, noch Michel Gobets stonden in vocaal en artistiek opzicht boven hun taak — voor de, inderdaad héél zware, partij van den Judas is Gobets’ stem en voordracht toch niet toereikend (Algemeen Handelsblad 13-4-1937)

De tenor Michel Gobets heeft weliswaar een mooie stem, maar dit keer schoot hij ln uitbeeldingskracht wel wat te kort (De Tribune 14-4-1937)

Gobets verzorgde op donderdag 22 april in het Muziek-Lyseum van Amsterdam een avond met Duitse, Finse, Jiddische, Spaanse, Russische en Italiaanse volksliederen (Het Volksblad 20-4-1937).

Op zondag 23 mei trad Gobets met het Amsterdamsche Joodsche Koor onder leiding van Sam Englander op voor de liefdadigheidsinstelling De Joodsche Invalide in het programma “Een millioenenwerk van Barmhartigheid” tijdens een Phohi-Radiouitzending (Nieuw Israelietisch Weekblad 28-05-1937).

Gobets was op 28 december 1937 te horen tijdens het gouden jubileumconcert van het mannenkoor Liedertafel Amstel’s Werkman in het Concertgebouw van Amsterdam. Begeleid door het Zaans Kamer Orkest onder leiding van Johan Brands en naast de alt Jo Immink zong Gobets de tenor-soli in ‘Die Allmacht’ van Schubert in de bewerking van mevr. Hans Weisz (!) Verder zong Gobets nog aria’s en liederen:

Ook Michel Gobets bewoog zich in de klassieke kunst met twee aria’s uit Mozèrt’s „Zauberflöte”, waarna „Der Wanderer” en „Nachtstück” van Schubert, insgelijks begeleid door het orkest. By de uitvoering van dit program liet de zanger ons ruimschoots van zijn sonore stem genieten (De Tijd 28-12-1937)

1938
Gobets stond op 2 januari 1938 in de studio in Hilversum voor opnamen van hoogtepunten uit de opera ‘Les Pêcheurs de Perles’ van Bizet. Naast Gobets in de rol van Nadir waren de overige solisten Otto Couperus als Zurga, Corry Bijster als Léïla en Johan Lammen als Nourabad.

Het Amsterdamsche Joodsche Koor gaf op woensdagavond 12 januari onder leiding van Sam Englander een concert in het gebouw ‘Casino’ met medewerking van de solisten Michel Gobets en Jo Rabbie (Nieuw Israelietisch weekblad 26-11-1937).

Ter viering van het 35-jarig bestaan van de gemengde zangvereniging ‘Zang en Vriendschap’ verleende Gobets eind maart 1938 zijn medewerking aan een uitvoering in de Grote Zaal van het Concertgebouw te Amsterdam van ‘Die Jahreszeiten’ van Haydn. De Nieuwe Amsterdamsche Orkestvereeniging stond onder leiding van Nico van der Linden en overige solisten waren Corry Bijster en Johan Lammen:

Michel Gobets voelde zich volkomen thuis in Lucas’ lyriek […] Als ’n mooie geste mag vermeld worden, dat de oudste inwoonster van Amsterdam, de 101-jarige Mevrouw v. d. Vecht, met de overige verpleegden uit het tehuis voor ouden van dagen „Huize Avondrood” dit concert mochten bijwonen (De Tijd 29-3-1938)

Gobets was op 29 maart in Haarlem solist tijdens een Beethoven-concert naast Hélène Ludolph, Ans Stroink en Otto Couperus (De Telegraaf 29-3-1938).

Het Amsterdamsche Joodsche Koor gaf op zondagavond 3 april onder leiding van Sam Englander voor de Nederlandsche Palestina-centrale van de Ag. Jisroeil in Diligentia een concertavond. Michel Gobets en Jo Rabbie traden hierbij als solisten op. Het batig saldo van de avond kwam ten goede aan de Hachsjoro te Enschede (Nieuw Israelietisch weekblad 1-4-1938).

Gobets was op woensdag 11 mei één van de solisten in een uitvoering van de ‘Missa Solemnis’ van Beethoven bij het Rotterdamsche Arbeiderskoor ‘De Stem des Volks’ in de Doelenzaal te Rotterdam. Het Utrechtsch Stedelijk Orkest stond onder leiding van Hendrik Altink:

Wat de solisten betreft waren behalve de als steeds voortreffelijke To van der Sluys de alt Ria Focke, de tenor Michel Gobets en de bas Johan Lammen bepaald te waarderen, vooral in hun samenzang (Algemeen Handelsblad 12-5-1938)

Het Amsterdamsche Joodsche Koor stond op woensdag 1 juni onder leiding van Sam Englander voor de VARA-microfoon, waarbij Michel Gobets en Jo Rabbie als solisten optraden (Nieuw Israelietisch weekblad 27-5-1938).

Gobets zong op 7 november in het Concertgebouw van Amsterdam in het oratorium ‘Belshazar’ van Händel. Het zangvereniging Stem des Volks en het Utrechtsch Stedelijk Orchest stonden onder leiding van Antoon Kerlage:

Solisten waren ditmaal To van der Sluys, Ans Stroink, Michel Gobets en Otto Couperus. Ook zij schenen van den dramatischen stijl nog niet volmaakt doordrongen, al kan men voor hun vertolking ten aanzien van de expressie wel tevreden zijn (Algemeen Handelsblad 8-11-1938)

Michel Gobets, met klankrijke en uitmuntend aansprekende stem, presenteerde ook in voordracht, den verwaten heerscher Belsazar (De Tijd 9-11-1938)

Het anti-Joodse geweld van de Kristallnacht van 8 op 9 november 1938 in Duitsland haalde in Nederland een streep door het groeiend aantal vluchtelingen uit Duitsland. De Nederlandse regering dwong de Joodse gemeenschap om vluchtelingen in het kamp Westerbork onder te brengen. Dit kamp werd later gebruikt als doorgangskamp naar de vernietigingskampen.

Michel Gobets was op 22 november te horen in de ‘Mis in C’ en de ‘Negende Symphonie’ van Beethoven in de Harmonie te Leeuwarden. Het Leeuwarder Toonkunstkoor Concordia en de Groninger Orkest Vereeniging stonden onder leiding van George Stam en de overige solisten waren José Candel, Annie Hermes en Laurens Bogtman:

Michel Gobets kon ons minder bekoren. Zijn geluid mist de beheersching en de afwerking en in deze omgeving kwam zijn zang niet op zijn fraaist tot zijn recht (Nieuwsblad van Friesland 23-11-1938)

De tenor Michel Gobets liet zich wel eens iets te veel gelden (Leeuwarder courant 23-11-1938)

Op woensdagavond 30 november gaf het Amsterdamsche Joodsche Koor onder leiding van Sam Englander in de Hollandsche Schouwburg een concert met medewerking van de solisten Michel Gobets en Jo Rabbie. Het drieledig programma stond uit Synagogale gezangen, Oost-Europeesch- Joodsche en Palestijnsche volksliederen. Onder andere werd ten gehore gebracht een compositie van psalm 150 van de Amsterdamse componiste Reine Colaço Osorio-Swaab, wier zoon tijdens de Tweede Wereldoorlog in Dachau zou worden vermoord:

Michiel Gobets heeft de neiging zijn van nature mooi geluid te forceren; met wat grooter vocale discretie zou de zanger stellig meer kunnen bereiken (Algemeen Handelsblad 1-12-1938)

1939
Michel Gobets zong op 6 februari 1939 in de cantate ‘L’Enfant Prodigue’ van Debussy tijdens het Veertiende Volksconcert in Tivoli Utrecht. Het Utrechtsch Stedelijk Orchest stond onder leiding van Antoon Kerlage. Corry Bijster en Otto Couperus waren de andere solisten:

Michel Gobets, goede dictie, iets te weinig buigzame stem (De Gooi- en Eemlander 7-2-1939)

Gobets zong op maandag 24 april tijdens de jaarlijkse uitvoering van de zangvereniging ‘Kunst en Strijd’ in het oratorium ‘Saul’ van Händel. Het Utrechtsch Stedelijk Orchest stond onder leiding van Sam Englander en de Corry Bijster, de alt M. Muller en Johan Lammen waren de andere solisten. De uitvoering vond plaats in de nieuwe concertzaal van Bellevue te Amsterdam, die ingrijpend verbouwd was tot amusementspaleis. Het bevatte vijf zalen – uitlopend in de Marnixstraat – en het restaurant Paloni. Bellevue was in die jaren het meest populaire theater van Amsterdam:

De solisten, Corrie Bijster, sopraan — met stralende stem vooraan — Michel Gobets — mooi van toon — en Johan Lammen — sonore bas, deelden — misschien onbewust — allen in de bedoelde onbewogenheid (De Tijd 26-4-1939)

Het Amsterdamsche Joodsche koor zong op 5 juni voor de Britse BBC radio. Het koor bracht onder leiding van Sam Englander en met solistische medewerking van Michel Gobets en Jo Rabbie naast synagogale gezangen ook Oost-Europees-Joodse en moderne, Palestijnse volksliederen ten gehore (Zaans volksblad 31-05-1939).

Ter gelegenheid van het Joods Nieuwjaar zong het Amsterdamsche Joodsche Koor onder leiding van dirigent Sam Englander op maandag 25 september 1939 in Hilversum voor de radio. Dit optreden werd uitgezonden in Engeland en Amerika (NBC). De uitzending werd op aluminium platen opgenomen door de Radio Recording Studios Broadway in New York. Michel Gobets is te horen in de compositie “Ki Lekach Tov” van Englander:

Van bijzondere kwaliteit was de solo van Michel Gobets. Een stuk muziek, dat leefde, dat één werd met den imponeerenden tekst, die door alle zangers volkomen begrepen moet zijn, om zulk een weergave te kunnen geven. Gobets was hier zeker in zijn element; de muziek is als voor hem geschreven en dezen avond greep hg allen, die hem hoorden, aan. Dit concert, dat reeds een bijzonder aspect had door de uitzending naar Amerika, groeide uit tot een grootsche gebeurtenis. Dirigent Englander kan met groote voldoening terugzien op deze uitzending, die voor hem en elk zijner koristen een evenement is geworden, niet in het minst voor Jo Rabbie en Michel Gobets (Nieuw Israelietisch weekblad 27-09-1939)

Met de alt Suze Luger zong Gobets op donderdag 16 november fragmenten uit de opera ‘Carmen’ van Bizet in de Stadgehoorzaal te Leiden. Het Leids gemengd koor voor Maatschappij voor Toonkunst en het Residentie-Orkest stonden onder leiding van Frits Schuurman:

Kweten de solisten Suze Luger en Michel Gobets zich met toewijding van hun taak (Het Vaderland 18-11-1939)

Michel Gobets verleende op zondag 10 december 1939 zijn medewerking aan een Chanoekah-avond in de grote zaal van het American Hotel te Amsterdam aan den vleugel begeleid door mejuffrouw B. Pimentel (Nieuw Israelietisch weekblad 8-12-1939).

1940
GobetsMichelHoffmann
Michel Gobets maakte op 10 januari 1940 zijn debuut bij het net opgerichte gezelschap ‘De Nederlandsche Opera Stichting’ in hun tweede productie in de titelrol van ‘Les Contes d’Hoffmann’ van Jacques Offenbach. Andere solisten waren Gré Brouwenstijn, Greet Koeman, Frans Vroons en Judith Toff en dirigent was Johannes den Hertog:

om ons tot de sterke plaatsen te bepalen: den Hoffmann vooreerst van Michel Gobets die, schoon misschien méér een Rodolphe dan een getourmenteerden Hoffmann, momenten had van waarlijke ontroering en prachtige teedere lyriek (De Telegraaf 11-01-1940)

Zoo meenen wij dat de hoofdrol, die aan Michel Gobets was toevertrouwd, in hem wel een zanger, maar niet een acteur van het juiste formaat vond (De Maasbode 11-01-1940)

men had te kampen met een indispositie, die Michel Gobets, die de rol van Hoffmann vervulde, had overvallen (De Tijd 11-01-1940)

De carrière van Michel Gobets was op zijn hoogtepunt. Maar op 10 mei 1940 zouden de Nazi’s Nederland, België en Luxemburg binnenvallen en de overrompelde bevelhebber van de Nederlandse Strijdkrachten tekende al op 15 mei 1940 de capitulatie. Voor de Nederlandse Joden – tot dan toe in Nederland een getolereerde en niet-vervolgde gemeenschap – en voor de carrière van Michel Gobets zou dit een vernietigende klap betekenen.