ALGEMEEN

1. Is de productie onderscheidend of spraakmakend?
– ‘Einstein on the Beach’ van Philip Glass (1937, Baltimore) werd na de première op 25 juli 1976 op het Avignon Festival in Frankrijk een succes. Dezelfde makers van destijds zijn nu 36 jaar later met dezelfde productie op tournee, die op 20 januari 2012 begon met de première in Ann Arbor Michigan en vervolgens langs Montpellier, Reggio Emilia, Barbican Londen, Toronto, Brooklyn New York, Berkeley California en Mexico City uiteindelijk in Amsterdam is beland. Met hoge verwachtingen is naar de voorstelling uitgekeken. ***

2. Is de productie artistiek innovatief?
– In 1976 was ‘Einstein on the Beach’ vernieuwend. Multi-media artiesten hadden de opera-instituten en hun visie op opera dood verklaard en toonden een nieuwe visie op muziektheater. ‘Einstein on the Beach’ is een product van die tijd, maar blijkt niet tijdloos. De minimalistische muziek van ‘Einstein on the Beach’ is op haar beste momenten hypnotiserend en mysterieus, maar voornamelijk statisch, simpel en saai. Zij is makkelijk toegankelijk en intellectueel niet erg uitdagend. *

3. Zijn er Nederlanders betrokken bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)?
– Er is geen Nederlandse betrokkenheid bij ‘Einstein on the Beach’.

4. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot zaalcapaciteit?
– Alle voorstellingen zijn uitverkocht. Philip Glass is populair bij het grote publiek, ook al is het alleen vanwege zijn filmmuziek voor ‘The Hours’ en ‘Notes on a Scandal’. Men kan de zaal tijdens de voorstelling in- en uitlopen en dat gaat ten koste van de concentratie van het publiek. Na de tweede akte was de zaal nog maar voor de helft gevuld, aan het einde was zo’n 90% weer terug. 
***

DRAMATURGISCH

5. Wordt er een verhaal verteld?
– In ‘Einstein on the Beach’ wordt geen verhaal verteld. De tekst bestaat uit citaten, solfège lettergrepen en getallen, die de ritmische structuur van de muziek uittellen. **

6. Komt de enscenering overeen met het libretto?
– Regisseur Robert Wilson illustreert de opgenomen geluidsfragmenten en de muziek van Glass met collages van niet erg origineel materiaal. ***

7. Hoe is de integratie regie – muziek?
– De rituele dansen en minimalistische decors passen bij de statische en eenvoudige muziek van Glass. ***

8. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving?
– ‘Einstein on the Beach’ is een mélange van multi-media, die in de jaren zeventig zo populair was. Emotionele uitdrukkingskracht heeft het allemaal niet. ***

MUZIKAAL

9. Is men trouw aan de muziek of zijn er veranderingen?
– De vier akten worden volledig gespeeld in vier uren zonder pauze. ***

10. Zijn de zangers rollendekkend?
– ‘Einstein on the Beach’ bevat zangpartijen voor twaalf ongetrainde zangers. ***

11. Is de dirigent betrokken bij het podium?
– Dirigent Michael Riesman heeft zich sinds het begin ingezet voor ‘Einstein on the Beach’. Hij dirigeerde de wereldpremière in 1976, de opnamen in 1979 en 1984, de reprise in 1992 en nu weer deze herneming. ****

12. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid?
– Glass reserveert zijn muziek exclusief voor zijn eigen Philip Glass Ensemble en musici die hen bekend zijn. De basale instrumentatie is typisch jaren zeventig en bestaat uit elektronisch toetsenbord en houtblazers. Violist Antoine Silverman speelt de rol van Einstein ogenschijnlijk zonder positiewisselingen. De concentratie die de uitvoerenden kunnen opbrengen is indrukwekkend. ****

Sinds ‘Einstein on the Beach’ is echter de muziek van Philip Glass geëvolueerd en schreef hij ruim 20 opera’s. Het is jammer dat DNO niet de recentere en interessantere opera’s van Glass opvoert, zoals ‘Kepler’ en ‘Waiting for the Barbarians’. ‘Einstein on the Beach’ kan in elk geval weer voor de komende 20 jaar de kelder van het museum in.