MUZIKAAL

1. Is men trouw aan de muziek of zijn er veranderingen?
– De opera ‘Guillaume Tell’ van Gioacchino Rossini (1792 – 1868) was bij de première in 1829 een absolute mislukking. Het publiek verliet tijdens de voorstelling al snel de zaal en Rossini zou daarna nooit meer voor het toneel schrijven. DNO speelt nu ‘Guillaume Tell’ met enkele coupures. 
****

2. Zijn de zangers rollendekkend?
– De Italiaan Nicola Alaimo in de titelrol heeft een prachtige bariton, maar zou de partij nog wat vuriger mogen zingen. Voor Mathilde is de prachtig lyrische coloratuursopraan Marina Rebeka geëngageerd, die voor de derde akte in de laagte helaas “body” mist. En dat de Amerikaanse tenor John Osborn gezien wordt als de grote Arnold van dit moment zegt wellicht iets over de deplorabele staat waarin opera verkeert. De Italiaanse bas Marco Spotti maakt vocaal de meeste indruk als Walter. 
***

3. Is de dirigent betrokken bij het podium?
– Zoals men bij DNO al kon horen in ‘Il Turco in Italia’ is Rossini een vak apart. Paolo Carignani dirigeerde in 2007 een uitstekende ‘Lucia di Lammermoor’ van Donizetti en ook ‘Guillaume Tell’ is bij hem in veilige handen. Hij geeft elke inzet aan, zijn tempi zijn goed gekozen en de klank is helder. Alleen zou hij de contrasten nog kunnen vergroten. 
****

4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid?
– Het Nederlands Philharmonisch Orkest zorgt voor een uitstekend samenspel en Carignani houdt het orkest en koor goed bij elkaar. De knullige danspasjes van het koor komen hun zang echter niet ten goede. 
****

DRAMATURGISCH

5. Wordt er een verhaal verteld?
– In ‘Guillaume Tell’ ontwikkelt zich alles in een tergend traag tempo. Deze traagheid wordt door Pierre Audi uitvergroot met zijn statisch frontaaltheater, gebrek aan overzicht en sporadische interacties en hij is derhalve niet de juiste regisseur voor dit werk. Des te opmerkelijker is het, dat deze ‘Guillaume Tell’ een coproductie is met de Metropolitan Opera van New York, waar Audi’s ‘Attila’ in 2010 unaniem met de grond gelijk werd gemaakt. 
**

6. Komt de enscenering overeen met het libretto?
– Audi doet wat er in het libretto staat, meer niet. Het enige inventieve moment is de berg met bruidsparen als gewonde slachtoffers ten teken van Geslers wreedheid aan het einde van de eerste akte. 
***

7. Hoe is de integratie regie – muziek?
– Audi doet niet erg veel met muziek, behalve het creëren van sferen door licht en decor. 
***

8. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving?
– Het decor is buitensporig en van de kosten had men waarschijnlijk de Reisopera voor een aantal jaren overeind kunnen houden. De changementen met rijdende decorstukken bij open doek ogen klungelig, het geklauter op en af de obligatoire stellages is onrustig, vermoeiend en afunctioneel. Wel is voor het eerst vanaf de meeste plaatsen in de zaal nu eens goed het hele decor te overzien. 
***

ALGEMEEN

9. Is de productie onderscheidend of spraakmakend? 
– ‘Guillaume Tell’ wordt zelden gespeeld, omdat het werk hoge eisen stelt aan de zangers en publiek. Dat is een reden om de productie te gaan bezoeken. Voor de meeste voorstellingen zijn er bovendien nog volop kaarten verkrijgbaar. 
****

10. Is de productie artistiek innovatief?
– De enscenering van Pierre Audi zou je traditioneel kunnen noemen, maar eigenlijk is het ouderwets. Veelal is het een déjà vu: “in welke Audi-enscenering zag men dit eerder?” 
**

11. Zijn er Nederlanders betrokken bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)?
– De enige Nederlandse betrokkene is de alt Helena Rasker, die een prachtige bijdrage levert als Hedwige. Het is belachelijk dat haar scène in de vierde akte is gecoupeerd, waardoor het gedeelte na de tweede pauze trouwens nog maar een mager half uur duurt. 
**

12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit?
– De zaal was bij de première voor 98% gevuld. 
*****

‘Guillaume Tell’ ging bij DNO in première op de dag dat Koningin Beatrix aankondigde in 2013 na 33 jaar troonsafstand te doen. De vraag liet zich bij de première stellen of Pierre Audi zich aan zijn belofte zal houden in 2013 na 25 jaar afstand te doen van zijn troon.