© Rossen Donev

Genoeglijke ‘Falstaff’ bij Internationale Opera Producties

De enscenering van ‘Falstaff’ bij Stichting Internationale Opera Producties is traditioneel, amusant en onderhoudend.

‘Falstaff’ is de laatste opera die Giuseppe Verdi (1813 – 1904) componeerde. Samen met zijn librettist Arrigo Boito paste hij de toneelstukken ‘The Merry Wives of Windsor’ en ‘Henry IV’ van William Shakespeare aan en er ontstond een verhaal over de ridder John Falstaff, die twee getrouwde vrouwen probeert te versieren, die op hun beurt hem voor zijn ontucht in de val lokken. Verdi illustreerde het verhaal met heerlijk opwindende en vloeiende muziek. Ook al werd de opera bij de wereldpremière op 9 februari 1893 in het Teatro alla Scala in Milaan met enthousiasme ontvangen, eigenlijk het werk is nooit een populair succes geworden.

De productie van ‘Falstaff’ bij de Stichting Internationale Opera Producties (SIOP) heeft veel sterke elementen. De Italiaanse regisseur Giulio Ciabatti laat het er met eenvoudige middelen (decorontwerp van Platon Bardhi, kostuumontwerp van Marco Nateri) heel mooi uitzien. Het is traditioneel, speels, geestig en onderhoudend. Dirigent Stefano Seghedoni leidt het koor en orkest van de Staatsopera van Varna (Bulgarije) prima. Seghedoni dirigeerde eerder al een muzikaal sprankelende ‘Il Barbiere di Siviglia’ bij SIOP en verklinkt hier de eindeloze verscheidenheid aan ritmen, melodieën, harmonieën en orkestrale structuren en kleuren fraai. Het septet in de tweede scène en de lastige fuga in de finale houdt hij goed in de hand.

‘Falstaff’ is een ensemble-opera en de twee herentrio’s en het dameskwartet bestaat uit aantrekkelijke, lichte, slanke stemmen. De Italiaanse bariton Alfio Grasso was bij SIOP eerder te horen als onder meer Nabucco, Rigoletto en Scarpia en zingt de rol van ‘Falstaff’ met een rijpe bariton. Hij acteert met humor, begrip en hij wordt nooit onsympathiek. De jonge dames zingen licht, lyrisch, gepunteerd en met onderdrukt gelach. De jonge Bulgaar Ivaylo Mihaylov heeft een mooie lyrische tenor voor de rol van Fenton en ook de Italiaanse sopraan Maria Abbate als zijn geliefde Nannetta heeft een prachtig lyrisch geluid. Hun korte en vluchtige liefdesscènes klinken fris.

De Jupilerzaal van het schitterende Chassé Theater in Breda was voor ruim een derde gevuld – in de zaal passen maar liefst 1430 personen – en het publiek reageerde aan het einde terecht enthousiast op de productie.