april 2014
***** De Britse heldenbariton James Rutherford is pas begin 40 en is op weg om één van de belangrijkste Wagnerbaritons van onze tijd te worden. Hij zingt inmiddels Hans Sachs in Die Meistersinger von Nurnberg’ (Bayreuth, Weense Staatsopera, Glyndebourne), de titelrol in ‘Der fliegende Hollander’ (Hamburg) en Wolfram in ‘Tannhäuser’ (San Francisco). Van deze drie rollen zingt de bariton fragmenten op zijn nieuwe recital CD ‘James Rutherford sings Wagner’. Hij opent de Wagner CD met een indrukwekkende vertolking van de openingsaria “Die Frist ist um” van de Holländer. Het hele scala van het broeige recitatief via diens turbulente geldingsdrang naar de hernieuwde kracht brengt Rutherford fantastisch tot uiting. Daarna laat de bariton horen dat hij ook in het lyrische Wagnerrepertoire thuis is. “Blick ich umher” en “O du mein holder Abendstern” uit ‘Tannhäuser’ bezitten hartstocht. De monologen “Was duftet doch der Flieder” en “Wahn! Wahn! Überall Wahn!” van de bemiddelaar en voorspeller Hans Sachs laten een uitzonderlijke autoriteit horen voor een jonge zanger. Daarnaast zijn er fragmenten van rollen, die Rutherford in de toekomst op het programma zal nemen: de solo “Du fürchterliches Weib!” van Telramund uit de tweede akte van ‘Lohengrin’ verbitterd vol zelfhaat en verwijt, “Ja! Wehe! Wehe! Weh’ über mich!” van de gekwelde Amfortas in ‘Parsifal’ en tenslotte vol leed Wotans Abschied uit ‘Die Walküre’. De bariton van Rutherford doet qua viriliteit, weelderigheid en presentatie denken aan de stem van George London. Het Bergen Philharmonic Orchestra speelt ronduit fantastisch en werd door de Amerikaanse Andrew Litton – sinds 2003 chefdirigent van het orkest – de afgelopen jaren al geleid in grote opera’s als ‘Fidelio’, ‘Die Liebe der Danae’, ‘Die agyptische Helena’ en ‘Der fliegende Hollander’. Alleen in de fragmenten uit ‘Die Meistersinger von Nürnberg’ mist het spel nog enige jeu. Het CD-boekje bevat nog een essay van de bariton zelf met typisch Britse humor. Jammer alleen dat hij de Nederlandse Wagnerbas Robert Holl daarin “Höll” noemt. In april 2014 zingt Rutherford de rol van Mandryka in ‘Arabella’ bij DNO. Ga hem horen!
Bis – 2080
***** Elk project dat Edwin Rutten aanpakt, lijkt een succes te worden. Nog maar net heeft zijn ‘Ring voor Kids’ een gouden plaat ontvangen of de duizendpoot Rutten komt met de nieuwe dubbel CD ‘Mattheüs Passie‘. De ‘Matthäus Passion’ is een van de bekendste én langste composities van Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) en vertelt het lijdensverhaal van Jezus volgens het evangelie van Mattheüs. Toen Rutten aan het project begon, wilde hij de vragen beantwoorden, die hij zelf over het werk van Johann Sebastian Bach had. Hij schreef het verhaal in zijn eigen woorden en vertelde het tegen de achtergrond van de muziek van Bach. Het resultaat is een originele en geslaagde productie, waarin hij op CD1 dit verhaal van de ‘Matthäus-Passion’ vertelt en op CD2 een lezing geeft over de verschillende tempi, de soorten stemmen van de solisten, de instrumenten en de instrumentgroepen. Het één en ander wordt verduidelijkt aan de hand van muziekfragmenten van de Teldec-opname van de ‘Matthäus Passion’ uit 2001 onder leiding van Nikolaus Harnoncourt. Ruttens ‘Mattheüs Passie’ is een fraai project geworden; voor nieuwkomers om het oratorium – een woord dat overigens ontbreekt in het woordenlijstje in het CD boekje – te ontdekken en voor gevorderden om het werk via een andere weg – bij de hand genomen door Rutten – te beleven.
Warner 0825646308057
***** Op 1 juni 1951 verzamelde zich in de BBC studio een aantal musici, dat zeer in verband stond met de opera ‘Pelléas et Mélisande’ van Claude Debussy (1862-1918), voor een uitvoering van deze opera. De opname van deze uitvoering is nu eindelijk na ruim 60 jaar uitgebracht op CD. Dirigent Désiré-Émile Inghelbrecht kende Debussy, was bij de première van ‘Pelléas et Mélisande’ aanwezig en kreeg van de componist adviezen over het uitvoeren van de opera. In het archief van France Radio bevinden zich acht complete uitvoeringen van ‘Pelléas et Mélisande’ onder leiding van Inghelbrecht, waarvan tot nu toe nog maar slechts twee zijn uitgebracht. Daar is nu deze BBC-uitgave bijgekomen. Inghelbrecht maakt het drama tastbaar en houdt de spanning vast. De licht-donkercontrasten, de ritmische vloeiendheid, de poëtische kracht en de geheimzinnige sfeer zijn opvallend. Inghelbrecht had voor de hoofdrollen een uitstekend kwartet tot zijn beschikking, dat met heldere dictie en kennis van de Franse, muzikale stijl psychologische karakterstudies geeft. Mélisande is de Belgische sopraan Suzanne Danco, de favoriete Mélisande van Inghelbrecht. Hier 40 jaar en op de top van haar carrière zijn haar warmte, breekbaarheid, eenvoud en charme betoverend. Bewonderenswaardig haar nauwkeurigheid. Een jaar later nam zij de rol op voor de plaat in de Decca-studio. Naast haar is de Franse bariton-martin Camille Maurane een ideale Pelléas. Maurane was de belangrijke Pelléas in de jaren vijftig en zestig. Met subtiele articulatie (Inghelbrecht sprak over “vloeibare medeklinkers”) en elegante stemvoering – ook al is de hoogte soms onstabiel – maakt hij van de fontijn-scène één van de meest prachtige momenten van de opvoering. Maurane nam de rol voor de plaat op twee jaren later voor Philips en in 1964 opnieuw voor Decca. De Franse bariton Henri-Bertrand Etcheverry is een legendarische Golaud. Hij had de rol in 1941 voor HMV in de studio opgenomen en is hier wellicht nog sterker, machtiger, bruusker en geweldadiger als de broer van Pelléas. De Franse bas André Vessières is stijlvol, welsprekend en ongekunsteld als Koning Arkel. De Geneviève van de Russische sopraan (!) Oda Slobodskaya en de Yniold van de Britse May Westbury vallen enigszins uit de toon. Overigens is ook de vaak gecoupeerde scène van Yniold en de herders opgenomen. De klank van de opname is uitstekend in dynamiek en de lichte ruis stoort niet. Er lijkt geen publiek aanwezig geweest te zijn, maar af en toe hoort men gehoest van de musici. Het CD-boekje bevat een essay met achtergronden over de opname en de zangers. Een opname van ‘Pelléas et Mélisande’, die thuishoort in de top vijf van de opnamen van deze opera.
Testament SBT3 1484
**** De Poolse componist Witold Lutosławski (1913-1994) behaalde zijn eerste succes in 1939 met zijn Symfonische Variaties en schreef met ‘Concerto for Orchestra’ zijn eerste grote meesterwerk in 1954. Op het Poolse label DUX verscheen vorig jaar ter gelegenheid van Lutosławski 100e geboortedag een CD met liedjes, die hij bijna allemaal vóór 1954 componeerde. De liedjes worden gezongen door de Poolse mezzosopraan Anna Radziejewska en verraden de neo-klassieke en folkloristische inspiraties, die de componist in zijn vroege periode onderging. De populaire kinderliedjes ‘Sześć piosenek dziecinnych’ uit 1947 zijn wellicht de meest bekende liedjes van Lutosławski. Zij leidden een periode van twaalf jaar in, waarin de componist een groot interesse toonde in het genre. Luister naar het geestige “Kotek”, waarin Anna Radziejewska schitterend de katachtige frasen zingt. De twee kinderliedjes ‘Dwie piosenki dla dzieci’ uit 1948 zijn kleine meesterwerkjes met eenvoud, verfijning en humor. De groepering op de CD van de ‘Srebrna szybka i inne piosenki dla dzieci‘ uit 1952 en 1953 is om onduidelijke reden helaas door elkaar gehutseld. “Pióreczko” en “Wróblek” zijn van elkaar gescheiden en zo ook de twee liederen op teksten van Agnieszka Barto. De vijf ‘Pięć pieśni’ uit 1957 laten het harmonische idioom horen, dat men van Lutosławski kent. Luister naar het geluid van de branding in “Morze”, de agressieve twist van de winden in “Wiatr”, de verschillende gemoedstoestanden van de ridders in “Rycerze” en de woede in “Dzwony cerkiewne”, uitstekend gedifferentieerd door Anna Radziejewska. De tweede CD is gewijd aan de ‘Dwadzieścia kolęd na głos i fortepian’ uit 1946. De bewerking van Poolse kerstliedjes lokten destijds verschillende reacties uit, van nieuw, onverwacht en aantrekkelijk tot respectloos. In elk geval vallen de diversiteit van de liedjes en het fraaie samenspel van zang en begeleiding op. De CD sluit af met Lutosławski’s bewerking van het Engelse volksliedje “The Holly and the Ivy” uit 1984 en laat horen, dat de Poolse componist zijn afkomst niet verloochende. Het Engels van Anna Radziejewska behoeft hier nog wat begeleiding. Haar lichte mezzosopraan is echter verder ideaal voor dit genre. De pianist Mariusz Rutkowski – onder andere prijswinnaar als beste pianist van het Moniuszko Vocalisten Concours in Warschau 2001 – is een fantastische begeleider en uitstekend thuis in deze hedendaagse stijl en taal.
DUX 0961/0962
**** Drie werken van de Amerikaanse componist Richard Danielpour (1956) zijn nu voor het eerst op CD verschenen. Op 7 mei 2005 ging zijn opera ‘Margaret Garner’ in Detroit in première met Denyce Graves als de slavin Margaret Garner en Rodney Gilfry als de plantagehouder Edward Gaines. Deze opera is helaas nooit officieel op CD verschenen, maar er bestaat een radio-opname van een integrale uitvoering uit februari 2006 in Philadelphia met de permièrebezetting. Deze opname liet al horen dat Danielpour een uitstekende componist is voor vocale muziek. De werken op deze nieuwe CD van het label Naxos zijn opgenomen tijdens liveconcerten in Nashville tussen 17 en 19 november 2011. In dat jaar had Danielpour ‘Darkness in the Ancient Valley’ geschreven, een symfonie in vijf delen, waarvan de finale “Consecration” een sopraansolo bevat. Dit deel componeerde hij voor de Israëlische sopraan Hila Plitmann, de muze van veel Amerikaanse componisten, waaronder ook Del Tredici en Corigliano. Voor haar stem componeerde Danielpour in 2011 ook al zijn oratorium ‘Toward a Season of Peace’ op een Persisch gedicht. Ook de finale van ‘Darkness in the Ancient Valley’ is gecomponeerd op een Iranese tekst. Het gaat over een vrouw die weigert wraak te nemen op haar mishandelende echtgenoot en zij is een metafoor voor het onderdrukte Iranese volk. De laatste jaren is de interesse van Danielpour in Iran toegenomen. Zijn ouders waren geboren in Iran en hijzelf woonde een jaar in het land. En deze interesse straalt door in zijn recente werken. ‘Darkness in the Ancient Valley’ is een seculaire liturgie met veel oriëntaalse klanken, melodieën en ritmen en is – zoals Danielpour het zelf zegt – een werk van “an American composer with a Middle Eastern memory.” Hila Plitmann is zoals altijd een uitstekende ambassadrice voor deze Amerikaanse, neo-romantische muziek. Het andere vocale werk op de CD is ‘A Woman’s Life’, een werk in zeven korte delen op teksten van Maya Angelou. Ze worden gezongen door de Amerikaanse sopraan Angela Brown, die ook de rol van Margarets schoonmoeder Cilla in de première van ‘Margaret Garner’ zong. ‘A Woman’s Life’ werd gecomponeerd in 2007 en schetst het traject van de jeugd naar ouderdom. Je hoort Copland, Bernstein en Barber, maar de muziek heeft niet dezelfde, directe impact als “Consecration”. De sopraan van Angela Brown heeft voor de microfoon een prominent vibrato, dat waarschijnlijk live niet zo zeer opvalt. Opmerkelijk is het overigens, dat Danielpour in het CD-boekje praat over acht gedichten, die “een perfecte cyclus maakten”, terwijl ‘A Woman’s Life’ uit slechts zeven delen bestaat. De Costa Ricaanse dirigent Giancarlo Guerrero leidt de Nashville Symphony alsof het voor hun geschreven is.
Naxos 8.559707
**** Economische belangen zorgen ervoor, dat tegenwoordig minder studio-opnamen van integrale opera’s worden gemaakt, maar liever DVDs van live-opvoeringen en recital CDs van beginnende (lees: goedkopere) zangers worden uitgebracht. Zo is op ARS Produktion de eerste solo CD van de Duitse sopraan Marie Friederike Schöder verschenen. Marie Friederike Schöder studeerde zang bij haar ouders Juliane Claus en Olaf Schöder, die les geven aan het Institut für Msik der ‘Martin-Luther-Universität’ te Halle-Wittenberg. Vanaf 2006 zong Marie Friederike Schöder aan het Nordharzer Städtebundtheater van Halberstadt en van 2009 tot 2013 was zij lid van het ensemble van de opera van Halle. Zij is een echte lyrische coloratuursopraan met een mooie, egale en beweeglijke stem. Hoogtepunten van deze CD zijn “Durch Zärtlichkeit und Schmeicheln” van Blonde uit ‘Die Entführung aus dem Serail’ van Mozart, “Lascia ch’io pianga” uit ‘Rinaldo’ van Händel en “Ah! Je veux vivre” uit ‘Roméo et Juliette’ van Gounod. In “Zum treuen Freunde geh” uit ‘Martha’ van Von Flotow zingt zij zelfs nog een (dunne) hoge F. De CD eindigt helaas met een ongelukkige E in de aria “Où va la jeune Indoue” uit ‘Lakmé’ van Delibes. De dirigent Stefan Fraas leidt de Philharmonie van zijn geboortestad Vogtland plooibaar en luchtig. Het CD-boekje bevat een voorwoord van de zangeres, een essay van Daniel Knaack en biografieën. Let op: Het lukt niet de Super Audio CD op elke CD-speler af te spelen.
ARS 38 144