mei 2014 

CD van de Maand***** De Canadese bariton Gerald Finley nam al vele CDs op met liederen, maar de drie grote cycli van Franz Schubert (1797–1828) ‘Die schöne Müllerin’, ‘Schwanengesang’ en ‘Winterreise’ waren nog niet aan bod gekomen. Daar is nu verandering in gekomen met de uitgave van ‘Winterreise’ op het label Hyperion. Finley nam ‘Winterreise’ tussen 26 en 28 februari 2013 op in de All Saints’ Church te Londen en zijn vertolking van de 24 liederen is succesvol. Vanaf het begin weet Finley de juiste toon te treffen van de jongeman in de laatste fase van zijn ongelukkige ervaring in de liefde. Geleidelijk leidt de bariton de luisteraar stap voor stap naar diens tenondergang. In de laatste twaalf liederen verklinkt Finley uitstekend de somberheid, waarmee de jongeling is omgeven en de laatste liederen zijn een lezing van droefheid en schoonheid overschaduwd door de dood. Luister uiteindelijk naar zijn bleke tonen van de leegheid in “Der Leiermann”. Van de pianist Julius Drake bestonden al opnamen als begeleider in ‘Winterreise’ Ian Bostridge en Alice Coote en opnieuw laat hij zijn voortreffelijke spel horen. Telkens weer weet hij de sfeer te treffen, zoals de vermoeide passen in “Gefror’ne Tränen” met de staccato akkoorden van de prelude of de postkoets in het tussenspel van “Die Post”.  Deze opname is een schitterende uitgave, die zich zeker bij de top tien opnamen van ‘Winterreise’ kan voegen! (Hyperion CDA68034)

61zD1mRJcLL***** “The Lady is a Tramp”, “You’ll Never Walk Alone”, “Some Enchanted Evening”, Climb Ev’ry Mountain”, wie kent niet de liederen van de componist Richard Rodgers? De dubbel CD ‘With a Song in My Heart; The Songs of Richard Rodgers’ presenteert 49 interessante opnamen van liedjes, die de Amerikaanse componist schreef. De eerste CD is gewijd aan de muziek, die hij componeerde op teksten van Lorenz Hart, een Joodse tekstschrijver die Rodgers in het interbellum leerde kennen. Tijdens hun 25-jarige samenwerking droegen zij samen bij aan 35 musicals en 23 films. De dubbel CD presenteert waar mogelijk uitvoeringen van de liedjes uit de tijd waarin de werken ontstonden. De eerste opname is een opname uit 1925 van het lied “Manhattan” uit de revue ‘Garrick Gaieties’ uit hetzelfde jaar door Ben Selvin en zijn orkest, een nummer 1 hit uit die tijd. Luister ook naar opnamen van Leslie A. Hutchinson in “With a Song in My Heart” uit 1930 van de musical ‘Spring is Here’  uit 1929, Sophie Tramp in “The Lady is a Tramp” uit 1937 van de musical ‘Babes in Arms’ uit 1936 en Martha Tilton in “This Can’t Be Love” uit 1938 van de musical ‘The Boys from Syracuse’ uit hetzelfde jaar. Hollywood lonkte begin jaren dertig en leverde musical comedy films op. Luister naar Jeanette MacDonald in “Isn’t it Romantic?” uit 1932 van de film ‘Love Me Tonight’ uit hetzelfde jaar en Bing Crosby in “It’s Easy to Remember” uit 1935 van de film ‘Mississippi’ uit hetzelfde jaar. Lorenz Hart had de neiging tot depressiviteit en alcoholisme en zijn gedrag leidde vaak tot frictie met Rodgers. Kapot van de dood van zijn moeder, overleed Hart in 1943 aan een longontsteking kort nadat Rodgers hun samenwerking had stopgezet. Vervolgens begon Rodgers een samenwerking met tekstschrijver Oscar Hammerstein II. Hiermee begon het tweede deel van de fenomenale carrière van de componist. Hammerstein had met Jerome Kern al in 1927 voor het onsterfelijke ‘Show Boat’ gezorgd. Het eerste succes van Rodgers en Hammerstein was al gelijk in 1943 met de musical ‘Oklahoma!’. Luister naar de prachtige stem in opnamen van Alfred Drake in “Oh, What a Beautiful Mornin’” en “The Surrey with the Fringe on Top”, allebei uit 1943. Maar ook naar Judy Garland in “You’ll Never Walk Alone” uit ‘Carousel’ (1945), de prachtige Argentijnse zanger Dick Haymes in “It Might As Well Be Spring” uit ‘State Fair’ (1945), Ezio Pinza in “Some Enchanted Evening” uit ‘South Pacific’ (1949), Patricia Neway in “My Favourite Things” uit ‘The Sound of Music’ (1959) en uit dezelfde musical de krachtige versie van “Climb Ev’ry Mountain” door Shirley Bassey (1961). Oscar Hammerstein overleed in 1960 aan maagkanker. Met Rodgers had hij gezorgd voor het gouden tijdperk van de musical en samen waren zij goed geweest voor 34 Tony Awards en 15 Oscars. Richard Rodgers overleed in 1979. (Retrospective RTS 4223)

MI0003736317**** De Poolse componist Karol Kazimierz Kurpiński (1785–1857) componeerde zijn eerste opera ‘Pygmalion’ rond 1808. Twee jaar later vestigde hij zich in Warschau en zou tussen 1810 en 1840 chefdirigent van de Warschau Opera zijn, waar hij in 1833 het Teatr Wielki inaugureerde. Kurpiński was grondlegger van een Pools nationaal muzikale stijl en effende de weg voor de romantische periode in de Poolse muziek. Kurpiński was een productieve componist. Zo zagen in 1914 vier opera’s van hem het levenslicht en zijn er van hem in totaal maar liefst 29 operatitels bekend. Zijn opera ‘Zamek na Czorsztynie’ ging op 5 maart 1819 in het Nationale Theater van Warschau in première. Het libretto in twee akten was geschreven door Józef Wawrzyniec Krasiński z Radziejowic, Kurpiński dirigeerde zelf en zijn vrouw Zofia zong de rol van Łucja. ‘Zamek na Czorsztynie’ houdt het midden tussen het classicisme en romantiek. De ouverture en ensembles doen denken aan Mozart en in het verhaal – somber kasteel, verloren liefde – en in sommige dramatische muziek – het tussenspel – komt Weber om de hoek kijken. Poolse accenten hoort met in de polonaise van Bojomir in de eerste akte, zijn lied in de tweede akte – waarin hij Poolse helden oproept – en de cavatina van Wanda in de tweede akte. Humor tiert welig in de eerste akte in het duet van Nikita en Bojomir, het trio van Łucja, Bojomir en Nikita en het “voedselduet” van Łucja en Nikita in de eerste akte en hier voelt men Rossini meekijken. De jonge zangers op de nieuwe – wereldpremière – opname van deze opera zijn goede vertegenwoordigers van het werk. De tenor Hubert Stolarski als de ridder Bojomir, de buffo-bas Tomasz Raff als zijn metgezel Nikita, de sopraan Aleksandra Orłowska-Jabłońska als de kasteeldame Wanda, de bariton Witold Żołądkiewicz – een indrukwekkend Kaiser Overall in ‘Der Kaiser von Atlantis’ in 2012 bij de Kameropera van Warschau – als haar vader Dobrosław en de mezzosopraan Jadwiga Niebelska als de huishoudtser Łucja. Het Polska Orkiestra Sinfonia Iuventus staat onder leiding van de jonge dirigent Michał Niedziałek. Het verzorgde CD-boekje bevat een essay, synopsis, Pools libretto met Engelse vertaling en biografieën. ‘Zamek na Czorsztynie’ is geen meesterwerk en ook als zodanig waarschijnlijk niet bedoeld. Maar het is een onderhoudende en knap vervaardigde opera, die de Poolse pre-romantiek verkondigt. (Dux 0955)

51sbps0a+WL**** De Tjechische Ludmila Dvořáková werd geboren op 11 juli 1923. Gemotiveerd door haar 90e verjaardag heeft het label Supraphon een CD uitgebracht met nooit eerder op CD verschenen opnamen van haar. Dvořáková was één van de grote dramatische sopranen van haar tijd en als Tjechische een zangeres in de lijn met Emmy Destinn, Maria Jeritza en Jarmila Novotná. Haar rollen brachten haar naar alle grote operapodia van de wereld. Zo was zij tussen 1965 en 1971 in Bayreuth in zes verschillende rollen te horen. En op 12 januari 1966 maakte  zij haar debuut in de Metropolitan Opera van New York als Leonore in ‘Fidelio’ van Beethoven en gedurende drie achtereenvolgende seizoenen zong zij in de Met nog de rollen Isolde, Ortrud, Chrysothemis en Senta. Toch zijn er nauwelijks opnamen van de Ludmila Dvořáková en daarom is de nieuwe CD op Supraphon een welkome aanwinst op de CD-markt. Zo bevat de CD fragmenten uit opera’s van Richard Wagner, die zij in 1966 voor het label opnam. Uit ‘Tannhäuser’ niet een fragment van Venus (de rol die zij in Bayreuth zong), maar van Elisabeth zingt zij hier “Allmächt’ge Jungfrau” met ronde, dramatische stem. Indrukwekkend haar donkere middenstem in de fragmenten van Isolde, de rol die zij zes maal in de Met zong en waarmee zij in 1984 afscheid nam van de operabühne in Turijn. “Isoldes Erzählung” zingt zij solide zonder veel uitdrukkingskracht, maar de “Liebestod” is door de egaliteit van klank een parel. Ook “Der Männer Sippe” van Sieglinde uit ‘Die Walküre’ bruist niet van expressie, maar eigenlijk was Brünnhilde haar rol, in 1966 en 1967 in Bayreuth. Luister naar de twee fragmenten van Brünnhilde “Ewig war ich” uit ‘Siegfried’ en “Starke Scheite” uit ‘Götterdämmerung’ en het is duidelijk waarom Dvořáková één van de grote Wagnersopranen van haar tijd was. Als ‘Götterdämmerung’- Brünnhilde maakte zij in 1966 haar debuut in de Royal Opera House Covent Garden van Londen. De CD wordt aangevuld met opnamen van de Tjechoslovakische radio. Kundry’s monoloog “Ich sah’ das Kind” uit ‘Parsifal’ van Wagner – Dvořáková zong de rol in Bayreuth 1969 – ontbreekt het aan zeggingskracht, maar de drie fragmenten uit opera’s ‘Dalibor’, ‘Libuše’ en ‘Dvĕ Vdovy’ van Smetana zijn indrukwekkend. Haar middenstem doet denken aan Astrid Varnay en heeft de kwaliteit van een dramatische sopraan, zoals men nu nauwelijks nog hoort. Het orkest van het Praags Nationale Theater staat onder leiding van de dirigent Rudolf Vašata, met wie Dvořáková vanaf het begin van haar carrière – eind jaren veertig – veel heeft gewerkt. Het CD-boekje bevat een uitgebreide biografie van de sopraan. Een belangrijke CD! (Supraphon SU 4137-2)

61Y-edVplrL**** De Amerikaanse componist John Corigliano (1938) is bekend vanwege zijn opera ‘The Ghosts of Versailles’ uit 1991 en bij het grote publiek door zijn soundtrack voor de film ‘Le Violon Rouge’ uit 1998, waarvoor hij een Oscar kreeg. Verder ging in 2000 zijn compositie ‘Mr. Tambourine Man; Seven Poems of Bob Dylan’ voor sopraan en orkest in Carnegie Hall in première in een vertolking door Sylvia McNair. Een opname van het werk door het label Naxos met de Israëlische sopraan Hila Plitmann ontving in 2008 een Grammy in de categorie Best Contemporary Composition. Hila Plitmann is de muze van veel Amerikaanse componisten, waaronder David Del Tredici en Richard Danielpour. Zij heeft nu voor Naxos de compositie ‘Vocalise’ van Corigliano opgenomen. ‘Vocalise’ is een werk van ruim twintig minuten, dat de componist in 1999 schreef voor het project ‘Messages for the Millennium’ van het New York Philharmonic en dirigent Kurt Masur op de drempel van het nieuwe millennium. Corigliano gebruikt hierin versterking en electronica en integreert de media als taal in de rest van de muziek. Aan de natuurlijke, lyrische klank van de sopraan voegt Corigliano gaandeweg electronische geluiden toe. Op het moment waarop de muziek in intensiteit groeit wordt de sopraan versterkt met microfoon, waardoor haar stem directer klinkt. Vervolgens wordt de zanglijn door de electronica opgepakt en als een soort “autoreverse” herhaald. Op het hoogtepunt wordt een vol orkest gecombineerd met het voorafgaande en ontstaan er echo’s met de electronica. Daarna wordt het geleidelijk rustiger en tenslotte neuriet de sopraan in de microfoon de melodie van het begin. ‘Vocalise’ is Corigliano’s boodschap aan het publiek voor het nieuwe millennium en een boeiend werk. Hila Plimann maakt indruk met haar mooie sopraan, veelzijdigheid en muzikaliteit en het Albany Symphony staat onder leiding van David Alan Miller. Verder op de CD het concert ‘Conjurer’ voor slagwerk uit 2007. (Naxos 8.559757)

51gD8gFGppL*** De Amerikaanse mezzosopraan Kirstin Chávez zong rollen in een aantal moderne Amerikaanse opera’s, waaronder Jo in ‘Little Women’ van Adamo, de titelrol in ‘Thérèse Raquin’ en Sondra Finchley in ‘An American Tragedie’, beide opera’s van Picker en Sister Helen in ‘Dead Man Walking’ van Heggie. Chávez heeft tussen 18 en 23 juni 2013 een CD opgenomen in Straatsburg met Spaanstalige liederen. Een aantal zijn populair, zoals de ‘Cinco Canciones Negras’ van Montsalvatge, ‘Siete Canciones Populares Españolas’ van De Falla en de ‘Cuatro Madrigales Amatorios’ van Rodrigo. Luisterend naar Chávez moet men echter concluderen, dat er vertolkingen op CD bestaan die meer charme bezitten. Interessant zijn de liederen de ‘Quatro Sonetos de Amor’ van de Amerikaanse componist Tobias Picker. Het CD-boekje presenteert de liederen als één cyclus uit 2002, maar dit is onjuist. Drie van de vier liederen gingen onder de naam ‘Tres Sonetos de Amor’ in première op 11 november 2000 door de sopraan Judith Bettina. Het aanvullende lied “Amo el Trozo de Tierra” werd voor het eerst uitgevoerd op 21 april 2006 door Kirstin Chávez zelf. Chávez zingt “Aspero Amor” en “No Te Amo” enigszins zakelijk en met vaart. Luister naar de fantastische live-uitvoering van Nathan Gunn (met orkest) op YouTube voor het verschil. Af en toe klinkt de stem van Chávez scherp vooral in de hoogte, maar dit kan ook aan de opname liggen. De Italiaanse pianist Paolo André Gualdi begeleidt adequaat, maar niet opvallend. De Italiaanse gitariste Sarah Gianfelici ondersteunt bij de populaire liedjes, niemendalletjes die het eenmalig beluisteren waard zijn. Het CD-boekje bevat biografieën en liedteksten, maar helaas geen informatie over het repertoire. (IFO Classics 00 824)