© Rudolf Finkes
Annemarie Kremer maakt overweldigend roldebuut in ‘Tosca’ in Dortmund
Na haar triomfantelijke succes in ‘Madama Butterfly’ van vorig seizoen in het Theater Dortmund is de Nederlandse sopraan Annemarie Kremer daar teruggevraagd om het nieuwe seizoen te openen. In een nieuwe enscenering van ‘Tosca’ door Christine Mielitz maakt Annemarie Kremer haar overweldigende roldebuut in Dortmund en werd zij opnieuw beloond met een stormachtig applaus en staande ovatie. Maar een geslaagde uitvoering van ‘Tosca’ vereist meer dan een uitstekende titelvertolkster.
De wereldpremière van de opera ‘Tosca’ van Giacomo Puccini (1858 – 1924) in 1900 in Rome kreeg een gereserveerd ontvangst. De opera kan dan ook niet beschreven worden als Puccini’s beste werk. De lyrische passages zijn niet geweldig, de dramatische muziek is slechts middelmatig en de behandeling van de thema’s zwak. Toch is ‘Tosca’ één van Puccini’s meest populaire opera’s door het sterk geconstrueerde, melodramatische verhaal, door de drie hoofdrollen die de mogelijkheid bezitten tot vocale en dramatische uitdrukking en door drie zeer effectieve aria’s.
De enscenering van de ‘Tosca’ in Dortmund is zogezegd in handen van Christine Mielitz (Chemnitz, 1950). Milietz is naast regisseuse ook de intendant van Theater Dortmund en met haar Oost-Duitse werkwijze het equivalent van Pierre Audi. Zij regeert met vaste hand en neemt het merendeel van de ensceneringen in haar theater voor haar rekening. Tegen alle verwachtingen in bezit haar ‘Tosca’ niet de kracht van haar ‘Madama Butterfly’ van vorig seizoen. Mielitz ziet ‘Tosca’ als een verhaal over noodlot, waaraan niet te ontkomen is wat men ook doet. De kille decors met omhoog en omlaag bewegende zuilen, etages en doeken maken de voorstelling onnodig onrustig en leiden teveel af van het drama. Door de knullige belichting is de mimiek van de zangers vaak onzichtbaar en door gebruik van een doorschijnend netdoek is het één en ander vaak te indirect voor de toeschouwer om erbij betrokken te worden. Soms pakt zo’n doek goed uit, zoals in de Cantate in de tweede akte, waar we Tosca buiten kunnen zien zingen. Maar niet alles hoeft expliciet en het tonen van de (hier ongeloofwaardige) martelscène is overbodig, leidt af en door Puccini niet voor niets backstage gelaten.
Maar Mielitz is een meesteres van de psychologie en haar personenregie is één van de beste van dit moment. Keer op keer haalt Mielitz het uiterste uit de acterende zangers en weet zij subtiel de emoties over te brengen met verrassende invallen. Als geen ander laat zij met gedetailleerde uitdrukkingen en bewegingen verklaren en duidelijk maken. Zo doet bijvoorbeeld Tosca voor “Vissi d’arte” in de tweede akte haar schoenen en juwelen uit en zingt de aria “naakt” liggend onder Scarpia. Maar bedenk wel, Frau Mielitz, dat een echte Diva nooit haar juwelen zou vergeten als zij het appartement verlaat….
Mielitz’s ‘Tosca’ begint met een briljante vondst: De opkomst van een jaloerse en jonge operazangeres Tosca, die zo snel mogelijk controleren wil of haar minnaar haar niet bedriegt en zelfs nog niet afgeschminkt is van haar ‘Madama Butterfly’, de rol die Annemarie Kremer vorig seizoen in Dortmund zong. Annemarie Kremer brengt vocale frisheid aan de rol van Tosca gekoppeld aan een intense, temperamentvolle persoonlijkheid. Van het ongeduldige “Collei! Quella donna” en het rustige verwijt“Oh! Innanzi alla Madonna” in de eerste akte tot en met het breekbare, angstige jonge vrouw in de tweede en derde akte is haar vertolking aangrijpend. De helderheid van haar dictie, de natuurlijke vocale projectie en het gemak van productie, zelfs in het kopregister (voor Tosca tot hoge C) zijn uitzonderlijk. Zij zingt het vloeiende en lyrische andante van “Vissi d’arte” op een tedere en doorschijnende toon als een losgelaten spanning en liggend op de vloer, zoals volgens sommigen door Puccini tijdens repetities bedacht.
Naast Annemarie Kremer heeft de Britse bariton Simon Neal als Scarpia (de ‘Tosca’ equivalent van Iago) momenten van zachtheid, maar kan hij ook meedogenloos knallen in het kopregister en daarin kleuren om zijn weerhouden, onbedwingbare lust voor Tosca te demonstreren. Als Cavaradossi missen we in deze ‘Tosca’ de lirico spinto tenor van Timothy Richards, die bij de ‘Madama Butterfly’ zo’n uitstekende Puccini partner voor Annemarie Kremer bleek. De Nederlander Bart Driessen toont zich als Sacristan een uitstekende buffo bas met uitingen van verbazing, irritatie en angst. De Nederlandse dirigent Jac van Steen geeft een brede lezing van het grote bereik aan muzikale kleuren van Puccini’s partituur en hij toont zich volledig in dienst van zijn zangers.