***** De Italiaanse cantates van Georg Friedrich Händel (1685-1759) dateren voornamelijk uit het begin van zijn carrière. Zij zijn minder bekend dan zijn opera’s, maar zijn zeker niet minder interessant. Zij tonen de componist op het hoogtepunt van zijn eerste successen.
De cantate voor twee sopranen ‘Aminta e Fillide’ (1708) duurt een klein uurtje en is een pastoraal verhaal met een happy end. Tegen de wil van Cupido wordt de schapenhoedster Aminta uiteindelijk versierd door de aanhoudende herder Fillide. De cantate werd al eerder opgenomen met twee sopranen door de labels Hyperion en Glossa, maar deze opnamen evenaren niet het vocale en dramatische spel van deze Erato versie voor sopraan en mezzo.
De Franse sopraan Sabine Devieilhe als een stralende en eerlijke Aminta en de Italiaanse mezzo Lea Desandre als de serieuze Fillide geven beter contrast dan de sopranen op de eerdere opnamen. Zij vatten elk detail in de tekst en muziek zonder effectbejag en in hun wisselwerking is een uitstekend evenwicht tussen dramatische felheid en verfijning. Luister naar Devieilhes wanhopige smeekbede aan de vluchtende Fillide in de openingsaria “Fermati, non fuggir”, Desandres wispelturigheid en zorgeloosheid in de aria “Fu scherzo, fu gioco” wanneer zijn Cupido afwijst, Devieilhes fraaie lijnen in “Se vago rio” en de dames vol erbarmen en trouw in het prachtige finaleduet.
De sfeer verplaatst van pastoraal naar tragedie in de twee andere vocale werken op deze CD. De solo cantates – voor elke zangeres één – duren ieder een kwartier. Devieilhe portretteert in ‘Armida Abbandonata’ op ontroerende wijze de kwetsbaarheid van de verlaten Armida. In het Accompagnato “O voi, dell’incostante” roept zij de monsters furieus op met een voor haar ongebruikelijk scherpe toon en de prachtige finale “Siciliana” is pure zuivering en vertroosting. Sabine Devieilhe is één van de belangrijkste zangeressen van onze tijd.
Een andere verlaten dame vinden we in ‘La Lucrezia’. Haar man op reis en ondertussen verkracht door Sextus Tarquinius roept Lucrezia de goden aan in een partnerinteractie met cello continuo. Desandre weeft lange, rouwende frasen in de openingsaria “Già superbo del mio affanno”. Haar uitstekende coloratuurtechniek presenteert zij in de aria “Il suol che preme” en het Furioso “Questi la disperata anima mia”. Het leven uit haar stromend in de finalearia “Già nel seno” zingt Desandre ontroerend, voordat zij in de finale Furioso nog eenmaal Tarquinius vervloekt.
De solo cantates worden onderbroken door een uitvoering van Händels ‘Trio Sonata in b-klein’ voor 2 violen en basso continuo, natuurlijk en lichtvoetig gespeeld door leden van Le Concert d’Astrée. Het ensemble staat onder leiding van Emmanuelle Haïm en klinkt fris en altijd bevlogen met de zangeressen. Het CD-boekje mist helaas synopsissen.
Erato 0190295633622 (2CDs)
***** De Amerikaanse zanger en acteur Vic Damone werd op 12 juni 1928 in Brooklyn geboren. Hij werd door Perry Como onder zijn hoede genomen en in april 1947 won Damone de talentenjacht Talent Scouts. Later dat jaar tekende hij een platencontract bij Mercury Records. De CD ‘Vic Damone; On The Street Where You Live’ presenteert de 27 belangrijkste opnamen, die de zanger tussen 1947 en 1958 maakte.
De CD opent met zijn opname van de song “On the street where you live” uit de musical ‘My Fair Lady’, die hij op 14 februari 1956 – een maand voor de New Yorkse wereldpremière van 15 maart 1956 ! – maakte. Damones versie kreeg een gouden plaat en het werd in 1958 zijn enige nummer 1 notering in Engeland.
Daarna zijn eerste plaat “I have but one heart (O Marinariello)”, die werd uitgebracht in augustus 1947 en hij deels in het Engels en deels in het Italiaans zong. De single bereikte de 7e plaats in de Billboard chart. De navolgende single “You do” werd op 1 november 1947 uitgebracht en bereikte eveneens de 7e plaats. In 1949 had Damone twee grote hits: “Again” behaalde de 6e plaats en bezorgde hem zijn eerste gouden plaat en later dat jaar volgde zijn eerste nummer 1 hit “You’re breaking my heart”.
In 1955 leek Damones ster te verbleken, maar een jaar later wisselde hij naar Columbia Records en stegen enkele van zijn platen – waaronder dus “On the street where you live” – weer in de hitlijsten. De titelsong “An affair to remember” uit de gelijknamige film bereikte in 1957 de 16e plaats. De CD besluit met “The only man on the island” uit 1958, waarmee Damone in Engeland de 24e plaats behaalde.
Damone was tussen 1947 en begin jaren zestig een van de meest succesvolle “crooners” van de Verenigde Staten met zo’n 40 hits. Frank Sinatra zei over hem dat hij “the best set of pipes in the business” had. Vic Damone overleed op 11 februari 2018 op 89-jarige leeftijd.
Retrospective RTR 4333 (1CD)
**** De componist Dirk Fock (1886-1973) werd in 1886 in Nederlands-Indië geboren als zoon van Nederlandse ouders. In 1898 keerde het gezin terug naar Nederland, waar Fock zijn eerste schreden zette in de muziek. Fock vertrok vervolgens naar Berlijn, waar hij vioollessen bij Anton Witek en directielessen bij Karl Muck en Arthur Nikisch nam. Fock werd eerste violist in de Berliner Philharmoniker en speelde daar onder leiding van onder anderen Gustav Mahler.
Fock ontwikkelde zich verder als dirigent en in 1911 werd hij eerste dirigent van de Kurfürsten Opera in Berlijn en een jaar later van de Mülhausen Opera, waar hij – amper 26 jaar oud – opera’s van Richard Strauss en Wagner dirigeerde. Van 1913 tot 1917 volgden betrekkingen bij orkesten in Zweden en in de jaren daarna leidde Fock regelmatig het Concertgebouw Orkest in Amsterdam en het Residentie Orkest in Den Haag. Fock zette in 1919 zijn loopbaan voort in New York. Daar werd hij eerste dirigent van de New York City Symphony Orchestra en vervulde gastdirecties bij de New York Philharmonic, de National Symphony en St. Louis Orchestra.
Fock keerde in 1924 – op verzoek van Richard Strauss – terug naar Europa, waar hij in Wenen eerste dirigent werd bij de Wiener Konzertverein. Vanuit Wenen brachten gastdirecties hem naar Berlijn, Budapest, Milaan, Parijs, Rome en opnieuw naar Amsterdam en Den Haag. In de jaren ’30 verbleef Fock een lange periode in Parijs, waar hij incidenteel het Orchestre National dirigeerde, maar zich vooral verder toelegde op componeren. Als componist was Fock overwegend autodidact. Zijn oeuvre is niet uitgebreid, maar zijn liederen openbaren een liefde voor de menselijke stem.
Op het label Zefir Records is de CD ‘Dirk Fock; Songs and Sketches’ verschenen. De CD opent met zeven liederen uit drie cycli, die Fock deels in Berlijn en deels in de VS componeerde: de ‘Sechs Lieder für eine Singstimme mit Klavierbegleitung, op. 2’, ‘Sechs Lieder für eine mittlere Singstimme mit Klavier, op. 4’ en ‘A Cycle of Love Songs, op. 9’. De liederen verraden een laat-romantische invloed. De Nederlandse sopraan Irene Maessen zingt de miniatuurtjes – vijf zijn korter dan twee minuten – expressief. Luister naar de onschuld in “Lied des Harfenädchens” en de werking van Brahms in “Auf ein schlummerndes Kind”. De ‘Trois Chants, op. 13’ hebben daarentegen een impressionistisch idioom. “Romance sans paroles” is indringend, maar “Silence” mist helaas diepte. Irene Maessen zet de liederen vocaal breed aan.
In 1940 vertrok Dirk Fock naar de VS waar hij Amerikaans staatsburger werd. Daar componeerde hij in de eerste helft van de jaren veertig de vijf ‘Songs of Glory, op. 43’ op gedichten van Joseph Auslander. De Nederlandse bariton Mattijs van de Woerd maakt met Sprechgesang indruk in de verschikkingen van de oorlog. De Nederlandse pianist Maurice Lammerts van Bueren toont zich in de liederen een meegaand begeleider en verklinkt de vier ‘Java Sketches’ voor piano – met de hierin verwerkte geluiden uit Focks jeugd in Nederlands-Indië – glansrijk. De CD is een prachtig eerbetoon aan de Nederlandse componist Dick Fock, die door onachtzaamheid gevaar liep te worden vergeten. Het CD-boekje heeft geen vertalingen bij de liedteksten.
Zefir Records ZEF 9651 (1CD)
**** Hector Berlioz (1803-1869) zou op 8 maart 2019 zijn 150 geboortedag hebben gevierd. In het kader daarvan verschijnt een CD van Les Siècles onder leiding van dirigent François-Xavier Roth met werken van de Franse componist. De Franse bariton Stéphane Degout zingt hierop de liederencyclus ‘Les Nuits d’Éte’. De zes liederen werden op 15 en 16 augustus 2018 in het Maison de l’Orchestre national d’Île-de-France van Alfortville opgenomen.
In het eerste lied “Villanelle” maakt hij een liaison op “pieds_égrenant”, die niet alle zangers maken. Het lastige lied “Le Spectre de la rose” is niet altijd even zuiver, het poco rit.op “O toi” wordt verwaarloosd en “De Porfundis” spreekt hij in het Frans uit en niet in het Italiaans. “Mon destin fut digne d’envie” is schitterend op één adem. In de opening van “Sur les lagunes” zingt hij “mes amours” een semitoon te laag. In “L’absence” houdt hij uitstekend aandacht voor de dynamiek zonder dat het vibrato onrustig wordt. In “L’île inconnue” krijgen de laatste noten van een frase – op woorden als “fin”, Baltique”, “Pacifique”, “Java” – slechts de helft van hun waarde.
Ondanks deze details valt er veel te genieten in de interpretatie van Degout. Hij heeft een prachtige dictie en frasering en een mooi gedoseerd vibrato. Francois-Xavier Roth en Les Siècles spelen aandachtig en geven een passende sfeer bij ieder lied. De CD wordt aangevuld met de vierdelige symfonie ‘Harold en Italie’ van Berlioz.
Harmonia Mundi HMM 902634 (1CD)
*** De Nederlandse mezzosopraan Esther Kuiper, de Vlaamse bariton Sven Weyens en pianist Maurice Lammerts van Bueren hebben door middel van crowdfunding geld bijeengebracht voor de opname van een CD met liederen van Gustav Mahler (1860-1911). Tussen 1 en 21 mei 2018 werden de opnamen van twaalf liederen uit ‘Des Knaben Wunderhorn’ in de Zweeuwse Concertzaal te Middelburg gemaakt.
Voor ‘Des Knaben Wunderhorn’ hadden Achim von Arnim en Clemens Brentano honderden anonieme, Duitstalige volksliedteksten verzameld. Mahler zette een kleine honderd jaar na het verschijnen van de driedelige bundel zo’n twintig Wunderhorn-teksten op muziek. Hij schreef de liederen voor zangstem en piano, maar een paar ervan verschenen later ook in georkestreerde vorm.
Esther Kuiper zingt op de CD ‘Revelge’ vier sololiederen. Zij heeft een zeer indringende mezzosopraan en een uiterst persoonlijk geluid. “Wenn mein Schatz Hochzeit macht” ligt haar qua vocale kleuren uitstekend, maar de naïeve, kinderlijke opening van “Das himmlische Leben” vangt zij niet volkomen en er is vocaal geen contrast met het donkere middendeel. “Scheiden und Meiden” is het hoogtepunt van de CD. Hierin laat Esther Kuiper haar enorme, vocale talent horen, dat af en toe doet denken aan Brigitte Fassbaender (waarschijnlijk haar grote voorbeeld).
Een aantal dingen valt echter op. Esther Kuiper benadrukt ieder woord zwaar, wat ten koste gaat van de lijnen. Verder zingt zij na elke “n” een “e”; Dat mag een liederenzanger een enkele keer gebeuren, maar niet voortdurend. In “Urlicht” geeft zij nog te weinig aandacht aan de menselijke strijd met het sterfelijke bestaan en het verlangen naar bevrijding. Al met al kan men zich niet aan de indruk onttrekken, dat Mahler qua perceptie nog iets te vroeg komt voor deze talentvolle zangeres.
De bariton Sven Weyens koos voor zijn sologedeelte twee militaire liederen: De wekroep van de soldaten in het jammerende ‘Zu Strassbourg auf der Schanz’ en het titellied ‘Revelge’. De ironie van ‘Des Antonius von Padua Fischpredigt’, waarin de kerkgangers devotie veinzen, vertolkt Weyens goed. In ‘Nicht wiedersehen’ verklinkt hij eerlijk de liefde beschadigd door afscheid en ook ‘Lob des hohen Verstandes’, waarin Mahler zijn critici ervan langs geeft, vertolkt hij geestig. Zijn bariton verliest in de hoogte aan resonansen, waardoor het boven de notenbalk allemaal nogal vlak klinkt.
Samen zingen de bariton en mezzo nog drie militaire duetten: het beminnelijke, vertellende ‘Schildwache Nachtlied’, het geheimzinnige ‘Wo die schönen Trompeten blasen’ en het opwindende ‘Aus! Aus!’. Pianist Maurice Lammerts van Bueren is vooral buigzaam en toegeeflijk. Een CD met een mooie belevingswereld en talentvolle zangers, waarin voor luisteraars veel te genieten is.
Zefir Records ZEF 9660 (1CD)