***
© Matthias Stutte
Mönchengladbach, 23 september 2017
Mönchengladbach laat weinig heel van ‘Die Faschingsfee’
Na het succes van ‘Die Csárdásfürstin’ zocht de componist Emmerich Kálmán naar een Duitse vertaling voor zijn operette ‘Zsuzsi Kisasszony’, die al op 23 februari 1915 in Boedapest in het Hongaars en in 1916 als ‘Miss Springtime’ in het Engels op Broadway was opgevoerd.
Het Duitse libretto van ‘Die Faschingsfee’ van Emmerich Kálmán (1882-1953) werd uiteindelijk geschreven door Alfred Maria Willner en Rudolf Österreicher. Het verhaal gaat over de schilder Victor Ronai, die verliefd wordt op de weduwe Alexandra, die echter met de hertog Ottokar von Grevlingen verloofd is. Gravin Alexandra is Ronai’s “Faschingsfee” en ook zij voelt zich tot de onvermogende schilder aangetrokken.
‘Die Faschingsfee’ beleefde op 21 februari 1917 in Wenen met Mizzi Günther in de titelrol een redelijk succesvolle première. Voor de première in Berlijn op 14 september 1918 wenste de directeur van het Metropoltheater echter veranderingen in de muziek voor de titelvertolkster Fritzi Massary. Veel muziek en tekst werden derhalve voor haar aangepast. Van de achttien Weense nummers bleven uiteindelijk slechts zes ongewijzigd. De vernieuwde ‘Die Faschingsfee’ was een groot succes en Massary diende het frisse lied “Lieber Himmelvater” bij de première drie maal te herhalen.
Theater Krefeld-Mönchengladbach viert het 100-jarige bestaan van ‘Die Faschingsfee’ met die versie uit 1918 en opent het seizoen 2017/2018 met een nieuwe productie van deze operette. Burgemeester Hans Wilhelm Reiners sprak aan het begin van de voorstelling voor gesloten doek een paar woorden als begroeting van het nieuwe seizoen.
Na het openen van dit doek blijkt Theater Krefeld-Mönchengladbach van ‘Die Faschingsfee’ echter niet veel overgelaten te hebben. Geschrapt zijn uit de eerste akte het refrein “So ein volles Portmonai” en de verzen “Nichts ist netter” en “Immer Sie seh’n”, uit de tweede akte het vers “Hier lebt sich’s fein”, het refrein “Heil! Heil dir, du König der Boheme!” en het vers “Wenn man recht verliebt ist” en uit de derde akte het vers “Unerhört, wenn das noch lange währt”, het refrein “Pardon, verehrte Damen”, het vers “Hat man zwei Äuglein”, het refrein “Tanz! Mädelchen tanz!” en zelfs de finale “Sei die Meine, Du, die Eine”.
Verder zijn de coupletten van “Lieber Himmelvater” omgedraaid en wordt het lied pas gezongen na het duet “Loreley, schöne Zaubermaid”. Daarnaast brengt in de derde akte plotseling Graf Mereditt “Wenn die Garde schneidig durch die Stadt marschiert” uit ‘Die Herzogin von Chicago’ ten gehore en is het lied van Alexandra “Was Männer lieben an einer Frau” opeens veranderd in een duet voor Hubert en Lori. Kortom, er is ongegeneerd de schaar gehanteerd en dat is jammer voor een operette die zo weinig wordt opgevoerd.
Bovendien heeft regisseur Carsten Süss zelf de dialogen vervaardigd en daarvoor alle tijd en ruimte genomen. De gesproken teksten duren veel langer dan de muziek en dat maakt de voorstelling langdradig. Daarnaast heeft Süss schijnbaar een fascinatie met Hitler, want Graf Mereditt heft zijn rechterhand op, een carnavalsklant is verkleed als Hitler en een portret van Hitler komt in de derde akte plotseling tevoorschijn onder dat van Wagner.
Maar de handeling – verplaatste naar de jaren vijftig – speelt zich af in schitterende decors van Siegfried E. Mayer. In de eerste akte bevindt men zich in het artiestencafé onder straatniveau, schijnen buiten de lantaarns en is de limousine geparkeerd met daarin Alexandra. In de tweede akte houdt Victor zich op in zijn zolderatelier met grote, schuine dakramen en in de derde akte ziet men in het hotelrestaurant een remake van ‘Dinner For One’.
Het ensemble van Theater Krefeld-Mönchengladbach strooit zijn speelvreugde uit over het toneel. De immer jeugdige Debra Hays zet een stoute Alexandra neer en Michael Siemon zingt Victor met aantrekkelijke tenor en Schmalz. Het buffopaar wordt gevormd door operettedier Markus Heinrich in zijn element als Hubert – inclusief radslag – en Gabriela Kuhn als een vurige Lori. De intendant van het Theater Krefeld-Mönchengladbach Michael Grosse zelf kruipt in de huid van hertog Ottokar von Grevlingen. De dialogen worden versterkt, maar ook helaas de zangstemmen.
Dirigent Diego Martín-Etxebarría is vanaf dit seizoen 2017/2018 Erste Kapellmeister van Theater Krefeld-Mönchengladbach en geeft een fraai visitekaartje af. Hij leidt de Niederrheinische Sinfoniker met volkomen natuurlijke tempi, inclusief rubati en accelerandi. Het ensemble en Chor des Theaters Krefeld und Mönchengladbach overtuigt met beweging, enthousiasme en plezier.