18-05-2016

De Pools-Franse componist Casimir Oberfeld zal zeventig jaren na zijn dood zijn laatste rustplaats vinden op het Parijse begraafplaats Montmartre.

Casimir Oberfeld werd op 16 november 1903 als Kazimierz Jerzy Oberfeld in Łódź geboren en studeerde piano en compositie in Łódź en Parijs. Hij werkte lange tijd in Frankrijk en componeerde de operettes ‘La Pouponnière’ (1932), ‘La Margoton du Bataillon’ (1937) en ‘Le Rosier de Madame Husson’ (1937). Verder componeerde hij voor in 1932 voor de zangeres Arletty het lied “La femme est faite pour l’homme“, in 1933 voor Mistinguett “C’est vrai” en in 1939 voor Fernandel “Félicie aussi” en voor Maurice Chevalier “Paris sera toujours Paris“. Daarnaast componeerde hij muziek voor zo’n zestig films.

De Joodse Oberfeld werd door het Vichy-Regiem aan de Nazi’s uitgeleverd en op 17 december 1943 naar Auschwitz gedeporteerd. Bij één van de evacuatietransporten richting het westen kwam hij door bevriezing op 23 of 24 januari 1945 om het leven. Zijn stoffelijk overschot werd op 24 januari 1945 met acht andere slachtoffers op het treinstation van Přelouč afgeladen. Samen werden zij op het katholieke kerkhof ter aarde besteld bij een Joods gedeelte. De identificering van Casimir Oberfeld lukte pas later op grond van zijn getatoeëerde gevangenisnummer.

Oberfelds zoon Grégoire Dunant heeft er nu voor gezorgd dat het stoffelijk overschot van de componist deze week uit het massagraf Přelouč opgegraven is en zijn laatste rustplaats zal vinden op het Parijse begraafplaats Montmartre.

Het is overigens een ironisch gegeven dat een melodie van Oberfeld gebruikt werd voor de onofficiële Vichy-Hymne “Marechal, nous voilà!”.

Lees in Neue Zürcher Zeitung