***
© Volker Beinhorn
Braunschweig, 15 april 2016

‘La Falena’ van Smareglia nog onwennig in Braunschweig

Als men op vrijdagavond de keuze heeft tussen de première van ‘Roméo et Juliette’ van Berlioz als balletopera bij DNO of een scenische opvoering van de opera ‘La Falena’ van Antonio Smareglia in Braunschweig dan is de keuze door de gevorderde operaliefhebber snel gemaakt. Het Staatstheater Braunschweig – slechts twee uurtjes over de grens – brengt de Duitse première van het zelden uitgevoerde werk.

Je kan zich afvragen of men bij DNO überhaupt heeft ooit gehoord over Antonio Smareglia (1854-1929), want zover bekend is er in Nederland nog nooit een opera van deze Italiaanse componist scenisch of concertante opgevoerd. ‘La Falena’ beleefde zijn succesvolle wereldpremière op 6 september 1897 in Venetië en de gevorderde operaliefhebber kent de opera van de opname uit Trieste van 1975 met Leyla Gencer in de titelrol.

‘La Falena’ is een typisch product van het Fin de Siècle. In het libretto van Silvio Benco wordt het verhaal verteld van Falena, die de Koning Stellio door betovering aanzet tot moord op de vader van zijn geliefde Albina. Uiteindelijk wordt Stellio door Albina in een soort Liebestod vergeven. De opera dampt van het irrationele, mythische, poëtische en fantastische en de droom- en nachtwereld, fabels en geesten, hallucinatie en opwinding waren in het Fin de Siècle en vogue. Thema’s van de sterkere rol van de vrouw en het waardeverval van de mannelijke dominantie waren hot topics rondom de eeuwwisseling.

Ook de muziek van ‘La Falena’ is een resultaat van die tijd. Smareglia knoopte niet aan bij het drama lirico van Verdi of het verismo van Puccini, maar vond raakvlakken bij de muziek van Wagner. Net als zijn Italiaanse collegae Alfano, Boito, Catalani, Franchetti en Zandonai had hij een doorgecomponeerde en symfonisch opgezette operastijl, waarin de zang- en orkestpartijen gelijkwaardig zijn aan elkaar. De muziek van ‘La Falena’ is kleurrijk en meeslepend. Luister aan het einde van de eerste akte naar het gebed voor Stellio, die door Falena in een doodachtige slaaptoestand is gebracht of in de tweede akte naar de stijgende, erotische spanning tussen Falena en Stellio.

De Duitse regisseur Michael Schulz verraadt in zijn enscenering voor het Staatstheater Braunschweig de context met het Fin de Siècle slechts in de kleding van het koor. Jammer genoeg blijft het daarbij. In de tweede akte doen de rozerode belichting en de spiegels nog denken aan de wereld van Klingsor in ‘Parsifal’ en proberen schaars geklede bloemenmeisjes sexy bedoelde bewegingen te maken, maar meer dan dat wordt het niet. De personenregie van Schulz is helaas stug en statisch. Zo wordt ook het koor slechts in een halve kring, of aan weerszijden van het toneel, of in rijen opgesteld. De thema’s van strijd tussen de seksen laten zich louter opmerken door wat strubbelingen in het koor en de ‘Liebestod’ van Albina wordt fantasieloos uitgebeeld door het doorboren van een hart. De regie doet uiteindelijk niet veel om het mythische, het poëtische en het fantastische of de droomwereld en de hallucinatie te belichten.

De zangers klinken nog niet helemaal op hun gemak in de veeleisende partijen. Het kwartet hoofdpersonen wordt vertolkt door de Duitse mezzo casu quo sopraan Nadja Stefanoff in titelrol van de ‘Femme fatale’ Falena, de Amerikaanse tenor Arthur Shen als een sullige Stellio, de Russische sopraan Ekaterina Kudryavtseva als een kleurloze Albina en de Turkse bariton Orhan Yildiz als Uberto. De Koreaanse tenor Michael Ha is de Ladro en een eervolle vermelding is er voor de Turkse bas Selçuk Hakan Tiraşoğlu als Morio in de laatste akte. Dirigent Florian Ludwig kent men sinds 2008 als de Generalmusikdirektor van het Theater Hagen en slaagt er met het slagen Staatsorchester Braunschweig in om de verstaanbaarheid van de tekst door de melodieuze orkestpartijen heen te laten klinken. Ook zij voelen zich nog enigszins ongemakkelijk in de muziek van Smareglia, maar dat zal in de loop van de opvoeringsreeks ongetwijfeld verbeteren. Bewondering voor de schitterende, Wagnerachtige crescendi.

Het Staatstheater Braunschweig was bij de première van ‘La Falena’ slechts voor de helft gevuld en dat is betreurenswaardig, want ‘La Falena’ en überhaupt de muziek van Smareglia wachten op herontdekking. Wellicht is de Duitse première in Braunschweig nochtans een aanzet hiertoe. Zijn opera’s verdienen het namelijk om in een groot operahuis door eersteklas zangers met een spannende enscenering opgevoerd te worden.