**
© Annemie Augustijns
Antwerpen, 27 maart 2016

Opera Vlaanderen laat niet veel heel van ‘Der König Kandaules’

De Koninklijke Opera van Wallonië in Luik speelde in januari 2006 reeds de Belgische première van ‘Der König Kandaules’ van Alexander Zemlinsky. Nu tien jaren later brengt Opera Vlaanderen een nieuwe productie van de opera op de planken in een enscenering van de Oekraïense theaterregisseur Andrij Scholdak. Van ‘Der König Kandaules’ laat hij echter niet veel heel.

De componist Alexander Zemlinsky (1871-1942) vluchtte in 1933 voor de Nazi’s van Berlijn terug naar zijn geboortestad Wenen en voltooide daar de particel van zijn laatste opera ‘Der König Kandaules’ in 1936. Slechts de volledige orkestratie diende hij nog af te maken. Na de Anschluß van Oostenrijk in 1938 vluchtte hij vervolgens naar New York en nam de onvoltooide partituur van ‘Der König Kandaules’ mee. Zemlinsky staakte echter het project en uiteindelijk was ten tijde van zijn overlijden slechts een derde van de opera georkestreerd. Het zou tot 1989 duren vooraleer Antony Beaumont de orkestratie afrondde en ‘Der König Kandaules’ beleefde in diens versie op 6 oktober 1996 in de Staatsoper Hamburg zijn wereldpremière.

Het verhaal van de opera gaat over koning Kandaules, die  zijn rijkdommen wil delen en zijn echtgenote Nyssia wenst te tonen aan zijn vrienden. Hij vraagt de visser Gyges een onzichtbaar makende ring te gebruiken om de naakte Nyssia te aanschouwen. Gyges brengt vervolgens de nacht door met de koningin die hem voor haar echtgenoot aanziet. Wanneer Gyges echter zijn ware identiteit aan de koningin toont, zet zij hem aan Kandaules te doden en kroont zij Gyges tot de nieuwe koning. Zemlinsky schreef zelf het libretto van de opera aan de hand van een Duitse vertaling van het toneelstuk ‘Le Roi Candaule’ van André Gide. Het werk nodigt uit na te denken over filosofische vraagstukken als “mag je pronken met je fortuin?” en “dient men zijn weelde te verbergen?”

Maar een filosofisch vraagstuk biedt de productie van ‘Der König Kandaules’ bij Opera Vlaanderen niet. Conform de hedendaagse bevlieging in operaland wordt de opera geregisseerd door een theaterregisseur die nog niet veel opera’s heeft geënsceneerd. Regisseur Andrij Scholdak werd in 1962 in Oekraïne geboren, studeerde in Moskou en brengt met ‘Der König Kandaules’ pas zijn tweede operaregie. Zijn enscenering speelt zich af in een tijdloos, steriel decor met zes vertrekken en een liftschacht over drie verdiepingen. Ten teken van de kinderloosheid van het koninklijke huwelijk zijn voortdurend kinderen op het toneel aanwezig. Kaudales, Gyges en Nyssia zelf worden niet sympathiek, maar afstandelijk neergezet. Hun gedachten worden geprojecteerd en er is veel overacting.

Scholdak besloot de proloog van Gyges uit de eerste akte te schrappen en in plaats daarvan aan het begin het synopsis van de opera te projecteren. Hiermee ontneemt hij echter aan de opera de spanning en de anticipatie van het drama. De zeven bijrollen worden al in de tweede akte doodgeschoten, waardoor Scholdak ook de eerste scène van de derde akte – waarin zij nog eigenlijk hadden moeten zingen – eruit kon knippen. Verder is de confrontatie in de finale van de tweede akte geschrapt, zijn er muzikale aanvullingen in de partituur in de eerste scène van de tweede akte en is er een aantal coupures in de vierde scène van de laatste akte. Kortom, van de opera ‘Der König Kandaules’ laat Scholdak dus scenisch én muzikaal niet veel heel.

De vocale prestaties zijn redelijk tot goed. De veelzijdige, Israëlische bas-bariton Gidon Saks leent zijn krachtige stem aan de partij van Gyges. Zijn uitdrukkingskracht en presentatie zijn fascinerend. De Zweedse sopraan Elisabeth Strid zingt Nyssia en is op weg naar het dramatische repertoire. Maar ongesteund gaat de stem hier al vaak zijn eigen weg. De Rus Dmitry Golovnin maakt van de rol van Kandaules een partij voor karaktertenor en de Duits-Italiaanse bariton Vincenzo Neri maakt indruk als Phedros.

Dirigent Dmitry Jurowski en het Symfonisch Orkest van de Opera Vlaanderen laten gelukkig het publiek nog deelgenoot worden van Zemlinsky. Het laatromantische, tonale idioom van de Weense componist – waarin ook Wagner (‘Parsifal’) en Richard Strauss (‘Salome’) om de hoek komen kijken – hebben zij volkomen in de vingers en de climaxen zijn teugelloos. De prelude tot de derde akte krijgt een sterk emotionele overtuiging.

De 1081 zitplaatsen van de Vlaamse Opera aan de Frankrijklei te Antwerpen waren voor deze opvoering van ‘Der König Kandaules’ spaarzaam gevuld. En in de pauze ging daarvan ook nog een gedeelte huiswaarts. Dat is het resultaat als je een theaterregisseur laat roeren in opera.