***** George Sand & Pauline Viardot – De schrijfster en de nachtegaal
De Franse operazangeres Pauline Viardot (1821-1910) maakte al in 1839 als tiener haar operadebuut in Rossini’s ‘Otello’ in Londen. Na afloop van een concert in Parijs leerde zij de Franse schrijfster George Sand (1804-1876) kennen en sindsdien onderhielden de twee vrouwen een goede vriendschap. Deze vriendschap leidde tot een intensieve briefwisseling. Hun brievencontact tussen 1839 en 1849 werd bijeengebracht door Thérèse Marix-Spire en in 2008 in Frankrijk uitgebracht. De Nederlandse vertaling van Rosalien van Witsen is nu als ‘De schrijfster en de nachtegaal; Briefwisseling 1839-1849’ in de reeks ‘Privé-domein’ verschenen.
De briefwisseling begint in de winter van 1839-40 wanneer Viardot 18 jaar en Sand 35 jaar oud waren. We treffen Viardot aan het begin van haar carrière. Zij schrijft hoe zij voor ‘Il Barbiere di Siviglia’ in Madrid in 1842 zelf de zangers uitkiest – professionals en amateurs – en ook zelf de regie voert. Haar eerste grote succes is de opvoering van deze opera in 1843 in Wenen, waarbij de keizer en keizerin aanwezig zijn. Interessant dat Viardot schrijft over haar optreden tijdens de wereldpremièrereeks van ‘Maria di Rohan’, waarin zij als tweede bezetting optrad, iets wat niet al haar biografen opgepikt hebben. Ook schrijft zij over haar rol als Valentine in Meyerbeers ‘Les Huguenots’ in 1847 in Berlijn, wat ook niet alle biografen wisten. Ten slotte viert Viardot triomfen als Fidès in Meyerbeers ‘Le Prophète’ in 1849 in Parijs.
Bij Sand leest men over de onmin in 1847 met haar dochter Solange en uiteindelijk ook de breuk met Chopin die de kant van haar dochter kiest. Verder beschrijft Sand de revolutie van 1848, waarna opnieuw de republiek werd uitgeroepen. Politiespionnen zouden hebben geprobeerd haar naar de gevangenis van Vincennes te sturen en zij zou in de gemeente La Châtre bijna opgehangen zijn. Uiteindelijk werden de beschuldigingen tegen haar nietig verklaard.
Viardot noemt in haar brieven niet één keer de naam van Ivan Toergenjev, ook al moet zij hem al in 1843 ontmoet hebben en met hem jarenlang een relatie gehad hebben. De brieven eindigen in augustus 1849, waardoor de reacties op de dood van Chopin op 17 oktober 1849 niet in het boek opgenomen zijn. Ook na 1849 hebben Sand en Viardot elkaar echter geschreven.
De brieven van Viardot naar haar “Mignounne” zijn hartelijk, die van Sand aan haar “dochtertje” zijn zelfgenoegzaam en zalvend. De dames geven elkaar telkens kleine speldenprikjes, als waren zij twee geliefden. Een interessante briefwisseling van twee onafhankelijke vrouwen, die allebei het grootste deel van hun leven in hun eigen onderhoud voorzagen.
Paperback
maart 2025
212 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers
ISBN 9789029550390
€ 24,99
***** Yosa Buson – Een mandje aarde
De Japanse dichter Yosa Buson (1716-1784) wordt samen Matsuo Bashō en Kobayashi Issa beschouwd als één van de belangrijkste dichters uit de Edo-periode. Hij staat ook bekend om het als kunststijl voltooien van de haiku (meervoud hokku), die door Bashō tot volwaardig literair genre was verheven. Daarnaast werkte Buson met haibun-proza en experimenteerde hij met een gemengde Chinees-Japanse poëziestijl.
Van de hand van de Belgische japanoloog Jos Vos (1960) verscheen in 2023 de vertaling van de ‘Verzamelde haiku’s’ van Bashō en is nu ‘Een mandje aarde’ uitgebracht met vertalingen van een selectie van Brusons proza, experimentele gedichten, kettinggedichten en hokku. Vos werkte twaalf maanden intensief aan de vertaling.
Deel één van het boek bevat een persoonlijke selectie van Vos uit Busons bijna 3000 hokku. De 482 verzen zijn gerangschikt per seizoen. In het tweede deel van het boek zijn Busons experimentele verzen afgedrukt. Dit zijn drie originele dichtstukken – geschreven in 1745 en 1777 – waarin hij persoonlijker gevoelens uitdrukt.
In deel drie is een selectie van vier fragmenten uit Busons luchtige prozaherinneringen uit zijn zwerversjaren opgenomen. Het eerste verhaal ‘De restauratie van Bashō’s kluis’ (1776) is een boeiend relaas de een plaats waar het oude huis van Bashō gestaan zou hebben en over herinneringen die in dingen opgesloten liggen. Daarna vier haibun uit ‘Het nieuwe ‘Bloemen plukken’’ (1777) voorafgegaan door zes hokku als een soort voorwoord. Haibun zijn overpeinzingen en herinneringen in proza die met hokku doorspekt zijn. Ten slotte een fragment uit ‘Voorwoord bij Shōha’s verzamelde gedichten’ en het integrale, postuum verschenen ‘Een uitstapje naar Uji’.
Deel vier bevat drie kettinggedichten, die Buson met zijn leerlingen schreef. Vaak schreven zij om en om een vers, totdat hun kettinggedicht wel honderd schakels telde. Ten slotte in deel vijf opnieuw een persoonlijke keuze van de vertaler met 275 hokku, ook gerangschikt naar seizoen. Aan het einde de laatste drie hokku die Buson tijdens zijn laatste uren schreef.
Busons verzen wemelen van de natuurverwijzingen. Hij onderscheidde zich echter van andere dichters door zijn belangstelling voor bovennatuurlijke verschijnselen en hij was gefascineerd door spookverhalen en tanuki’s (Japanse wasberen), die volgens de folklore menselijke gedaanten konden aannemen.
Busons hokku en proza zijn uitermate visueel, vaak nostalgisch, soms dramatisch en roepen dikwijls een intrigerend verhaal op. Zo nu en dan zijn ze komisch en bij tijd en wijle vulgair, zoals ‘Meester Chikukei uit Miyazu’ met “ballen zo dik als rijstbalen”.
Busons proza, poëzie en ruim 750 hokku zijn telkens voorzien van verhelderend commentaar door Vos, die met zijn vertaling mammoetwerk heeft geleverd. Een prachtige bloemlezing waarin men elke dag van de week even kan bladeren.
Hardcover
maart 2025
466 pagina’s
Uitgeverij Athenaeum
ISBN 9789025317133
€ 37,50
***** Noriko Morishita – De wijsheid van Thee
De Japanse theeceremonie is een culturele activiteit die de ceremoniële bereiding en presentatie omvat van matcha, groene thee in poedervorm. De Japanse journaliste Noriko Morishita (1956) volgt al 25 jaren theelessen. Hierover schreef zij een boek dat in 2002 verscheen en nu in een Nederlandse vertaling van de Belgische Japanologe Sarah Van Camp (1964) is uitgebracht als ‘De wijsheid van Thee; Wat ik leerde van de Japanse theeceremonie’.
Noriko Morishita was derdejaars student Japanse literatuur toen haar moeder haar motiveerde lessen in Japanse theeceremonie te gaan volgen. Haar lerares werd mevrouw Takeda, een vriendin van haar moeder, die Morishita de volgende 25 jaren zou onderwijzen in Thee. In ‘De wijsheid van Thee’ vertelt Morishita over de bijeenkomsten, de procedures, de benodigdheden, de verschillende vormen van thee, de theekamer, de seizoenen, de bloemen, het eten en de kleding.
Maar ‘De wijsheid van Thee’ gaat eigenlijk niet over zozeer de procedures van Thee zelf. Meer dan dat vertelt Morishita over de gevoelens die deze procedures bij haar oproepen en wat het met haar doet. Tijdens het studeren van de ingewikkelde regels van de eeuwenoude traditie leert zij niet alleen met haar vijf zintuigen te genieten, maar ook tot inkeer te komen en rust en geluk te vinden. Door Thee ondervond zij in het nu aanwezig te zijn en van elk treffen te genieten, want iedere ontmoeting is bijzonder, iedere verrichting beduidend en ieder ogenblik waardevol. Een inspirerend boek.
Paperback
februari 2025
232 pagina’s
Uitgeverij Atlas Contact
ISBN 9789045051277
€ 22,99
*** Jan Paul Schutten – Complot
De aarde is plat, de maanlandingen zijn in scène gezet, de Mossad heeft de aanslagen van 11 september 2001 gepleegd. Complottheorieën zijn verklaringen voor gebeurtenissen die het bestaan van complotten beweren. Achter deze complotten ziet de complotdenker meestal machtige, sinistere groeperingen en dikwijls een politieke motivatie.
Kinderboekenschrijver Jan Paul Schutten (1970) behandelt in zijn boek ‘Complot; de spannendste samenzweringstheorieën (en zijn ze waar?)’ enkele van deze complottheorieën. Acht daarvan bespreekt hij in dossiervorm, zoals “klimaatverandering”, “wereldheerschappij van de elite” en “Covid-19”.
Schutten neemt eerst het complot in het kort door, geeft dan een tijdlijn, neemt vervolgens de argumenten van de complotdenker door, noemt eventueel de deelnemers aan het complot, biedt soms een interview met een complotdenker erover en evalueert een slotoordeel. Hij vermeldt denkfouten, biedt een “waarheidsdetector” aan en beschrijft toeval en drogredenen.
Schutten toont hoe complottheorieën werken en welke redeneringen er gevolgd worden. Uit de complottheorieën in het boek blijkt dat veel mensen erin geloven omdat ze de overheid, de media of de wetenschap wantrouwen.
Zo kritisch als Schutten is over de complotdenker, zo beperkt is hij in zijn kritiek op wetenschappers, politici en de media. Hij spreekt slechts over nepnieuws op social media, niet over de voorbeelden van fakenieuws bij CNN, The New York Times of de BBC. En George Soros heeft volgens Schutten slechts “veel weggegeven […] aan goede doelen”.
Onbesproken laat Schutten tevens dat virologen elkaar tijdens Corona telkens tegenspraken en het dikwijls zelfs bij het verkeerde eind hadden; “kinderen dragen minder bij aan de verspreiding” (Koopmans), “kinderen net zo besmettelijk als oudere leeftijdsgroepen” (Drosten), “inenten van kinderen heeft effect” (Van Dissel), “mondkapjes werkten juist averechts” (Koopmans), “mondkapjes opdoen heeft geen enkele zin” (Van Dissel).
Het zou interessant geweest zijn als het boek dit specifieke effect van media en wetenschappers op complotdenkers had uitgediept. Nu blijft ‘Complot’ een leuk leesboek, maar ook niet meer dan dat. Met fraaie illustraties van de Vlaamse graphic-novelkunstenaar Koen Aelterman (1988).
Hardcover
april 2025
194 pagina’s
Uitgeverij Blauw Gras
ISBN 9789493374171
€ 19,99
** Koert Debeuf – Wat je moet weten om het Midden-Oosten te begrijpen
De pro-Hamas demonstraties over de hele wereld met leuzen als “From the river to the see” laten zien dat velen weinig weten van het Midden-Oosten en zijn geschiedenis. De vele vragen hierover die bij de Nederlandse historicus en filosoof Koert Debeuf (1974) terechtkwamen, toonden hem de behoefte aan een overzicht van de geschiedenis van het Midden-Oosten. Dit resulteerde in zijn nieuwe boek ‘Wat je moet weten om het Midden-Oosten te begrijpen’.
Debeuf koos ervoor zich in het boek te concentreren op de laatste 200 jaren van de regio tussen Egypte, Iran en Turkije. In twaalf hoofdstukken behandelt hij de vroege islam met zijn kalifaten, het Ottomaanse rijk, de overheersing door het Westen, de onafhankelijkheid van de landen, het conflict tussen Israël en de Palestijnen, het jihadisme en de toekomstige twistpunten.
In het meest interessante deel van het boek beschrijft Debeuf de rol van de westerse landen na de val van het Ottomaanse rijk en de uiteindelijke weg naar onafhankelijkheid van de diverse landen in het Midden-Oosten. En terwijl de puinhopen van de wereldoorlogen de West-Europeanen verplicht hebben ze te laten zijn wat ze zijn, zijn historische trauma’s in de geest van de bevolking in het Midden-Oosten nog altijd zeer aanwezig.
Debeuf geeft aan dat hij zich moest inhouden om niet uit te wijden en meer details te geven. Echter, bondigheid dient niet ten koste te gaan van de feitelijkheid. Zo beschrijft het boek op slechts één pagina het conflict tussen Israël en de Palestijnen van 1930 tot 1947 en dat doet deze periode geen recht.
Met name halve waarheden in het boek misleiden van werkelijke feiten. Op de dag van de VN-stemming in 1947 “brak een burgeroorlog uit, waarbij tijdens gewelddadige zuiveringen en slachtingen vooral veel Palestijnse slachtoffers vielen”, aldus Debeuf. Hij vermeldt echter niet dat de gevechten begonnen door onregelmatige groepen Palestijnse Arabieren, die aanvallen op Joodse steden, nederzettingen en strijdkrachten lanceerden.
“Ongeveer 600.000 Arabische Palestijnen waren gevlucht of verdreven” schrijft Debeuf aangaande de Onafhankelijkheidsoorlog. Onvermeld laat hij dat de Arabische landen hen hadden opgeroepen het land te verlaten omdat zij Palestina zouden binnenvallen.
“Meer dan twee derde van die joden kwamen (sic) uit andere landen in het Midden-Oosten waar zij tot dan hadden gewoond”. Debeuf laat hier weg dat ook de Joden vluchtelingen waren, die werden verdreven uit de Arabische landen.
Het is duidelijk waar de sympathie van Debeuf ligt, aangezien hij tussen 2011 en 2016 in Egypte woonde en in 2021 promoveerde op de invloed van de Arabische op de Westerse filosofie in de late middeleeuwen. Deze genegenheid is vooral te zien aan zijn woordkeuzes. Zo pleegden Palestijnen “vernielingen” en Joden “aanslagen”. Het woord “joden” schrijft Debeuf consequent met een kleine letter waar een hoofdletter (= “tot het Joodse volk behorend”) op zijn plaats zou zijn geweest. De opzet van ‘Wat je moet weten om het Midden-Oosten te begrijpen’ was een korte, leesbare geschiedenis van het Midden-Oosten te geven, maar door de halve waarheden, vooringenomenheid en subjectiviteit mist het boek helaas zijn doel.
Paperback
februari 2025
224 pagina’s
Uitgeverij De Bezige Bij
ISBN 9789403134635
€ 21,99
***** Alberto Zonan & Frédéric Brémaud – Agatha Christie; 15. Rally naar Bagdad 1/2
De verhalen van de Britse schrijfster Agatha Christie (1890-1976) worden sinds 2018 gepubliceerd in stripvorm, waaraan diverse tekenaars en scenaristen meewerken. Nu is in deze reeks haar boek ‘They Came to Baghdad’ (1951) verschenen als de tweeluik ‘Rally naar Bagdad’. De delen 15 en 16 verschijnen tegelijkertijd.
Na de introductie van de hoofdrolspelers in deel 15 en de zoektocht naar het bewijs van een geheime organisatie die de wereldvrede wil verstoren, begint de jonge, enthousiaste avonturierster Victoria Jones aan haar onderzoek. Daarbij komt zij terecht in een web van intriges en vermommingen.
‘Rally naar Bagdad’ is één van Christies weinige thrillers en de Britse schrijfster kon hier haar hele fantasie de vrije loop laten. Het verhaal heeft vaart door de snelle scènewisselingen die je zo nu en dan doen duizelen en is bij tijd en wijle geestig en met Christies gebruikelijke smeuïgheid geschreven.
De Italiaanse illustrator Alberto Zanon en de Franse scenarist Frédéric Brémaud (1973) hadden al eerder in de reeks samengewerkt in onder andere deel 11 ‘Drama in drie bedrijven’. Zanon zorgt met zijn illustraties voor een passende, nostalgische sfeer en opnieuw is de inkleuring van Fabien Alquier en de Nederlandse vertaling van Natasja van Loon.
mei 2025
48 pagina’s
Uitgeverij Dark Dragon Books
ISBN 9789464607734 (softcover)
€ 11,95 (softcover)
**** Andrea Meloni, Luca Blengino, Davide Goy, Catherine Brice – Zij schreven geschiedenis; 21. Mussolini
De collectie ‘Ils ont fait l’Histoire’ brengt sinds 2014 verschillende historici, scenaristen en tekenaars samen om geschiedenis toegankelijker te maken door middel van strips. In de Franse reeks worden inmiddels reeds 44 albums aangeboden. In het Nederlands wordt de serie uitgebracht onder de titel ‘Zij schreven geschiedenis’.
In november 2022 verscheen in het Frans ‘Mussolini’, die nu in Nederlandse vertaling is uitgebracht. Het verhaal wordt verteld door de stad Rome zelf, die in oktober 1922 de mars van Benito Mussolini (1883-1945) en zijn Zwarthemden aanschouwt. Mussolini grijpt in de jaren daarna de macht met een revolutionaire en gewelddadige beweging: het fascisme.
Dit historische verhaal focust zich met name op de architectuur. Het toont hoe Mussolini de stad Rome herschiep als propaganda-instrument van zijn regime. De dictator gaf de Eeuwige Stad opnieuw vorm met monumentale bouwwerken en ingrijpende stedelijke veranderingen.
De Italiaanse scenaristen Luca Blengino (1978) en Davide Goy (1989) werkten al samen aan onder andere deel 18 ‘Alexander de Grote’. Zij laten zien hoe architectuur en ideologie hand in hand gingen in de opkomst en ondergang van het fascisme. Hun landgenoot Andrea Meloni maakte de illustraties. De strip stopt helaas in juni 1944 en toont daardoor niet hoe het met Mussolini afliep. Achterin een dossier van acht pagina’s over Mussolini door historica Catherine Brice (1957).
juni 2025
56 pagina’s
Uitgeverij Daedalus
ISBN 9789463949378 (softcover)
€ 10,95 (softcover)