***
© Matthias Stutte
Mönchengladbach, 2 mei 2025

Mönchengladbach viert feest met ‘Faust’

Waar in de wereld kunnen operaliefhebbers kiezen uit twee verschillende producties van Gounods opera ‘Faust’ op nog geen uur rijafstand? In de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen – net over de Nederlands-Duitse grens – wordt in Wuppertal een nieuwe productie van ‘Faust’ gepresenteerd en in Mönchengladbach de opera tijdens de Festwochen gespeeld.

Krefeld en Mönchengladbach ondertekenden op 19 april 1950 een theatercontract, waarbij de onafhankelijke theaters van de steden werden samengevoegd. In het seizoen 2024/25 viert deze vereniging haar 75-jarig theaterhuwelijk en vinden tussen 5 april en 18 mei 2025 in de theaters van beide steden de Festwochen plaats. In dat kader wordt in Mönchengladbach – met haar ruim 250.000 inwoners – de productie van de opera ‘Faust’ (1859) van Charles Gounod (1818-1893) gespeeld.

Deze productie van de Cyprisch-Duitse regisseur Anthony Pilavachi (1962) beleefde in 2023 haar première in Krefeld. Pilavachi had zich 15 jaar geleden al aan het publiek van Krefeld en Mönchengladbach voorgesteld met ‘Der Freischütz’ en was in 2022 verantwoordelijk voor een schitterende ‘Salome’ (LINK). Zijn ‘Faust’ kan zich echter met zijn vorige successen niet meten.

Het minimalistische decor van de Oezbeeks-Duitse ontwerpster Tatjana Ivschina (1976) is somber in zwart met verschuifbare zuilen, nevel en geprojecteerde wolken. Ivschina’s kostuums zijn voor Faust, Méphistophélès, zijn gevolg en de Matrones in de tweede en vierde akten tijdloos zwart. Kleur wordt in deze beide akten slechts gegeven door de kostuums van de danseressen en de soldaten, die de 19e eeuw suggereren.

Pilavachi opent de opera al niet heel spannend. Op het moment dat Faust de duivel aanroept om hem liefde en jeugd te geven, staat Méphistophélès inmiddels reeds een kwartier lang op het toneel, waardoor diens opkomst dramatisch én muzikaal geen climax krijgt. Daarna lukt het Pilavachi ook niet het verhaal van de laatste twee akten duidelijk te vertellen. Het tafereel in de kamer van de zwangere Marguerite, de kathedraal waar zij – in deze enscenering nog steeds zwanger – bidt en de gevangenis waar zij zich vanwege de moord – in deze enscenering miskraam ?! – op haar kind bevindt, is te onbepaald en kan zonder voorkennis of boventiteling niet worden begrepen.

Vier van de zes solisten – Woongyi Lee als Faust, Sophie Witte als Marguerite, Jeconiah Retulla als Valentin en Bettina Schaeffer als Siebel – bezitten helaas nog niet de vocale rijpheid en charisma om een hele avond te boeien. De Duitse bas Matthias Wippich – inmiddels ruim 20 jaren ensemblelid in Krefeld/Mönchengladbach – stopt de partij van Méphistophélès de eerste drie akten in zijn neus, maar is in de laatste bijdrijven fraai open en geeft de duivel uitstraling. De Duitse mezzo Eva-Maria Günschmann – ook alweer 15 jaar in Krefeld/Mönchengladbach – is een heerlijke Marte in rolstoel.

In de laatste akte zijn de Walpurgis Scène en de balletmuziek weggelaten, wat vaker gedaan wordt en waardoor een betere flow ontstaat. In de vierde bedrijf is de kerkscène naar het einde van de akte verplaatst, wat eveneens vaker gedaan wordt en waardoor het ook hier muzikaal meer stroomt, maar minder contrastrijk is.

Ook orkestraal en bij het koor valt er veel te genieten. De muzikale leiding heeft de Estlandse dirigent Mihkel Kütson, die inmiddels sinds 2012 Generalmusikdirektor in Krefeld/Mönchengladbach is en er illustere GMDs als Lothar Zagrosek (1977–1982) en Yakov Kreizberg (1988–1994) opvolgde. Met de Niederrheinische Sinfoniker gebruikt Kütson Gounods klankpalet genuanceerd. Het slagwerk voor de soldaten is strak, het koper voor de duivel is dreigend en de harpen voor Marguerite sprankelen. Het Opernchor des Theaters Krefeld Mönchengladbach speelt en zingt de zeer diverse partijen van burgers, danseressen, engelen, matrones, soldaten en studenten nauwkeurig en geconcentreerd. Felicitaties voor het jarige Mönchengladbach!