Het monodrama ‘Erwartung’ (Praag, 1924) van Arnold Schönberg (1874-1951) is één van de sleutelwerken uit de cultureel revolutionaire periode in het begin van de 20e eeuw, toen de Weense componist en zijn omgeving zich tot de atonaliteit wendden. De opera blijft tot op de dag van vandaag een fascinerend werk en boeit vooral door de verbinding met Freud en de psychoanalyse die Marie Pappenheim in haar libretto overbrengt.
Het is nacht. Een jonge vrouw staat aan de rand van een duister bos en de maan en een krekel brengen herinneringen boven. Wanhopig betreedt zij het dreigende woud omgeven door hoge, dichte bomen. In een open plek wordt zij bevangen door zinsbegoochelingen en angsten. Dan komt zij op een pad en neemt plaats op een bank. Als ze met haar voet iets raakt, beseft ze tot haar schrik dat het het lichaam van haar dode minnaar is.
‘Erwartung’ is een “Angsttraum”. De traumatische gebeurtenissen van de dood van de geliefde zijn onderdrukt of vergeten door het bewuste van de vrouw, maar fragmentarisch komen details naar boven gedurende haar angstaanvallen. Het trauma over het verlies van haar geliefde, de afhankelijkheid van hem, de amnesie, de hallucinaties en het onvermogen gevoelens in taal uit te drukken vinden in de opera hun geluid.
1.
De Washington Opera Society gaf op 28 december 1960 een uitvoering van ‘Erwartung’ in Washington en de betrokken musici van deze productie namen in de twee dagen daarna het werk voor Columbia Records op. De Duitse sopraan Helga Pilarczyk zong de partij van de Frau. Op 21 juni 1958 had zij ook de Nederlandse première van ‘Erwartung’ gezongen in het kader van het Holland Festival. Het Residentie Orkest stond toen onder leiding van Hans Rosbaud in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen van Den Haag. Pilarczyk was een dramatische sopraan met rollen als Elektra en Salome en zij laat horen dat Schönberg de partij voor de dramatische sopraan Marie Gutheil-Schoder – die ook Elektra en Salome zong – had geschreven.
Pilarczyk is fantastisch in haar nervositeit en gespannenheid. Haar spontane uitbarstingen en haar geestelijke opwinding zijn geweldig. Zij komt het dichtst bij de “hysterie” van Pappenheim, Freud en Breuer en geeft de meest uitgelezen tekstuitbeelding op CD. De stem mist zo nu en dan glans en zij klinkt oud (zij was hier pas 35 jaar!), maar haar Durchschlagskraft, Sprechgesang à la Klytaemnestra, non-vibrato tonen en nauwkeurigheid zijn indrukwekkend en de hoge Bessen en Bs zijn à point.
Er zijn nog twee opnamen van Pilarczyk in ‘Erwartung’. Zij zong de partij in hetzelfde jaar nog in een tragere studio-uitvoering onder leiding van Hermann Scherchen (label Wergo) en er bestaat nog een live-opname van haar met het Češki Filharmonijski Orkestar onder leiding van Václav Neumann kort voor haar podiumafscheid in 1967, maar die uitvoering verscheen nooit op CD. Er zou tevens nog een video-registratie van ‘Erwartung’ bestaan met Pilarczyk en Scherchen uit 1961. Die opname was gemaakt voor het Gravesano Electro-Acoustic Institute, dat de dirigent zelf had opgericht.
De Amerikaanse dirigent Robert Craft was een Schoenberg-specialist en bijna de helft van zijn Columbia-opnamen (44CDs!) is gewijd aan de Weense componist. Hij had als jonge dirigent Schönberg kort voor diens overlijden nog ontmoet. Crafts lezing biedt de nerveusheid en gespannenheid, het duister, het gevaar en de dreiging. Met het Washington Opera Society Orchestra volgt hij goed de zang van Pilarczyk en het orkest is zorgvuldig in de enorme hoeveelheid tempowisselingen. Craft zou ‘Erwartung’ 40 jaar later nogmaals opnemen met Anja Silja voor Decca.
Sony 19658706112 (44CDs) / 27:00
2.
‘Erwartung’ werd op 21 april 1955 voor de Bayerische Rundfunk opgenomen in de Herkulessaal van de Münchner Residenz. De Frau werd hier gezongen door de Hongaarse sopraan Magda László, een specialiste in het moderne repertoire en de eerste La Madre in Dallapiccola’s ‘Il Prigioniero’. Zoals Pilarczyk als Klytaemnestra klinkt, zo klinkt László als de 18-jarige Salome. De angst, de hoop, de illusie, de realiteit, de jaloezie en de verheerlijking van de jonge Frau, alles hoort men in haar stem. En toch is elke toon nauwkeurig, is het gezongen en één geheel. Haar Duits is hier beter dan haar uitspraak was tijdens de uitvoering van 6 november 1953 met het Orchestra Sinfonica di Torino della Radiotelevision onder leiding van de Duitse dirigent Hermann Scherchen waarvan een slechte geluidsopname bestaat (label Stradivarius).
László werkte veel met Scherchen, die veel muziek van moderne componisten promootte. Scherchen giet hier ‘Erwartung’ in dezelfde expressionistische vorm als Craft, Mitropoulos en Rosbaud. Opvallend hoe zeker, intens en gecontroleerd het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks speelt als men weet dat Scherchen geen dirigeerstok gebruikte en alles via minuscule handbewegingen kenbaar maakte. Scherchen geeft hier een opvallend snellere lezing dan hij in 1953 in Turijn gaf en ook later in Hamburg (zie Bonus) en met de Nordwestdeutsche Philharmonie (label Wergo) was.
Orfeo C 274 921 B (1CD) / 26:55
3.
De New Yorkse Metropolitan Opera première van ‘Erwartung’ was op 16 januari 1989. De Amerikaanse sopraan Jessye Norman gaf toen onder leiding van haar landgenoot en dirigent James Levine tien uitvoeringen van het werk. Vier maanden later in april 1989 namen zij de opera op in de Manhattan Center Studios van New York voor het label Philips.
Jessye Norman is verrassend als de Frau. Haar dikwijls aandikken van muziek en tekst past hier uitstekend. De stemmingswisselingen van de Frau schetst zij fraai en qua tekstuitdrukking benadert zij als enige de expressie van Pilarczyk. Daarnaast is Normans zang verrukkelijk, weelderig, nauwkeurig en daar waar nodig krachtig.
James Levine en het Metropolitan Opera Orchestra geven een uitvoering vol concentratie en zeggingskracht. Bovendien biedt Levines gulle leiding ook warmte, schoonheid en intensieve krachtsexplosies. De geluidsopname is – naast die van Von Dohnányi op Decca – de beste op CD.
Philips 426 261-2 (1CD) / 32:38
4.
‘Erwartung’ kreeg op 20 mei 1952 zijn Franse, concertante première tijdens een festival in Parijs gesponsord door het Congress for Cultural Freedom. De Grieks-Franse mezzo Írma Kolássi leerde daarvoor de partij in twee weken, nadat Birgit Nilsson had afgezegd. Het is ongelooflijk hoe Kolássi de partij in zo’n korte tijd zo nauwkeurig heeft kunnen instuderen, ook al zijn er hier en daar foutjes. De beheerste voordracht, haar klarinetachtige klank en het tragische en verdrietige timbre zijn prachtig en het vuur van de angst maakt zij voelbaar.
Een andere Schoenberg-expert was de Oostenrijkse dirigent Hans Rosbaud, die met Helga Pilarczyk in 1958 ook de Nederlandse première van ‘Erwartung’ zou geven. Met het Orchestre National de la Radiodiffusion française geeft hij een bijtende en suggestieve lezing.
Melism MLS-CD014 (1CD) / 27:00
5.
De Amerikaanse première van ‘Erwartung’ was op 15 november 1951 in Carnegie Hall te New York, vier maanden na het overlijden van Schönberg. Vier dagen na de première namen de betrokken musici op 19 november 1951 de opera op in de Columbia 30th Street Studio van New York. Het was de eerste studio-opname van ‘Erwartung’.
De Amerikaanse sopraan Dorothy Dow – niet te verwarren met Dorothy Dorow – was hier 31 jaar en had al Brünnhilde in ‘Götterdämmerung’ gezongen. Dow is zo zeker van de noten en zingt strak zonder boogjes met een fraai legato. Het timbre is metalig, soms geknepen, haar dynamiek is continu gelijk en het pppp in de finale negeert zij. Maar spannend is het wel!
Er is geen neurotischere lezing van ‘Erwartung’ dan die van de Griekse dirigent Dimitri Mitropoulos. De New York Philharmonic speelt niet altijd even nauwkeurig, maar Mitropoulos heeft grip op het idioom van Schönberg. Luister naar de herinneringen aan de slaapkamer in de vierde scène, waarin Mitropoulos onder de huid kruipt.
Archipel ARPC 0093 (1CD) / 27:12
BONUS:
Dit is een registratie van enkel de orkestpartij van ‘Erwartung’ zonder sopraan. Het is een opname uit Hamburg in 1959 van het Sinfonie-Orchester des Norddeutschen Rundfunks onder leiding van Hermann Scherchen. Mogelijk betreft het hier een repetitie van het werk. Scherchen had Schönberg gekend en in 1912 had Scherchen zijn dirigeerdebuut gemaakt tijdens de wereldpremière van Schönbergs ‘Pierrot Lunaire’ in Berlijn.
De duisternis in de eerste scène aan de rand van het bos, de dreiging in de tweede scène in het bos, de zinsbegoocheling in de open plek van het bos in de derde scène en ten slotte de spanning en opwinding in de laatste scène op de weg bij het dode lichaam van de minnaar, alles hoort men in deze lezing van Scherchen. Een interessante opname om zich te kunnen concentreren op uitsluitend de orkestpartij.
Arkadia CDGI 769.1 (1CD) / 29:35