***
© Thomas M. Jauk
Dortmund, 17 november 2022

‘La Juive’ even terug op Joods heilige grond

In de finale van de opera ‘La Juive’ in Theater Dortmund wordt Rachel – de vermeende dochter van de Joodse edelsmid Éléazar – gekruisigd op bevel van kardinaal Brogni. Rachel blijkt echter de dochter van Brogni zelf te zijn, die zijn gezin door een brand verloren waande. Als de rancuneuze Éléazar hem na de kruisiging vertelt dat hij net zijn eigen dochter om het leven heeft gebracht, valt de kardinaal vertwijfeld op zijn knieën.

Het dramatische libretto van de opera ‘La Juive’ vervaardigde de Joods-Franse schrijver Eugène Scribe in vijf bedrijven voor de Joods-Franse componist Jacques Fromental Halévy (1799-1862). Scribe schreef zo’n 100 operalibretti, waaronder tekstboeken voor Auber, Meyerbeer, Bellini, Donizetti, Rossini, Cilea en Verdi. De wereldpremière van ‘La Juive’ vond plaats op 23 februari 1835 in de Académie Royale de Musique, de voorloper van de Opéra van Parijs. Het was slechts vier jaren nadat in Frankrijk een wet was aangenomen, die zei dat alle godsdiensten als evenwaardig beschouwd werden.

‘La Juive’ is een meesterwerk over het conflict tussen het joden- en christendom. De opera werd gedurende 100 jaren doorlopend opgevoerd totdat de nazi’s de werken van Halévy verboden. In 1938 werd de Alte Synagoge van Dortmund gesloopt en in de Tweede Wereldoorlog werd ook het Stadttheater Dortmund vernietigd. Op de plek van de voormalige synagoge werd na de oorlog niet het Joodse gebedshuis heropgebouwd, maar kwam het nieuwe Theater Dortmund te staan. Hier werd in 1996 ‘La Juive’ voor het laatst opgevoerd en nu is de opera na 26 jaren terug in de grootste stad van Westfalen met zo’n 600.000 inwoners. Het Theater Dortmund biedt plaats aan 1170 personen en louter 300 bezoekers waren in de zaal tijdens de derde uitvoering van de nieuwe productie.

Slechts twee weken voor de première van ‘La Juive’ in Dortmund had de Nederlandse regisseur Sybrand van der Werff de regie overgenomen van Lorenzo Fioroni, die schijnbaar niet tot overeenstemming met de leiding van het gezelschap kon komen. De Nederlander moest het waarschijnlijk doen met de middelen die al voorhanden waren. Zo is het decor helaas in vier van de vijf akten een saaie, witte doos. Van der Werff is een goed verteller en weet het verhaal van ‘La Juive’ helder te beschrijven. Zijn personenregie is sterk, ook al blijft hij stuntelen met het Opernchor Theater Dortmund dat of stijf staat te wachten of een lullig dansje opvoert.

Er wordt voldoende tot ruim voldoende gezongen. De Duitse sopraan Barbara Senator schetst de titelrol van Rachel innemend met ronde, lyrische sopraan. Soms zijn wat meer kleuren gewenst en is de stem breed in de hoogte. De tenor Mirko Roschkowski is terug in zijn geboortestad als Éléazar. Hij biedt een geestdriftige vertolking van de meedogenloze, Joodse edelsmid. Vooral is hij in zijn element in het lyrische gedeelte van de partij en aan de aria “Rachel, quand du Seigneur” geeft hij mooie, lange lijnen. De Zuid-Koreaanse tenor Sungho Kim heeft een fraai lyrisch geluid voor Léopold. Helaas waren al zijn hoge Cs geschrapt. De Albanese sopraan Enkeleda Kamani vertolkt Eudoxie met vriendelijk soubrettetimbre en de Bulgaarse bas Denis Velev als Brogni zingt met gevoileerde klank, dikwijls onverstaanbaar en ongesteund.

De partituur is met ruim een kwart ingekort. Geschrapt zijn uit de eerste akte de sérénade van Léopold, het duet Rachel/Léopold, het koor, het drinkenmanskoor en de wals en uit de derde akte de aria van Eudoxie en het duet Eudoxie/Rachel. De cavatine van Éléazar is verzet van het begin naar het einde van de tweede akte en ook het koor “Quel plaisir!” is van het begin van akte V naar de finale II verplaatst. Het productieteam wist het natuurlijk weer beter dan de componist…

De Duitse gastdirigent Philipp Armbruster en de Dortmunder Philharmoniker maken deelgenoot van het deze partituur met massascènes, grote ensembles, maar ook subtiele aria’s, duetten en tussenspelen. De partituur van ‘La Juive’ waar zelfs de antisemitische Wagner bewondering voor had en waarvan Mahler zou hebben gezegd: “Ik ben absoluut overweldigd door dit schitterende, indrukwekkende werk. Ik beschouw het als één van de grootste opera’s die ooit geschreven is.”