***** CD van de MaandDe opera ‘Der Kaiser von Atlantis’ van de Tsjechische componist Viktor Ullmann (1898-1944) werd op 10 oktober 2021 concertante uitgevoerd in het Prinzregententheater van München en de live-opname is nu op CD verschenen.

‘Der Kaiser von Atlantis’ is een aangrijpend parabel over de tiran Kaiser Overall, die heerst totdat de Dood zijn dienst weigert. Het werk beeldt de totaliteit en gruwelijkheid van Hitlers heerschappij over het Duitsland in de jaren dertig en veertig uit. Ullmann componeerde de eenakter in 1943 in het concentratiekamp Theresienstadt op een libretto van zijn medegevangene Peter Kien (1919-1944). Begin 1944 bracht Ullmann een reeks veranderingen aan het werk aan en in augustus en september van 1944 repeteerde hij de opera in Theresienstadt in blok L 411. Een maand later werden Ullmann, Kien, hun echtgenotes en hun ouders naar Auschwitz gedeporteerd en daar door de Nazi’s vermoord.

Van ‘Der Kaiser von Atlantis’ bestaan drie bronnen: Ullmanns handgeschreven autograaf, een fotocopy van Kiens handgeschreven libretto en een getypt – afwijkend en wellicht zelfs gecensureerd – libretto van waarschijnlijk enkele maanden na de repetitie in Theresienstadt. De handgeschreven autograaf bevat diverse veranderingen van tekst én muziek die tijdens de repetities werden aangebracht. Deze bronnen bieden aldus multipele uitvoeringopties en men kan dan ook niet een echt definitieve versie van het werk geven.

De uitvoering in München had een bezetting van zes vocale solisten, net als in Theresienstadt. De Hongaarse bariton Adrian Eröd is een uitstekende Kaiser Overall en de Duitse bas Lars Woldt is de beste Lautsprecher op CD. De Duitse mezzosopraan Christel Loetzsch is een expressieve, dramatische Trommler en de Amerikaanse sopraan Juliana Zara is een pinnige Bubikopf. De Koeweitse bas Tareq Nazmi vertolkt Der Tod meer lyrisch als basso cantante dan grimmig als Schwarze bas en de Oostenrijkse tenor Johannes Chum is helaas een ondermaatse, geknepen Harlekin.

In München werd een editie van Henning Brauel en Andreas Krause voor Uitgeverij Schott uit 2015 gebruikt. De radioproclamatie met vervormde radiofrequenties – zoals in het libretto van Kien staat in de laatste scène tussen het slaaplied van Harlekin en het waanzinsterzet – is weggelaten. Er is wel extra proza ingelast om de live-uitvoering op te leuken. Ook de dialoog tussen Der Tod en Overall voor de Abschiedsaria is helaas overgeslagen. In de finale zingt Der Kaiser de cynische, dramaturgisch sterkere versie van de Abschiedsaria “Der Krieg is aus” op tekst van Kien en niet Ullmans tweede, afgezwakte versie van de slotaria “Vor allem, was geschieht” met de milde, levensbevestigende muziek op tekst van Felix Braun. Deze laatste tekst komt vermoedelijk uit Ullmanns ‘Symphonie Phantasie’ (1924), die verloren gegaan is.

Het Münchner Rundfunkorchester speelt onder leiding van de 26-jarige Oostenrijkse dirigent Patrick Hahn – sinds 2021 GMD in Wuppertal en eerste gastdirigent van het Münchner Rundfunkorchester – een weelderige versie met uitgebreid strijkorkest en niet de solistische bezetting van Ullmann zelf. Gelukkig is wel gekozen voor harmonium en klavecimbel. De geluidskwaliteit van de opname is fraai helder. Van alle beschikbare opnamen van ‘Der Kaiser von Atlantis’ is deze opname één van de betere.
BR Klassik 900339 (1CD)



***** De Nederlandse sopraan Klaartje van Veldhoven en organist Matthias Havinga namen tussen 9 en 11 november 2020 werken van vier Nederlandse componisten op in de Sint Josephkerk te Haarlem. Het album opent met ‘Maria, schone vrouw’ van Hendrik Andriessen (1892-1981), die van 1913 tot 1934 organist in de Sint Josephkerk was geweest. De katholieke Andriessen componeerde het werk op 8 augustus 1942 in het gijzelaarskamp Haaren – en niet in St. Michielsgestel zoals Havinga in het CD-boekje schrijft –  waar hij een maand eerder als politieke gevangene naartoe was gedeporteerd. Hij componeerde het gebed daar als 23-jarig huwelijksgeschenk aan zijn echtgenote Johanna Anschütz. Klaartje van Veldhoven zingt het mooi intiem en Havinga begeleidt fraai ingetogen.

Het rooms-katholieke geloof komt terug in Andriessens cyclus en titel van het album ‘Miroir de Peine’ (1923). Hier belicht Andriessen in vijf liederen de lijdensweg van Christus uit de optiek van moeder Maria. Klaartje van Veldhoven vertolkt Maria’s herinneringen aan Christus’ jeugd, haar worteling met zijn ondraaglijk lijden en haar uiteindelijke acceptatie helder met Debussy-achtige lijnen. Vervolgens bezingt zij in Andriessens bekende ‘Magna res est amor’ (1919) de liefde puur en stralend en beschrijft daarna in ‘La Sainte Face’ (1922) als vader aan zijn zoon fijn genuanceerd het gelaat van Christus. Havinga geeft de beeldschone orgelpartij een frisse geest met schitterend contrapuntische melodieën. In de eerste maten komt overigens het ‘Kol Nidrei’ van Max Bruch om de hoek kijken.

De Joodse componist Bertus van Lier (1906-1972) schreef ‘Vrijheid’ (1945) nadat hij in de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam was ondergedoken. Het werk ging op 9 juni 1945 in het Amsterdamse Concertgebouw in première voor jongenskoor en orgel en is een triomfantelijk en uitbundig werk. In het CD-boekje schrijft Havinga dat hij de pianopartij aanpaste voor orgel, maar onduidelijk is het of de originele orgelpartij verloren is gegaan. De Joodse componist Rosy Wertheim (1888-1949) overleefde de oorlog eveneens door onder te duiken. Haar ‘Hymne’ (1929) gebruikt de Franse vertaling van ‘Magna res est amor’ en was oorspronkelijk voor zang, viool en orgel. Havinga bewerkte het voor zang en orgel en Klaartje van Veldhoven zingt het met een gouden randje.

Bertus van Lier was na de oorlog uitgesproken in zijn mening over collega’s als Henk Badings (1907-1987). Badings was in de oorlog onverminderd actief geweest en kreeg na de oorlog voor enige jaren een beroepsverbod. De CD besluit met zijn cyclus ‘Drie Geestelijke Liederen’ (1953) op tekst van de 17-eeuwse mysticus Jan Luyken. Na “Van Jesus de ware ruste” bewegend tussen roerige en zangerige thema’s en het melodische “Lied tot alle vermoeyde zielen” met zijn lange spanningsboog eindigt het werk met het spannende “Air”. Hier volgt na een lange orkestvoorspel vol boeiende stiltes een geheimzinnig, golvend en bedaard wiegelied over sterfelijkheid. Klaartje van Veldhoven beheerst de hele tessitura en Havinga is virtuoos in de interludes.

Tussendoor is Havinga solistisch nog te horen in Badings’ Toccata uit 1929 en Preludium en Fuga’s uit 1952 en 1955. Hij en Klaartje van Veldhoven hebben met ‘Miroir de Peine’ een fraai liefdesproject afgeleverd, opdat dit waardevolle repertoire niet vergeten wordt. Het CD-boekje bevat naast het essay van Havinga alle teksten, maar de vertalingen dient men op het internet te zoeken.
Brilliant Classics 96304 (1CD)



***** De Koningin Elisabethwedstrijd 2018 vond plaats tussen 1 en 12 mei van dat jaar en werd gewonnen door de toen 27-jarige bariton Samuel Hasselhorn. Deze Duitse zanger stond in april 2021 met de Engelse pianist Joseph Middleton in de concertzaal La Courroie van de Franse plaats Entraigues-sur-la-Sorgue voor de opnamen van liederen van Franz Schubert (1797-1828).

De 15 liederen op de CD ‘Glaube, Hoffnung, Liebe’ gaan over de drie thema’s geloof, hoop en liefde. Het album opent met de titellied, waarin Hasselhorn meteen de aandacht van de luisteraar weet te trekken met zijn mooie, kernachtige bariton en dynamische nuances. De CD bevat tevens een aantal rariteiten. Onder meer het prachtige “An dem Mond in einer Herbstnacht”, een origineel en lang lied door Hasselhorn openhartig gezongen en door Middleton schitterend ondersteund. Natuurlijk ook bekendere liederen zoals het tragische “Erlkönig” en ongedurige “Rastlose Liebe”, beide op teksten van Goethe. Luister ook naar “Am Tage aller Seelen” met mooie ronde klanken en lange lijnen, “Der Zwerg” door Hasselhorn met hartstocht gezongen en “Auf dem Wasser zu singen” met passende gereserveerdheid vertolkt.

Samuel Hasselhorn is een communicatieve zanger met in ieder register een aangenaam timbre. Joseph Middleton begeleidt voorkomend en zowel de vloeiende als de puntige begeleidingen zijn bij hem in uitstekende handen. De uitgave bevat twee boekjes, één met informatie over het repertoire en één met de liedteksten en Franse en Engelse vertalingen. Een boeiend album!
Harmonia Mundi HMM 902689 (1CD)



**** In Polen werd in 2021 de 100ste sterfdag herdacht van Władysław Żeleński (1837-1921). Deze Poolse componist schreef verschillende opera’s, enkele symfonische werken, kerkmuziek en ruim honderd liederen, maar kwam helaas in de schaduw te staan van Poolse componisten als Fryderyk Chopin en Stanisław Moniuszko. Van Żeleński’s liederen werden tussen 4 juni en 17 juli 2021 24 opgenomen aan de Kunstacademie in het Paleis Ziemstwa Pomorskiego van de Poolse stad Szczecin door de Poolse sopraan Katarzyna Dondalska en pianist Michał Landowski. Deze opnamen zijn nu uitgebracht op de CD ‘If You Love Me…’.

Żeleński is na Moniuszko de belangrijkste Poolse liedcomponist. Hij componeerde op teksten van leden van de nationalistische schrijversgroep Młoda Polska, zoals Przerwa-Tetmajer, Rydel en Wolska en andere bekende auteurs als Mickiewicz en de interessante schrijfster Narcyza Żmichowska. Zijn liederen zijn beeldschoon, toegankelijk en muzikaal vaak ongecompliceerd en gaan over liefde, vaderland en samenleving.

De CD opent met het lied “Łaskawa dziewczyna” op tekst van Żmichowska, sierlijk en zwierig gezongen door Katarzyna Dondalska. Daarna op tekst van Adam Mickiewicz vertolkt zij introvert het lyrisch melodieuze “Niepewność”. Pools nationale dansen schreef Żeleński ook, zoals de mazurka’s “Marzenia dziewczyny” en “Powrót piosenki” en de krakowiak “O Jaśku spod Sącza”, op tekst van Maryla Wolska en levendig gepresenteerd door Dondalska en Landowski. Dikwijls licht de piano de vocale partij toe, zoals in de fladderende liederen “Poleciały pieśni moje” en “Jaskółka”. Luister ook naar het door Dondalska melancholisch gezongen “Życzenie” en nostalgisch gebrachte “Na fujarce”. Boeiend ook de dialoog van piano en zang in “Brzozy” op tekst van Przerwa-Tetmajer.

De CD eindigt met het golvende duet “Barkarola” door Dondalska hier met de Poolse tenor Tomasz Krzysica en het stromende terzet “Dobra noc”, waarbij de Poolse tenor Piotr Kusiewicz aanschuift. Pianist Michał Landowski is in staat te vertellen, spanning te vormen en atmosfeer te creëren. Het CD-boekje bevat naast een oppervlakkig essay over Żeleński een beknopt verhaal over het repertoire van de pianist en alle liedteksten met Engelse vertaling. Een muzikaal feestmaal!
Acte Préalable AP521 (1CD)



*** De Duitse componiste Fanny Hensel (1805-1847) was de zus van de componist Felix Mendelssohn (1809-1847) en beiden werden op 21 maart 1816 christelijk gedoopt, waarbij “Bartholdy” aan de familienaam werd toegevoegd. Fanny schreef honderden composities, waarvan diverse liederen onder de naam van haar broer Felix werden uitgebracht. Beiden stierven zij in 1847 – Felix een half jaar na Fanny – aan een beroerte.

De Israëlische sopraan Chen Reiss nam tussen 12 mei en 1 juli 2021 in de Bavaria Musikstudios te München werken van broer en zus Mendelssohn op met het Jewish Chamber Orchestra Munich onder leiding van de – van Joods-Hongaarse afkomst en in München geboren – dirigent Daniel Grossmann.

De CD opent met de Felix’ concertaria “Infelice!” voor sopraan en orkest uit 1834. De cabaletta “D’amor nel regno” is koren op de molen van Chen Reiss. Daarna het eerste van twee blokjes met vier liederen van Fanny Hensel, waarin de opusnummers niet chronologisch worden gepresenteerd. De liederen zijn fraai bewerkt voor orkest door de Israëlische pianist Tal Haim Samnon. De hoogten en diepten van gevoelens in “Die Mainacht” vragen wellicht om een bredere sopraan dan de soubrette van Chen Reiss. Luister naar Susana Gaspar op de Champs Hill CD. Soms is het vibrato van Reiss onrustig, worden de noten abrupt afgebroken, ontbreekt legato en laat zij in het Duits dikwijls een “e” achter de “n” vallen.

Daarna Fanny Hensels prachtig cantate Lobgesang ‘Meine Seele ist stille’, origineel voor sopraan, alt, gemengd koor en orkest, hier gearrangeerd door Samnon. Chen Reiss straalt in de aria “O dass ich tausend Zungen hätte”. Het tweede blok met liederen van Fanny Hensel opent met “Dämmerung senkte sich von oben”, waarin de dood als een schemering nadert. “Warum sind denn die Rosen so blass?” is één van Hensels mooiste liederen, een lied vol vragen eindigend met “Waarom verliet je mij?”. Na “Verlust” besluit dit gedeelte met het treurlied “Die frühen Gräber” door Chen Reiss met breed vloeiende golven gezongen en door Daniel Grossmann en het Jewish Chamber Orchestra Munich sober ondersteund met lage, begraven tonen. Men mist echter in deze droevige liederen bij Chen Reiss het zware hart en vraagt zich af of dit wel het juiste repertoire is voor haar mooie coloratuursopraan?

Na de concertouverture ‘The Hebrides’ van Felix Mendelssohn ten slotte de dramatische scène ‘Hero und Leander’ voor sopraan en orkest op tekst van Fanny’s echtgenoot Wilhelm Hensel. Een origineel werk vol met kleuren. Chen Reiss straalt hier en Grossmann en het Jewish Chamber Orchestra Munich begeleiden breekbaar en fris. Het CD-boekje bevat alle teksten met Engelse – ‘Infelice!’ tevens met Duitse – vertaling en een essay van Thomas Lackmann over “hoe Joods Fanny was”, maar helaas niets over het repertoire van deze CD.
Onyx ONYX4231 (1CD)