***** Albrecht Mendelssohn Bartholdy (1874-1936) was jurist, politicoloog en één van de Duitse waarnemers bij de onderhandelingen over het Verdrag van Versailles in 1919. In september 1933 werd hij in Duitsland vanwege zijn Joodse herkomst gedwongen terug te treden en in 1934 emigreerde hij naar Engeland. In Oxford overleed hij niet veel later aan maagkanker.
Maar Albrecht Mendelssohn was ook de kleinzoon van de componist Felix Mendelssohn. En aangezien afkomst zich niet verloochent en het artistieke bloed kruipt waar het niet gaan kan, bezat ook Albrecht bijzonder talenten en creativiteit. Voornamelijk componeerde hij liederen. Zijn muze was zijn leerlinge Magdalena ‘Lena’ Schoch die kort na haar afstuderen een collega en vertrouwelinge van de Albrecht werd en voor haar schreef hij liederen.
De liederen, die hij voor haar schreef, werden pas na haar dood teruggevonden. Of het deze werken zijn die door de Engelse bariton Ryan de Ryke, de Amerikaanse sopraan Julianne Baird en de Duitse pianiste Eva Mengelkoch tussen 16 maart en 6 juni 2019 in de Harold J. Kaplan Concert Hall van de Towson University te Maryland werden opgenomen voor de CD ‘Songs for Lena’ is onduidelijk. Helaas ontbreekt in het CD-boekje meer gedetailleerde informatie over de 28 opgenomen liederen.
De liederen beleven hier in ieder geval hun CD-première en blijken kleine juweeltjes. De meeste zijn liefdesliederen gecomponeerd op teksten van dichters waarvan ook Felix en diens zus Fanny gedichten gebruikten. Stilistisch zijn ze verwant aan de melodieuze muziek van begin 20ste eeuw. Ze zijn dikwijls strofisch en de piano speelt vaak de zangpartij mee, maar bovenal ademen zij de sfeer van Jugendstil.
De CD opent met het door De Ryke vurig gezongen, Engelstalige “Our signal in love”. Albrecht componeerde het in de laatste maanden van zijn leven en het is onderdeel van een onvoltooide liederencyclus op teksten uit de vertellingen van ‘Duizend-en-een-nacht’. Luister ook naar het door De Ryke ijzingwekkend vertolkte “In der Nacht” op tekst van Bruno Frank, die reeds Albrechts ongeloof en vervreemding in Oxford aankondigt. Daaropvolgend zingt hij het miniatuurtje “Wenn ich mir in stiller Seele” uit 1930 op tekst van Goethe, dat ook al door Fanny Hensel op muziek was gezet.
Beeldschoon tevens het “Widmung” op tekst van Rückert, luisterrijk gezongen door Julianne Baird. Er zijn daarnaast zeven liederen uit de verzameling ‘Des Knaben Wunderhorn’, allen met gevoel voor naïveté gebracht door De Ryke. Luister daarna naar het hoge, lastige “Im Volkston” op tekst van Von Eichendorff, ingetogen vertolkt door Julianne Baird. Zij zingt verder nog het prachtige “Liebesrose” op tekst is van Albrechts collega jurist en dichter Robert Piloty.
Vervolgens zingt De Ryke nog twee Franstalige liederen, waaronder “Mes vers fuiraient” op tekst van Hugo. Ten slotte vertolkt hij “Wenn zwei sich lieben”, dat Albrecht ook aan het einde van zijn leven componeerde. De Duitse pianiste Eva Mengelkoch toont zich een zeer sympathieke begeleidster die in ideale overeenstemming met de zangers beweegt. Zij schreef ook het essay over Albrecht Mendelssohn in het CD-boekje. De teksten zijn daarin afgedrukt met vertalingen. Een bijzondere CD met liederen van een bijzondere componist!
Naxos 8.579093 (1CD)
***** ‘Nostalgia’ is het derde album voor het label Pantatone van de Tsjechische mezzosopraan Magdalena Kožená. De titel van de CD, die in mei 2019 in de Meistersaal van Berlijn werd opgenomen, refereert naar de thema’s liefde, verlangen en onschuld van de 26 liederen op het programma. De liederen zijn van drie componisten die ieder vooral volkstradities in hun muzikaal idioom integreerden.
Het album opent met de cyclus ‘Dorpsscènes’ (1924) van Béla Bartók. De Hongaarse componist was geïntrigeerd door de volksmuziek die hij op zijn reizen tegenkwam. De vijf dorpsscènes van de cyclus werden pas in 1994 teruggevonden door Bartóks zoon. Het kwartier durende werk behandelt de levenswandel, van het hof maken van een vrouw, via de voorbereidingen voor het huwelijk, het huwelijk zelf, de geboorte van een kind tot en met de herneming van de levensloop. Kožená vertolkt – in het Slowaaks – de liederen nu eens morbide dan weer geestig. De Russisch-Israëlische pianist Yefim Bronfman trekt het volkse karakter van haar zangpartij met opera-achtige luister naar een huiverende, atonale periferie.
Vervolgens de liederencyclus ‘De Kinderkamer’ die de Russische componist Modest Moessorgski tussen 1868 en 1872 op eigen teksten componeerde. De zeven liederen beelden het intieme kinderleven uit. Kožená schakelt fraai tussen de realistische “Sprechgesang” en Russische melodieën en Bronfman illustreert met steeds harmonisch wisselende begeleiding de gebeurtenissen kostelijk. Luister naar het heerlijke “Het speelgoedpaard”, pure opera!
Ten slotte een fraaie selectie van liederen van Johannes Brahms. Volksmuziek had voor de Duitse componist – net als voor Bartók en Moessorgski – een belangrijke invloed op zijn liedrepertoire. Het bood hem directe uitdrukking en vrijheden, die Kožená hier – met prachtig weelderige begeleiding van Bronfman – in 14 liederen smaakvol presenteert.
Het resultaat van een bijna 20-jarige, artistieke samenwerking tussen Kožená en Bronfman komt op deze uitgave schitterend tot uitdrukking. Het CD-boekje bevat een goed uitstekend essay van Laura Tunbridge en de liedteksten met Engelse vertalingen. Een verrukkelijke CD!
Pentatone PTC 5186 777 (1CD)
***** Het Franse woord “prémice” betekent vrij vertaald “begin” of “eerste tekenen”, maar de CD ‘Prémices’ is niet het eerste album van de Waalse sopraan Sheva Tehoval. Het is haar tweede solo-album en zij nam de CD in januari 2020 op in de Studio van de Südwestrundfunk te Kaiserslautern. Ook zijn de liederen op het programma niet de eerste liederen van de vier componisten. De CD opent met de zes ‘Ariettes Oubliées’ van Claude Debussy en onmiddellijk weet Sheva Tehoval in deze cyclus te boeien. Haar soubrette heeft een aangenaam timbre en haar gevoeligheid voor tekst en muziek zijn opvallend.
Vervolgens drie cycli uit het Duitse repertoire. De ‘Drei Hölderlin-Gedichte’ uit 2004 van Wolfgang Rihm zingt zij vanzelfsprekend en betoverend. De liederen over vergeving, begeerte, vergankelijkheid en dwalen vertolkt zij prachtig delicaat. ‘Mädchenblumen’ op. 22, was de vijfde liederencyclus van Richard Strauss en de Duitse pianist Daniel Heide kan zich hier heerlijk uitleven in een gemengd boeket van twijfelende korenbloemen, wispelturige klaprozen, warmhartige klimop en sprankelende waterlelies. De ‘Vier Lieder’ op. 2 van Arnold Schönberg brengen de sfeer van de Weense soirées en Sheva Tehoval presenteert ze intiem en sensueel.
Tot slot nog vijf beeldschoon gezongen liederen van Debussy: “Beau soir”, “Clair de lune”, “Coquettierie posthume”, “Romance” en “Apparition”. Een geslaagd, intiem, samenhangend en toch gevarieerd programma. Het CD-boekje bevat alle liedteksten zonder vertalingen en een wat onbeduidend essay van de pianist.
AVI-Music 8553039 (1CD)
**** De Joods-Amerikaanse, satirische singer-songwriter Tom Lehrer (1928) deed in 2020 afstand van zijn rechten op zijn liedjes. Het Britse zangsextet The Queen’s Six heeft daar hartelijk gebruik van gemaakt en op 5 en 6 februari 2021 in de Ascot Priory te Berkshire twaalf liedjes van Lehrer opgenomen voor hun CD ‘Murder The Songs Of Tom Lehrer’.
Tom Lehrer schreef als wiskundestudent op Harvard University al komische liedjes om zijn vrienden te vermaken. Gesteund door het succes van zijn optredens, financierde hij zelf de opname van zijn eerste studioalbum ‘Songs by Tom Lehrer’ in 1953. Deze eerste LP werd een cult-klassieker. Van dit album zingt The Queen’s Six twee nummers: “The Wiener Schnitzel Waltz” – hier is de naam van Rudolf Frimly vervangen door Ivor Novello, zoals Lehrer in 1980 in Londen voor zijn musical ‘Tomfoolery’ had gedaan – en “My home town”, waar de zin “We’re recording tonight so I have to leave this line out” door het sextet wordt gefloten.
Na de release van zijn eerste LP ging Lehrer op tournee en nam vervolgens in oktober 1959 zijn tweede album ‘More of Tom Lehrer’ op. Van dit album zingt The Queen’s Six zes nummers: het heerlijke “The Masochism Tango”, het gewaagde “Oedipus Rex”, het briljante “Poisoning pigeons in the park” (hier met achtergrondgeluiden uit het park), het boosaardige “She’s my girl”, het door Simon Whiteley fantastisch vertolkte “The elements” – het enige lied van Lehrer waar hij niet zelf de muziek schreef – en de CD besluit net als Lehrers LP met “We will all go together when we go”.
Begin jaren 1960 was Lehrer aangenomen als liedjesschrijver voor het satirisch televisieprogramma ‘That Was The Week That Was’ en veel van zijn liedjes werden meer geëngageerd. Een deel van deze liedjes werd in juli 1965 opgenomen voor het gelijknamige album ‘That Was The Year That Was’. Van dit album zingt The Queen’s Six drie nummers. In “Pollution” laat het sextet de verwijzing naar “Can’t help lovin’ dat man” helaas weg. Het kleurloze “The Vatican Rag” en het verrukkelijke “Alma” – over de drie huwelijken van de in 1964 overleden Alma Mahler – krijgen van het sextet een zelf verzonnen intro. Interessant ook “I got it from Agnes”. Lehrer schreef het lied in 1953, voerde het dikwijls uit, maar vond het destijds te riskant om het op te nemen. The Queen’s Six geeft een ondeugende interpretatie.
De vaak geestige arrangementen van de zangpartijen zijn van zes verschillende leden en niet-leden van het sextet. De tempi zijn vaak langzaam vergeleken met Lehrers eigen tempi en de verstaanbaarheid is bij de klassieke stemmen toch minder goed. Het CD-boekje bevat de liedteksten plus een aantal introducties die Lehrer zelf bij zijn liedjes aandroeg. Hopelijk de aanzet tot nog veel meer nieuwe opnamen van het repertoire van Tom Lehrer!
Signum Records SIGCD689 (1CD)
**** De Deutsche Oper am Rhein van Düsseldorf en Duisburg nam vanaf juni 2017 een nieuwe productie van ‘Der Ring des Nibelungen’ van Richard Wagner (1813-1883) op het programma. In april 2019 viel echter een serie scenische opvoeringen hiervan in het Theater Duisburg letterlijk in het water toen een defecte sprinkler de voorstellingen verhinderde. De reeks werd evenwel in concertante vorm voortgezet in de Mercatorhalle van Duisburg en van die uitvoeringen werden in mei en november 2019 live-opnamen gemaakt. Eerder verschenen hiervan al op CD een indrukwekkende ‘Das Rheingold’ en een tegenvallende ‘Die Walküre’ en nu is dan ‘Siegfried’ uitgebracht.
Deze opname van ‘Siegfried’ biedt meer genoegen dan ‘Die Walküre’ van een half jaar geleden. De Amerikaanse tenor Corby Welch is een lyrische Siegfried met een goede “Ausdauer”. Hij biedt qua timbre helaas geen groot contrast met de Mime van de Zwitserse tenor Cornel Frey. De Britse bas-bariton James Rutherford vertolkt de Wanderer. Zijn open klank (in de eerste akte nog discreet nasaal), brede kracht en nadrukkelijke uitspraak zijn passend voor de partij en maken indruk. De Duitse bariton Jochen Schmeckenbecher portretteert de machtswellustige Alberich – net als in ‘Die Walküre’ – eersteklas. De Poolse bas Lukasz Konieczny is een wankele reus Fafner.
De Amerikaanse hochdramatische sopraan Linda Watson – hier 58 jaar – kwam uit het mezzovak en was tussen 2006 en 2010 de vaste Brünnhilde in Bayreuth. Met haar grote zeggenschap en brede middenregister zet zij in de laatste akte de ontwakende Walküre majesteitelijk neer, maar de hoge Bs en Cs van de Siegfried-Brünnhilde zijn inmiddels te hoog gegrepen. Ook in de derde akte en ongeveer inmiddels even oud als Watson is de Duitse mezzosopraan Renée Morloc hier in de rol van Erda, waarmee zijn in 1990 in Mannheim ook haar operadebuut maakte. De Duitse dirigent Axel Kober wekte reeds vertrouwen in de vooravond en de “Erster Tag des Bühnenfestspiels” en laat opnieuw de Duisburger Philharmoniker energiek, krachtig, temperamentvol en opwindend spelen.
CAvi AVI 8553544 (3CDs)