‘El Retablo de Maese Pedro’ is een halfuur durende opera in één bedrijf van de Spaanse componist Manuel de Falla (1876-1946) op een Spaans libretto naar een verhaal uit ‘Don Quijote’ van Miguel de Cervantes.

Het verhaal van ‘El Retablo de Maese Pedro’ gaat over een poppenspel van de poppenspeler Maese Pedro, dat handelt over de ontvoering van Melisendra door de Moren. De leerling van Pedro, de jongen Trujamán, vertelt het verhaal en in het publiek bevindt zich Don Quijote. Deze ridder kan uiteindelijk het verschil tussen fictie en werkelijkheid niet meer onderscheiden en verwoest het poppenspel. Na de concertpremière op 23 maart 1923 in Sevilla beleefde de eenakter zijn scenische wereldpremière op 25 maart 1923 in de salon van Princess de Polignac te Parijs.

Al op 26 april 1926 vond de Nederlandse première van ‘El Retablo de Maese Pedro’ plaats in de Hollandsche Schouwburg van Amsterdam in een enscenering van Luis Buñuel onder muzikale leiding van Willem Mengelberg. De rollen van Don Quijote en Maese Pedro werden door de zangers van de wereldpremière vertolkt: de Belgische bas-bariton Hector Dufranne en de Franse tenor Eustase Thomas-Salignac.

De eerste geluidsopname van ‘El Retablo de Maese Pedro’ werd in oktober 1947 gemaakt voor het label Columbia onder leiding van dirigent Ataúlfo Argenta (zie 2.) met het Orquesta Nacional de España. De solisten waren de bariton Enrique Dominguez Bovi, de tenor Enrique de la Vara en de sopraan Lola Rodríguez de Aragón (zie 1.). Deze opname is zover bekend niet op CD uitgebracht. Een jaar later nam het label Fonit de opera in Milaan op onder leiding van de Italiaanse dirigent Ettore Gracis met als solisten Renato Cesari (zie 3.), Juan Oncina en Jolanda Gardino. Ook deze opname verscheen niet op CD.

1.

‘El Retablo de Maese Pedro’ werd op 21 april 1953 voor de plaat opgenomen in het Théatre Champs-Elysées van Parijs. De Spaanse componist en dirigent Eduard Toldrà (1895-1962) gaf hier een geestige en theatrale lezing. Hij houdt de menging van middeleeuwse klanken en Spaanse volksmuziek slank, puntig en spannend. Het Orchestre National de la Radiodiffusion Française speelt virtuoos.

De sopraan Lola Rodríguez de Aragón – Joaquín Turina en Joaquín Rodrigo componeerden werken voor haar – had de partij van Trujamán al in 1950 opgenomen. Zij is een uitstekende, jongensachtige verteller, die de “pregones” fraai verstaanbaar declamerend zingt. Manuel Ausensi is vocaal de beste Don Quijote op CD. Zijn egale bariton is solide in de hoogte én laagte van de lastige partij. De onbekende tenor Gaetano Renon portretteert de poppenspeler Maese Pedro uitstekend en zijn slissende dictie in innemend. De geluidskwaliteit is voor de mono-opname opmerkelijk goed en de instrumenten – met name de klavecimbel – zijn prima te onderscheiden.
EMI 569 235-2 (4CDs) – 
27’29

2.

De dirigent Ataúlfo Argenta had in 1947 al de eerste studio-opname van ‘El Retablo de Maese Pedro’ gedirigeerd en nam tien jaar later in 1957 voor het label London de opera nogmaals op. Het was een jaar voor zijn tragische overlijden op 44-jarige leeftijd. Zijn lezing is levendig, bezit drive en trekt het werk met het Orquesta Nacional de España in de richting van de zarzuela.

Argenta had dan ook de beschikking over een prima solistentrio, dat hun hele carrière voornamelijk in zarzuela optraden. De sopraan Julita Bermejo is de beste Trujamán op CD. Je gelooft de “muchacho” in elke noot. Ook de tenor Carlos Munguía zong zijn hele carrière in zarzuela’s en hij vertolkt hier de titelpartij muzikaal en met passend lyrisch geluid. De bariton Raimundo Torres is vocaal niet de mooiste en solide Don Quijote, maar zet de verwarde ridder goed neer.
Columbia WD 71324 (1CD) – 
27’15

3.

De Portugese dirigent Pedro (!) de Freitas Branco nam ‘El Retablo de Maese Pedro’ in 1961 op met het Orquesta de Conciertos de Madrid, net voor zijn afscheid en twee jaren voor zijn overlijden. Zijn lezing heeft flow, maar mist het theater van Toldrà en Argenta.

De Argentijnse bariton Renato Cesari had de partij van Don Quijote ook al in de Milanese studio-opname van 1948 gezongen en geeft de beste portrettering van de ridder op CD. Men gelooft zijn confuse én verliefde toestand. De jonge tenor Pedro (!) Lavirgen zong hier de partij van zijn naamgenoot Maese Pedro drie jaren voor zijn operadebuut. Hier staat zijn lyrische stem nog in de steigers en hij zou zijn stem in Milaan nog verder ontwikkelen tot spintotenor. De sopraan Teresa Tourné is een nogal vrouwelijke Trujamán.
EMI CMS 7 64555 2 (1CD) – 
26’40

4.

De Spaanse componist en dirigent Ernesto Halffter was een voorvechter van ‘El Retablo de Maese Pedro’. Naast zijn studio-opname van 1953 (zie 5.) zijn ook nog twee live-uitvoeringen van het werk onder zijn leiding bewaard gebleven. De uitvoering van 1957 uit Napels met een 22-jarige Teresa Berganza als Trujamán en Juan Oncina als Maese Pedro verscheen niet op CD, maar is wel te vinden op YouTube. De live-uitvoering van 20 november 1966 in het Teatro de la Zarzuela van Madrid werd in 2009 op CD uitgebracht.

Halffter tont zich hier een analytische en cerebrale dirigent en dat komt helaas de luchtigheid van het werk niet ten goede. Zijn uitvoering duurt dan ook langer dan alle andere opnamen. Als solisten engageerde ook Halffter zarzuelazangers. Zijn Trujamán liet hij altijd de “pregones” zeer snel reciteren en ook de sopraan Isabel Penagos is een vurige Trujamán en net zo rap van tong als Berganza. Dat maakt de aankondigingen niet altijd verstaanbaar. De hier 35-jarige bariton Pedro (!) Farrés als Don Quijote stond aan het begin van zijn carrière en is een geloofwaardige dolende ridder. En ook vocaal is hij indrukwekkend. De tenor José María Higuero trekt Maese Pedro richting commedia dell’arte en dat prima bij de rol.
Almaviva DS 0121 (4CDs) – 29’48

5.

‘El Retablo de Maese Pedro’ werd in 1953 in het Théatre Champs-Elysées opgenomen door Eduard Toldrà (zie 1.) en in 1953 nam ook het Orchestra du Théatre des Champs-Élysées de eenakter op onder leiding van Ernesto Halffter voor het label Westminster. Halffter ontleedt de partituur hier nog meer en dirigeert nog meer met het hoofd dan met het hart.

Opnieuw had hij als solisten zarzuelazangers geëngageerd. Ook de sopraan Blanca Maria Seoane breekt nog net niet haar tong over de “pregones”, maar jongensachtig klinkt zij wel. Als Don Quijote hier nu eens geen bariton, maar een echte bas en Chano Gonzalo geeft de ridder allooi en waardigheid. De E’s en F’en in de finale klinken echter geknepen. De tenor Francisco Navarro is een nogal weke Maese Pedro.
MCA Classics MCAD 10481 (1CD) – 
30’07