***** CD van de MaandDe kameropera ‘The Parting’ van de Amerikaanse componist Tom Cipullo (1956) vertelt het verhaal van Miklós Radnóti, die op 5 mei 1909 als Miklós Glatter werd geboren. Deze Hongaars-Joodse dichter werd in de Tweede Wereldoorlog in drie kampen te werk gesteld. In november 1944 werd hij – uitgeput en ziek na een dodenmars vanuit Servië – geëxecuteerd door Hongaarse bewakers en zijn lichaam in een massagraf gedumpt.

Voor ‘The Parting’ kreeg Cipullo een opdracht van de organisatie Music of Remembrance in Seattle en hernieuwde hij zijn samenwerking met David Mason, zijn librettist van de eenakter ‘After Life’ (2015). Mason gebruikte voor het libretto van ‘The Parting’ Radnóti’s eigen gedichten, die stonden in een boekje dat werd gevonden in de jas van de dichter toen zijn lichaam werd opgegraven. Deze gedichten behoren tot de krachtigste en meest indrukwekkende werken uit de Holocaustliteratuur. ‘The Parting’ beleefde zijn wereldpremière op 19 mei 2019 in de Benaroya Hall van Seattle en het label Naxos heeft de uitvoering van twee dagen later nu op CD uitgebracht.

De gebeurtenissen vinden plaats in twee tijdlagen; de literaire, biografische tijd en de klokloze tijd, die in beslag wordt genomen door dood en poëzie. Het verhaal gaat terug naar 19 mei 1944 – precies 75 jaren voor de wereldpremière – naar de laatste avond die Radnóti doorbracht met zijn echtgenote Fanni. Het is de avond voor de dag, waarop hij zich melden moet vanwege zijn derde oproep voor het werkkamp. Mik (Radnóti’s bijnaam) en Fif (zoals hij Fanni soms noemt) zijn zich ervan bewust dat zij elkaar wellicht nooit meer zullen zien en voelen dat de Doodsengel voortdurend aanwezig is. De Doodsengel toont zich al in de opening wrang met “They say in the dream of life the hopeful are always with us” en “You never have to look far to see that for some, evil is right next door”. Zo nu en dan wordt op dit einde vooruit geblikt, maar de opera concentreert zich vooral op de relatie tussen de oneindig verliefde Miklós en Fanni.

De heldenbariton Michael Mayes zingt de intensieve lijnen van Miklós’ partij met romantische breedte en romige schoonheid en sopraan Laura Strickling – zij nam al liederen van Cipullo voor het label Albany op – geeft de melodieën van Fanni oprechte charme. Mezzosopraan Catherine Cook – Gertrude Stein in Cipullo’s ‘After Life’ – is een expressieve Doodsengel. Dirigent Alastair Willis dirigeert het kwintet van cello, fluit, klarinet, viool en piano met goede flow door de stemmingswisselende, vaak melancholische muziek van Cipullo.

Tom Cipullo – leerling van onder anderen David Del Tredici en Thea Musgrave – componeerde voor ‘The Parting’ spirituele en abstracte muziek. Het begin klinkt eenvoudig, maar snel ontaardt de muziek en presenteert zij wispelturige toonaarden, ritmische wijzigingen en buitengewone vocale partijen met uitersten in ligging en dynamiek. In de elfde scène zingt het trio Radnóti’s gedicht “I lived on Earth in an era such as this”. Het oorspronkelijke thema komt hier terug, nu omgetoverd en er klinkt hoop. Wat blijft is de poëzie. Maar in het gedicht zit ook een waarschuwing. ‘The Parting’ herinnert op zijn eigen, kleinschalige wijze eraan te roemen wat medemenselijk maakt en op te passen voor haat.
Naxos 8.669044 (1CD)

***** De Amerikaanse zanger Gene Austin was één van de eerste “crooners” en voor vele Amerikanen de stem van de jaren twintig. Op 24 juni 1900 in het Texaanse Gainesville geboren was hij de voorloper van Bing Crosby als de meest populaire entertainer van zijn tijd en verkocht hij naar schatting 86 miljoen platen! Het label Retrospective biedt een eerbetoon aan deze zanger met de dubbel-CD ‘Gene Austin; The Voice of the Southland – His 26 Finest’.

Het album opent met “My Blue Heaven” van Walter Donaldson, dat 13 weken op nummer één stond en met vijf miljoen exemplaren de best verkochte 78-toeren plaat was voordat “White Christmas” in 1942 werd uitgebracht. Kenmerkend hier Austins ontspannen en charmante timbre.

Austin was ook een noemenswaardig songwriter te beoordelen aan de opnamen van zijn eigen composities. Zijn eerste hit “When My Sugar Walks Down The Street” was een duet met de toen nog onbekende Aileen Stanley, belandde in 1925 op nummer drie van de Amerikaanse hitlijsten en was het begin van Austins carrière. Austins diende hier zelf overigens van de opnameleider genoegen te nemen met een bijdrage van slechts 30 seconden. De opname van zijn compositie “The Lonesome Road” uit 1927 was de eerste van zo’n 200 verschillende versies. Het is in de stijl van een spiritual en werd gebruikt als alternatief voor de reprise van “Ol’ Man River” in de finale van de film ‘Show Boat’ uit 1929.

Verder op dit album een rijke selectie aan Austins successen, waarvan hij de meeste als eerste zanger opnam. Zo werd de titelsong voor de film ‘Ramona’ uit 1928 gezongen door Dolores del Río, maar was het Austins versie die in dat jaar acht weken op nummer één stond en een miljoen exemplaren verkocht. Luister verder naar “Girl Of My Dreams” (1928), “Carolina Moon” (1928) – die Austin als eerste zanger op de plaat zette en zeven weken op één stond – en “Love Letters In The Sand” (één van de drie opgenomen versies uit 1931 van het lied).

Austin stond bekend als “The Voice of the Southland” en de opname van het gelijknamige lied uit 1928 vormt de titelsong van dit dubbelalbum. Het CDs bevatten bovendien nog een aantal nummers met een jazzy ondertoon, zoals Fats Waller’s composities “I’ve Got A Feeling I’m Falling” uit 1929 – de eerste opname ooit was van Austin met Waller aan de piano – en “Ain’t Misbehavin’”, één van de zes (!) versies, die in 1929 op plaat werden uitgebracht. Een bloemlezing ter herinnering aan een belangrijke crooner!
Retrospective RTR4370 (2CDs)

**** De opera ‘Miriways’ van Georg Philipp Telemann (1681-1767) beleefde zijn wereldpremière op 26 mei 1728 in Hamburg. Tijdens de Telemann-Festtagen in Magdeburg – de geboortestad van de componist – beleefde de opera in 1992 een concertante heruitvoering en in 2012 een scenische opvoering, die bij het label CPO op CD verscheen. Het werk was op 24 november 2017 terug in Hamburg voor een concertante versie tijdens het Telemann Festival in het kader van het 250ste geboortejaar van de componist en hiervan is nu een opname op CD uitgebracht.

Het bijzondere is dat het libretto van ‘Miriways’ gebaseerd is op voor die tijd actuele gebeurtenissen. Hoofdpersoon is de Shāh Mīrwais, een Afghaanse krijgsheer die van 1709 tot 1738 regeerde over een groot gebied in Perzië. De handelingen spelen zich af in verschillende vertrekken van zijn paleis in Isfahan en vertellen hoe Miriways na zijn militaire zege zijn buitenechtelijke dochter Bemira wil inzetten om te trouwen met de Perzische prins Sophi – een zoon van de afgezette Shāh – die Miriways de heerschappij over Perzië versproken heeft.

De partijen bevatten voornamelijk recitatieven en aria’s en in de concertante uitvoering in Hamburg bestond de bezetting hiervoor uit welgekozen zangers. De titelrol wordt gezongen door de Duitse bariton André Morsch, die in Amsterdam zijn opleiding deed. Hij houdt te allen tijde de autoriteit van de Shāh, in zowel zijn woede in “Es erzitt’re der Wüt’rich” als zijn droefenis in “Lass, mein Sohn”. De mezzopartij van Prins Sophi wordt spechtig vertolkt door de Amerikaanse soubrette Robin Johannsen en zijn geliefde Bemira is de schitterende Belgische sopraan Sophie Karthäuser. Haar prachtige “Zwar diese, die du wirst umfassen” is één van haar slechts twee aria’s en het hoogtepunt van de uitvoering. De Duitse sopraan Anett Fritsch zingt de intriges van de Perzische vorst Zemir fraai expressief.

Telemann tracht hier en daar exotische muziek toe te voegen, die met name weerklinkt in de koren en orkestrale delen. Luister naar de prominente en veeleisende hoornpartijen en het slagwerk, strak ritmisch gespeeld door het Akademie für Alte Musik Berlin onder leiding van de Canadese dirigent Bernard Labadie. Mozart zou dit ruim 50 jaren later nog treffender verklanken in ‘Die Entführung aus dem Serail’. Het CD-boekje bevat een essay over het werk, het libretto met Engelse vertaling, maar geen uitgebreide synopsis.
Pentatone PTC 5186 842 (2CDs)

*** De Nederlandse bariton Thomas Oliemans zong op 3 juni 2019 in het Théâtre de l’Athénée van Parijs ‘Die schöne Müllerin’ van Franz Schubert (1797-1828) en dit concert is nu op CD verschenen. De liederencyclus opent met een flamboyant “Das Wandern”, waarin “die Steine, selbst so schwer sie sind” smaakvol en duidelijk met een zwaar accent wordt aangezet. “Danksagung an den Bach” zingt Oliemans triest, alhoewel de Müller hier toch verwachtingsvol zou moeten klinken. Het “Allen eine gute Nacht” van de Müllerin in “Feierabend” is fraai pianissimo en het lied “Der Neugierige” bevallig verlegen. “Die will ich auf euch weinen” in “Des Müllers Blumen” krijgt een fraaie innerlijke siddering en “Nach ihren Augen allein” – Oliemans zingt “ihrem Auge” – in “Tränenregen” is mooi teder en warm.

Met “Der Jäger” komt dan de consternatie bij de Müller dat hij niet de enige is voor de Müllerin. Vanaf nu legt Oliemans stijlvol bitterheid in zijn stem en “Kehr’ um, kehr’ um” in “Eifersucht und Stolz” zingt hij met krachtige hartstocht en verwijt. Het eerste “Mein Schatz hat grün so gern” in “Die Liebe Farbe” is dromerig gezongen, het derde diep somber en het laatste tragisch bitter. “Trock’ne Blumen” vertolkt hij vol melancholie. Helaas krijgt het laatste lied niet het dromerige, onderdrukte, terughoudende van de stervende en “Und der Himmel da droben, wie ist er so weit!” mist hier het etherische en zilverige.

De hoogte van Oliemans’ bariton is dikwijls breed en verliest aan glans, omdat hij de resonansen niet naar boven meeneemt. Echter, de grote kracht van zijn ‘Die schöne Müllerin’ ligt in Oliemans’ uitstekende tekstuitdrukking en dictie. Pianist Malcolm Martineau zette de cyclus al een aantal malen eerder op CD met de Duitse bariton Florian Boesch en de Canadese tenor Michael Schade en toont zich opnieuw een uitstekende leidsman en begeleider voor Schubert én Oliemans.
B Records LBM 025(1CD)

*** De Turks-Oostenrijkse tenor Ilker Arcayürek en zijn begeleidster pianiste Fiona Pollak waren in 2016 winnaar van het Internationale Wettbewerb für Liedkunst in Stuttgart en werden daar beloond met de aanbieding om een CD op te nemen. Dit werd in maart 2018 geëffectueerd in de Funkstudio van de Südwestrundfunk te Stuttgart met het album ‘Lieder eines fahrenden Gesellen’. Hierop presenteert het duo 17 liederen uit de tijd van de keizerlijke en koninklijke monarchie – “K&K Zeit” – met repertoire van componisten uit Oostenrijk, Hongarije en Servië.

De CD opent met de zelden uitgevoerde, hogere ligging van ‘Lieder eines fahrenden Gesellen’ van Mahler. Arcayürek zingt hier werkelijk prachtige bogen. De cyclus is de proloog naar een emotionele liefdestocht, die voert langs de “Erste Liebe” van Lehár, waarin Arcayürek zich meer lied- dan operettezanger toont. Het eerste liefdesverdriet ondervindt de tenor in “Der Mond hat eine schwere Klag’ erhoben” van Wolf met beschouwende, non-vibrato tonen. In “Elegija” van de Sevische componist Stevan Hristić en de sombere, herfstachtige klanken van “Jesenja elegija” van diens landgenoot Miloje Milojević verduidelijkt Arcayürek zijn leed. Vergeefs tracht hij de tijd terug te draaien door herinneringen aan de jeugd met Ilse Webers slaapliedje “Wiegala” en in zijn heimwee in “O wüsst’ ich doch den Weg zurück” van Brahms. Uiteindelijk nadert dan de dood in Brahms’ “Auf den Kirchhofe” en sluit zich de ronde in de epiloog “Ich bin die Welt abhanden gekommen” van Mahler, waarin Arcayürek schitterend de innerlijke rust overbrengt.

Ilker Arcayürek heeft een aangename en lyrische tenor. Hij is muzikaal en doseert het vibrato opvallend fraai. Zijn dictie is mooi en de uitspraak van het Duits is goed. Slechts af en toe is er een geknepen, knödelige klank en is de laagte onrustig, zoals in “Jesenja elegija”. Fiona Pollak is een gevoelige begeleider, ook al maakt zij meer indruk in de intimiteit dan in het grote gebaar. Het CD-boekje bevat een summier essay van de zanger, de biografieën, maar geen liedteksten. Vreemd genoeg wordt geen woord gerept over het afschuwelijke lot van Ilse Weber.
CAvi-Music 8553409(1CD)