***
© Petra Coddington
Dortmund, 20 februari 2020

‘Die Frau Ohne Schatten’ met schaduwzijden

‘Die Frau Ohne Schatten’ is een magnifieke opera over onbaatzuchtigheid en menselijk mededogen. Het werk stelt echter grote muzikale eisen. Vanwege de enorme vereisten moesten al tijdens de Weense wereldpremièrereeks van 1919 diverse voorstellingen worden afgezegd en kwam het werk daarna in kleinere theaters ook niet echt tot zijn recht. Dat alles bracht niet veel aanzien en populariteit voor de opera. Deze veeleisendheid van ‘Die Frau Ohne Schatten’ maakt het echter tot een uitdaging voor de operaliefhebber.

Die Frau Ohne Schatten’ van Richard Strauss (1864-1949) wordt niet vaak opgevoerd en elke uitvoering biedt de operaliefhebber dan ook een unieke mogelijkheid om het werk in levende lijve te ondergaan. Zo kijkt men uit naar april/mei 2020 wanneer DNO – na producties in 1992 en 2008 – de opera weer op het programma zal nemen. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) geeft daarop alvast een voorproefje en speelt ‘Die Frau Ohne Schatten’ nu in concertante vorm. Aan de matinee op 23 februari a.s. in De Doelen te Rotterdam ging een uitvoering in de fenomenale akoestiek van het Konzerthaus Dortmund vooraf.

Voor deze concertante uitvoeringen is een vijftal bekende solisten aangetrokken. De Zuid-Afrikaanse Elza van den Heever bezit de passende jugendlich-dramatische sopraan voor de titelrol van de Kaiserin. Zij heeft een mooie, egale – en daardoor enigszins eentonige – stem die ook de virtuoze passages en hoge noten (tot hoge D) kan zingen en Durchslagskraft heeft. Men kijkt uit naar haar interpretatie van de rol bij DNO in april/mei !

De Amerikaanse Heldentenor Stephen Gould zingt de hoge ligging van de Kaiser schitterend breed. Niemand vertolkt de partij tegenwoordig zo fantastisch als hij. Helaas heeft DNO ook dit seizoen – net als met Vogt in 2008 – gekozen voor een te lichte stem in de partij. De Duitse bariton Michael Volle is een fenomenale Barak. Zijn klank is open en zijn stem verstaanbaar en goed breed in de hoogte. Volle heeft het stamina om het volume en de intensiteit van het orkest te doorstaan.

De Amerikaanse Lise Lindstrom bezit helaas niet de Hochdramatische sopraan voor de Färberin. Haar stem heeft pas boven de notenbalk Durchslagskraft en daaronder een te slank, lyrisch geluid. De Duitse mezzo Michaela Schuster zingt de boosaardige Amme, maar haar geknepen klank en onverstaanbare dictie maken haar ongeschikt voor de partij. Ook haar overdreven “geacteer” leidt af. Dat Schuster de rol overal ter wereld zingt – helaas ook dit seizoen bij DNO – zegt iets over het blindelingse copy/paste-beleid van de hedendaagse operahuizen.

Nederlandse bijdragen zijn er van de baritons Thomas Oliemans als de Geisterbote – helaas is de helft van zijn rol geschrapt – en Michael Wilmering als de Einäugige. Noemenswaardig de stralende tenor van de Noor Bror Magnus Tødenes als de Stimme des Jünglings.

Het is heerlijk om ‘Die Frau Ohne Schatten’ te horen in de fenomenale akoestiek van het Konzerthaus Dortmund. De melodische weelderigheid, de subtiele kamermuziek momenten, maar ook de chromatische ontploffingen van Strauss komen hier uitstekend tot hun recht. En het is heerlijk de opera gespeeld te horen door zo’n fantastisch symfonieorkest als het RPhO met ruim 150 man. De strijkers, waaruit solostemmen opsteken, gaan tot de grenzen van de virtuositeit en ook de houtblazers geven een concert op zich met de klagende valken en de vogelstemmen in de ochtend. De hoge klarinetten en koperblazers maken grote indruk met name in hun zachte passages en opwindend het slagwerk in de finale II. Het WDR Kinderchor Dortmund schittert in de tweede en derde akte en het Rotterdam Symphony Chorus zingt nauwkeurig en geconcentreerd in de diverse rollen als de dienaren, kinderen en geesten. 

De relatie van het Konzerthaus Dortmund en de dirigent Yannick Nézet-Séguin is een lang vertrouwde. Voordat hij muzikaal directeur werd van de Metropolitan Opera van New York was Nézet-Séguin tot 2018 gedurende tien seizoenen chefdirigent van het RPhO en bezochten zij het Konzerthaus Dortmund regelmatig. Vanaf 2013/14 was de Canadees er drie jaren artist-in-residence en in maart 2019 was hij er terug met het RPhO. Nézet-Séguin – nu blondine – vestigt zich met deze ‘Die Frau Ohne Schatten’ echter nog niet bij de grote Strauss-interpretatoren.

De vierde scène van de tweede akte en de derde akte waren orkestraal sensationeel, maar de overgangen zijn nog niet vanzelfsprekend, niet vloeiend en soms schort het aan stuwing en sfeer. Zo bezit de finale van de eerste monoloog van de Kaiser niet de spannende drive en ontbreekt er na de overgang naar de ochtenddauw de stemming voor de dageraad. Even later mist het prachtig romantische “Gib du mir Kinder’ van Barak de poëtische, dromerige, gevoelvolle atmosfeer. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat Nézet-Séguin nog niet exact weet wat zich op welk moment van de opera afspeelt.

Helaas blijkt er ook fors geknipt in de partituur. In de eerste akte is in de finale van de eerste scène onnodig geschrapt in het duet van Amme/Kaiserin. In de tweede akte is er in de eerste scène een forse coupure gemaakt in het duet van Amme/Färberin, zijn in de derde scène coupures aangebracht in partij van Färberin – en dat is jammer, want hier wordt haar ontevreden, zeurende, wrevelige en vertwijfelde karakter geschetst – en in de laatste scène is er opnieuw een coupure van de Färberin.

In de derde akte zijn aan het begin twee forse coupures in het duet Amme/Kaiserin, halverwege een grote coupure in het kwartet tussen Barak/Färberin en Amme/Bote – waarin duidelijk wordt waarom Amme de toegang tot de tempel ontzegt wordt – en in de finale coupures in de spreekteksten van de Kaiserin en een coupure in de partij van de Kaiser bij zijn ontluiken. Door al deze doorhalingen is een unieke kans laten liggen om de liefhebber een integrale ‘Die Frau Ohne Schatten’ te bieden.