***** De Belgische sopraan Sophie Karthäuser nam in september 2016 in de Teldex Studio van Berlijn voor Harmonia Mundi de CD ‘Le Bal des Animaux’ met 33 Franstalige liederen van verschillende componisten op. Karthäuser is een lyrische sopraan, die sporadisch operarollen van Mozart zingt vaak onder leiding van dirigent René Jacobs.
Het dierenrijk heeft altijd een belangrijke plaats ingenomen in de verbeelding van Franse componisten en Karthäuser geeft een fraaie bloemlezing uit dit repertoire. De CD opent met de leeuwerik in “La chanson de l’alouette” van Lalo en Karthäuser en haar Amerikaanse begeleider Eugene Asti op piano geven de levendigheid van de vogel uitstekend weer. De eerste drie ‘Histoires Naturelles’ van Ravel laten zij helaas verspreid over de CD – track 2, 14, 26 – horen. Karthäuser vangt de ironie van ‘Le Bestiaire’ – track 3 t/m 8 – Poulenc schitterend. Het lied “La Colombe” werd uiteindelijk door Poulenc uit de cyclus gehaald en het liedduo laat de duif pas op track 27 koeren. De enige niet-Franse componist op de CD is Rossini, wiens kattenduet Karthäuser zingt met Dominique Visse. Van alle liederen op dierenteksten van Jean de La Fontaine vertolkt Karthäuser slechts “Le corbeau et le renard” van Offenbach. Het wachten is nog steeds op de heruitgave van de CD ‘Fables de La Fontaine’ van François Le Roux door Warner Classics.
‘Le Bal des Animaux’ is een prachtig muzikale beestenbende, innemend vertolkt door een Sophie Karthäuser en sfeervol begeleid door Eugene Asti. Het bijgevoegde boekje in verrassend harmonicaformaat bevat een essay van Denis Herlin, waarin de liederen helaas niet in volgorde van weergave op de CD worden behandeld. Het lied “L’oiselet” van Pauline Viardot is hij overigens vergeten te bespreken. De Franstalige teksten zijn met Engelse vertaling afgedrukt.
Harmonia Mundi HMM 902260 (1CD)
***** Het label Retrospective stelt CDs samen met opnamen van “vintage entertainers of yesteryear, both popular and jazz”. Elke maand worden nieuwe uitgaven uitgebracht met nostalgische opnamen. ‘The Unforgettable Nat King Cole; His 55 Finest’ is een anthologie van de Amerikaanse jazzpianist en zanger Nat “King” Cole (1919-1965).
Nathaniel Adams Coles was in 1937 naar Los Angeles verhuisd en richtte er met onder anderen gitarist Oscar Moore zijn The King Cole Trio op. De vroegste opnamen op deze uitgave bevatten opnamen met dit trio – bassist Johnny Miller had ondertussen Wesley Prince vervangen – uit Los Angeles van de periode 1943 tot en met 1947. Hier is Cole op CD1 te horen als een fantastisch jazzpianist. Luister naar het openingsnummer “Straighten up and fly right” (1943) uit de film ‘Here Comes Elmer’, waarin Cole zelf ook te zien was. De song werd zijn eerste nummer 1 hit werd. Ook de andere nummer 1 hits op deze CD “For sentimental reasons” (1946) en “Nature boy” (1947) zijn onweerstaanbaar.
Cole zou Los Angeles en het label Capitol trouw blijven, maar ontwikkelde zich vanaf 1950 meer en meer als (jazz)balladzanger. Door optredens en opnamen met orkestleiders als Nelson Riddle, Billy May, Les Baxter en Gordon Baker werd Cole de superster van de jaren vijftig. Luister naar de nummer 1 hits “Mona Lisa” (1950) en “Too young” (1951), waarvan miljoenen platen werden verkocht. Voor een hele generatie was Cole de radio- en televisiester, die het middageten begeleidde met bekende nummers als “Pretend” (1952), “Answer me, my love” (1953) en “When I fall in love” (1956). In 1965 overleed de kettingrokende Cole op 45-jarige leeftijd aan de gevolgen van longkanker.
Het CD-boekje bevat uitgebreide informatie bij de tracks en een informatief essay van Peter Dempsey over het leven en de carrière van één van de belangrijkste, mannelijke, vocale jazz- en balladvertolkers van de jaren vijftig en zestig.
Retrospective RTS 4114 (2CDs)
**** De opera ‘Euryanthe’ van Carl Maria von Weber (1786-1826) beleefde zijn wereldpremière in 1823 te Wenen. Vanwege het zwakke libretto wordt het werk echter nog maar zelden opgevoerd. Het verhaal gaat over de weddenschap tussen graaf Adolar en graaf Lysiart. Lysiart beweert dat hij Adolars echtgenote Euryathe kan verleiden en combineert zijn krachten met Euryathes jaloerse vriendin Eglantine. Als hij Adolar uiteindelijk overtuigt dat Euryanthe hem bedrogen heeft, laat Adolar Euryanthe in de steek, waarop zij – gebeten door een slang – sterft. Als Eglantine over haar dood verneemt, onthult zij het intrige aan Adolar. Euryanthe blijkt echter niet gestorven en ten slotte worden Euryanthe en Adolar herenigd, waarna een woedende Lysiart Eglantine vermoord.
Gustav Mahler bracht in 1903 als directeur van de Wiener Staatsoper nog wijzigingen aan zowel het libretto als de partituur aan, maar ook die konden de opera niet geliefder maken. Begin jaren vijftig was er een tijdelijke opleving van het werk. Zo werd op 30 september 1955 in de BBC-studio een concertante uitvoering van ‘Euryanthe’ gegeven, die nu heruitgebracht is op CD. Er waren veel coupures in het (te) lange werk gemaakt.
Dit was de enige keer dat de Australische sopraan Joan Sutherland de titelrol van ‘Euryanthe’ zong. Zij vertolkt de rol puur en onbedorven en zingt de partij kristallijn. De opname is mede interessant vanwege de Nederlandse tenor Frans Vroons als een licht lyrische Adolar. In Londen was hij inmiddels bekend vanwege zijn Don José in ‘Carmen’ in 1948 en 1949. Luister naar zijn romance “Unter blüh’nden Mandelbäumen” met een mooie voix mixte en de aria “Wehen mir Lüfte Ruh’” in de tweede akte.
De Duitse sopraan Marianne Schech is een felle jugendlich-dramatische Eglantine en de Tsjechische bariton Otakar Kraus een stoere, vileine Lysiart. De Duitse bas Kurt Böhme zingt een dragende König Ludwig VI. Ster van de uitvoering is de Oostenrijkse dirigent Fritz Stiedry. De Joodse Stiedry had in 1933 Duitsland verlaten en sinds 1937 in Amerika gewerkt. In 1954 had hij indruk gemaakt op het Engelse publiek met ’Der Ring des Nibelungen’ in Covent Garden. Zijn lezing van ‘Euryanthe’ is prachtig elegant, doorschijnend en sprekend.
Deze opname werd in 2003 reeds uitgebracht op het label Ponto van wijlen Walter Knoeff, maar was al tijden niet meer leverbaar. Er zijn alternatieve uitgaven van ‘Euryanthe’ in verschillende versies. Zo is er de radio-opname van 1949 uit Oostenrijk met Maria Reining in de titelrol en Walter Berry als Lysiart. Daarnaast zijn er nog twee interessante live-opnamen uit 1954: één uit Stuttgart met Trude Eipperle als een prachtige Euryanthe en een solide Wolfgang Windgassen als Gerard (Adolar) en één van het Maggio Musicale Fiorentino onder leiding van Carlo Maria Giulini met Inge Borkh als Eglantine en Alexander Welitsch als König Ludwig VI.
Nimbus Records Prima Voce NI 7969 (2CDs)
**** De Tsjechische mezzosopraan Magdalena Kožená keert terug naar het barokrepertoire na haar mislukte uitstapjes naar ‘Carmen’ en ‘Pelléas et Mélisande’. In de St. Anne kerk van Praag nam zij tussen 21 en 26 september 2018 haar eerste CD voor het label Pentatone op. ‘Il Giardino dei Sospiri’ bevat vier dramatische scènes uit cantatas van vier barokcomponisten.
In de cantate ‘Arianna abbandonata’ van de componist Benedetto Marcello ervaart Arianna verdriet vanwege verraad, doordat zij in de steek is gelaten door Theseus. Kožená zingt “Come mai puoi” met wanhopige toon, begeleid door de hartslag en tranen van de strijkers. De cantate besluit met het uitgelaten “Che dolce foco in petto”, wellicht in het vooruitzicht van de komst van Bacchus. Hier zijn de coloraturen van Kožená fraai.
Vervolgens koningin Atalia’s overpeinzingen nadat zij haar familieleden liet vermoorden in de aria “Ombre, cure sospetti” uit het oratorium ‘Atalia’ van Francesco Gasparini. De aria is een serie recitatieven en gesegmenteerde ariosi en wordt gekenmerkt door scherpe veranderingen in tempi. Kožená maakt Atalia’s vrees en angst voor de dood inzichtelijk.
Daarna de verliefde vervoering te midden van het prachtige Arcadië in de cantate ‘Angelica e Medoro’ van Leonardo Leo. In de aria “Or ch’è dal sol difesa” verleidt Kožená als een geanimeerde Medoro zijn geliefde Angelica uit de grot. De slotaria “Che detto avranno mai” vertelt zij beeldend over de ontmoeting van Dido en Aeneas in de grot.
Ten slotte staat de priesteres Ero oog in oog met de dood als zij haar geliefde Leandro wil volgen in de golven in de cantate ‘Qual ti riveggio, oh Dio’ van Händel. Tempowisselingen, complexiteit in harmonie en een afwisselende begeleiding door de obbligato instrumenten viool, cello en hobo’s maken deze cantate het hoogtepunt van de CD. Interessant ook het onverwachte slot door het recitatief “Ecco le gelide labbra”, waarin Ero de lippen van de overleden Leandro kust voordat zij zelfmoord pleegt.
Magdalena Kožená zingt de emoties direct en oprecht. Haar klank is kwikachtig, engelachtig en teder en effectief, de versieringen zijn prachtig strak en spontaan, maar er is regelmatig een gebrek aan legato. Het Collegium 1704 – een 20-koppig ensemble op historische instrumenten – klinkt onder leiding van de Tsjechische dirigent Václav Luks homogeen met individuele toetsen. Zij begeleiden onbeschroomd en bewogen en zijn communicatief in de natuurlijke elementen.
Een aangename uitgave met goed geprogrammeerde barokmuziek. Het CD-boekje bevat een beknopt, maar informatief essay van Giovanni Andrea Sechi in het Engels en Italiaans en de gezongen teksten met Engelse vertaling.
Pentatone Music PTC 5186725 (1CD)
**** De Britse mezzosopraan Sarah Connolly nam tussen 22 september 2017 en 7 april 2018 in de Potton Hall Recording Venue te Suffolk een CD op met liederen van componisten, die een betrekking hadden met het Royal College of Music. ‘Come to Me in My Dreams; 120 Years of Song from the Royal College of Music’ bevat een dromerig en sfeervol programma met 29 Britse liederen.
Het repertoire op de CD reikt van Stanford naar Turnage en opent met het prachtige “The lost nightingale” van Muriel Herbert. Van de zo’n 90 liederen van John Ireland zingt Connolly het hartstochtelijke ‘Earth’s Call’ over de schoonheid van de natuur en de liefde van twee wandelaar en het duistere en toch tedere “The three ravens” over een overleden ridder op wie zijn honden toezien.
“The cloths of heaven” werd door Thomas Dunhill gecomponeerd op het gedicht van W.B. Yeats en voor het eerst gezongen door de tenor Gervase Elwes, aan wie ook Rebecca Clarke (track 25) op haar beurt haar compositie van hetzelfde gedicht opdroeg. De circa 40 liederen van Herbert Howells behoren tot de hoogtepunten van het Engelse liedrepertoire en het “Goddess of night” zingt Connolly prachtig dromerig.
De componist Frank Bridge is vertegenwoordigd met “Journey’s End”, het beeldschone wiegenlied “Where she lies asleep” en “Come to me in my dreams”. “Journey’s End” van de dichter Humbert Wolfe werd vier jaren na de versie van Bridge opnieuw door Gustav Holst (track 13) getoonzet. Nog meer wiegenliederen van Bridges leerling Benjamin Britten in de vijf-delige cyclus ‘A Charm of Lullabies’. De twee liederen “A sweet lullaby” en “Somnus, the humble god”, waarvan Britten besloot ze niet te includeren, krijgen hier door Connolly hun première op CD!
Een ander hoogtepunt is het hartverscheurende “Into my heart an air that kills” van Arthur Somervell op gedicht van Housman. Connolly vertolkt het lied over de stervende man die terugblikt fraai ingetogen. Van Somervells docent Hubert Parry zingt zij het ongekunstelde “Weep you no more, sad fountains” ter gelegenheid van diens 100ste sterfdag in 2018.
Charles Villiers Stanford was de docent van Bridge, Herbert, Holst, Howells, Ireland en Moeran en componeerde meer dan 200 liederen. Zijn luisterrijke ‘A soft day’ (track 19) zingt Connolly levendig. “Sailing homeward” Cecil Armstrong Gibbs en “Twilight” van E.J. Moeran zijn minder interessant.
De 300 liederen van Ivor Gurney reflecteren zijn onstabiele geestelijke gesteldheid. Verlangend zingt Connolly “Thou didst delight my eyes”, beheerst het “The fields are full” en schitterend pianissimo het “All night under the moon”.
Na de cyclus ‘Songs for Ariel’ van Michael Tippett – drie liederen voor een productie van Shakespeare ‘The Tempest’ uit 1962 – volgt ‘Farewell’ dat Mark-Anthony Turnage in 2016 speciaal voor Connolly schreef. Sarah Connolly zingt het repertoire intelligent, met een fluwelen klank ook al loopt de stem in de hoogte enigszins weg en verliest zij in het forte glans. Zij geniet van de attente en inspirerende begeleiding van Joseph Middleton op piano.
Chandos CHAN 10944 (1CD)