****
© Nicole van Eijck
Amsterdam, 22 mei 2018

Westbroek in Jiddisch met lef en sjoege

De Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek gaf met drie vrienden een toffe, Jiddische schnabbel in het Concertgebouw van Amsterdam.

In deze tijd van antisemitisme – dat inmiddels zelfs in het parlement en bij de omroepen openlijk beleden wordt – is het dapper dat Eva-Maria Westbroek een recital met Jiddische liederen geeft. De Nederlandse sopraan is dit seizoen “Artist in Residence” bij het Koninklijk Concertgebouworkest en slaat met drie vrienden en enkele leden van het orkest de handen ineen voor het programma ‘Kleyne Lider’ in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw.

Gekloft in een zwarte jurk stelt Eva-Maria Westbroek drie artiesten voor, waarmee zij in het ensemble van de Staatsoper Stuttgart zong. De Israëlische bariton Motti Kastón en Amerikaanse mezzosopraan Helene Schneiderman zijn haar vocale partners, die op deze liederenavond indrukwekkend – vaak ook improviserend – worden begeleid door de Israëlische pianist Eytan Pessen. Het kwartet presenteert een programma met eeuwenoude liederen uit de Jiddische en Sefardische traditie.

Het vocale trio opent met “Zun in mayrev” van de Russische componist en dirigent Vladimir Heifetz, die zo’n honderden werken op Joodse thema’s schreef, waaronder een opera, een oratorium, filmmuziek en talrijke liederen. Even later schildert Eva-Maria Westbroek in “May Ko Mashma Lon” met volle sopraan het hartzeer van het getto.

Het gesprek tussen moeder en kind levert een grote bijdrage aan het Jiddische repertoire en het zijn dan ook vooral slaapliedjes die het programma voor de pauze bepalen. Zo ook drie slaapliedjes van Mordechai Gebirtig, die in het getto van Krakau werd vermoord en tevens veel geëngageerde liederen schreef: Helene Schneiderman zingt “Kleyner yosem” op werkelijk onnavolgbare wijze met prachtige tekstuele nuances en gestes. Even later houdt Eva-Maria Westbroek het “Yankele” heel mooi intiem en wordt “Shlof shoyn main kind” gespeeld in een bewerking voor viool en piano. De geconstrueerde arrangementen voor het septet van het Concertgebouworkest zijn opvallend bewerkelijk en ook de keuze voor hobo’s in plaats van klarinet is bijzonder te noemen.

Met het tango-slaapliedje “Makh tsu di eygelekh” van David Beyglman, die in 1944 in Auschwitz werd vermoord, schetst Helene Schneiderman de hopeloosheid van het getto van Łódź. Zichtbaar ontroerd werd zij waarschijnlijk door het lied teruggevoerd naar de achtergrond van haar familie

Ook bomen nemen in het Jiddische repertoire een bijzondere plaats in vanwege het sterke gevoel van identiteit en plaats. Met het slaapliedje “Unter beymer” uit de film ‘Der Vilna Shtot Khazan’ van de Oekraïense componist Alexander Olshanetsky op tekst van de bekende cantor Moishe Oysher, die in de film de hoofdrol speelde, maakt Motti Kastón voor de pauze grote indruk. Hij kreeg met zijn buitengewone vertolking de Kleine Zaal van het Concertgebouw werkelijk muisstil.

Kastón en Schneiderman deden in het duetje “Regendl” op tekst van Abraham Kaplan met woorden als “goochem” weer eens beseffen hoe zeer het Jiddisch onderdeel is van onze Nederlandse taal. Na een bakkie leut en een keiltje in de pauze was Kastón verantwoordelijk voor het merendeel van de Ladino (Judeo-Spaans) liederen uit de Sefardische traditie. De naïveté van de miniatuurtjes bracht hij op betoverende wijze over.

De afsluitende reprise van “Zun in mayrev” werd nog voorafgegaan door een hartverscheurend eerbetoon van Eva-Maria Westbroek aan Warschau met “Warsze main” van de Poolse zanger en componist Ben-Zion Witler. In de pianist Eytan Pessen vond zij een uitstekende begeleider, die voor elke vocale nuance de juiste kleur en dynamiek aandraagt. Chapeau!

Het toegift “Yoshke, yoshke” bracht gein en reuring in de Kleine Zaal, waarna men ermee kapte, afnokte, aftaaide, zich pleite maakte en ging wieberen. Een kits en koosjer optreden van Eva-Maria Westbroek en vrienden! Getuige te zijn van dit programma was een gedenkwaardige belevenis en groot genoegen. De gelijknamige CD van dit programma ‘Kleyne Lider’ door Schneiderman en Kastón dient feitelijk in elke CD-kast te staan.