***
© Matthias Baus
Koblenz, 28 oktober 2017

Muziek ‘Ball im Savoy’ verheelt vlakke enscenering in Koblenz

Theater Koblenz draagt bij aan de revival van het werk van de componist Paul Abraham met een nieuwe productie van diens operette ‘Ball im Savoy’. Abrahams vrijmoedige en levendige muziek met Berlijnse Jazz, Hongaarse Csárdás, Weense Schmalz en Jiddische Klezmer compenseren in Koblenz voor een enigszins vlakke enscenering.

Met de wereldpremière van zijn operette ‘Ball im Savoy’ op 23 december 1932 beleefde de Joods-Hongaarse componist Paul Abraham zijn laatste grote succes in Berlijn. Een paar weken na deze sensationele triomf werd de operette door de nazi’s verboden en moest Abraham vluchten.

Het geraffineerde en verrukkelijke libretto van ‘Ball im Savoy’ was van Alfred Grünwald en Fritz Löhner-Beda. Alfred Grünwald werd na de Anschluß opgepakt, maar kon nog vluchten naar New York. Fritz Löhner-Beda werd echter op 13 maart 1938 – een dag na Anschluss van Oostenrijk – gearresteerd en met het eerste ‘Prominententransport’ op 1 april 1938 naar Dachau gebracht. Op 23 september 1938 werd hij naar Buchenwald gedeporteerd en op 17 oktober 1942 werd hij naar Auschwitz getransporteerd. Daar werd hij op 4 december 1942 in de fabriek doodgeslagen, nadat de directeuren hadden geklaagd over de arbeidsprestaties van de verzwakte 59-jarige.

‘Ball im Savoy’ gaat over een recent getrouwd echtpaar, wiens trouw op de proef wordt gesteld. Allebei gaan zij voor een affaire naar het bal in Hotel Savoy, waar een gevarieerde populatie uit alle hoeken van de wereld samenkomt voor verschillende moderne dansen. Onder de oppervlakte van de burgerlijke moraal broeit het en alleen in de dans ontspant zich de druk. Vol jazzy foxtrotklanken is deze doldwaze komedie een dubbelzinnige klucht met de felheid van ‘Die Fledermaus’.

‘Ball im Savoy’ is een typisch product van het Berlijn rond 1930. Het is een vrijmoedige en energieke operette, waarbij het uitgelaten levensgevoel van de Weimar-Republiek op de spits wordt gedreven en burgerlijke beginselen als huwelijk en trouw op de proef worden gesteld. In Koblenz brengt de Duitse regisseur Ansgar Weigner (1975) ‘Ball im Savoy’ terug naar 23 december 1932, de dag van de wereldpremière. Hij kenschetst de leefstijl met heroïne, promiscuïteit, androgynie en zelfs een SM-act met Hitler. Het decorontwerp van Kristopher Kempf is echter kaal en vlak zonder decorstukken en te vaak is het toneel leeg, waardoor het één en ander helaas niet bruist.

De muziek van Abraham is opzwepend in een menging van Berlijnse jazz, Hongaarse Csárdás, Weense Schmalz en Jiddische klezmer. De jonge dirigent Daniel Spogis maakt het delicate evenwicht tussen melancholie en levenskracht van Abrahams muziek voelbaar en weet de sexy muziek en fabelachtige humor prima uit te drukken. Abraham zelf besloot in zijn voorstellingen spontaan welke musici wanneer spelen moesten en in Koblenz is deze improvisatie ondervangen door een “Bühnenpraktische Rekonstruktion der Musik” door Henning Hagedorn en Matthias Grimminger. Daarin is helaas de stoutmoedigheid van het lied “Oh Mister Brown!” niet onderkend, want het lied is in Koblenz uit ‘Ball im Savoy’ geschrapt. Het lied gaat over Mister Brown en Lady Stern, een dame met een Joodse naam en haar vermoedelijk donkere danspartner. De gewaagdheid van het lied is wel het meest typerend voor ‘Ball im Savoy’ en derhalve een groot gemis van deze productie. Ook de pauze in het midden van de tweede akte tijdens de scène op het bal is een muzikale faux pas.

In Koblenz komen de zangstemmen door de luidsprekers en worden de spreekteksten niet versterkt, terwijl het omgekeerde de voorkeur geniet. De Duitse sopraan Désirée Brodka brengt de prachtige muziek ten gehore die Abraham voor de rol van Madeleine schreef inclusief alle hoge noten. Als Arisitide heeft haar landgenoot Michael Siemon niet zoveel te zingen als in ‘Die Faschingsfee’ in Mönchengladbach, maar hij zet de Markies in al zijn weifelende aspecten goed neer. Haruna Yamazaki is verrukkelijk als Daisy Darlington en Anne Catherine Wagner is een heerlijk wulpse La Tangolita. Christof Maria Kaiser vertolkt Mustapha Bei in musicalstijl. Allen verwoorden in Abrahams muziek de eenzaamheid, het zoeken naar liefde en het verlangen; dezelfde thema’s die bij Mozart, Verdi en Puccini speelden, maar hier vertaald in Abrahams muzikaal unieke idioom.