***** Naar de premières van opera’s van de Amerikaanse componist Jake Heggie (1961) wordt altijd met verwachting uitgekeken. Zo waren ‘Dead Man Walking’ (2000, San Francisco), ‘For a Look or a Touch’ (2007) en ‘Moby Dick’ (2010, Dallas) stuk voor stuk successen. Zijn meest recente opera ‘It’s a Wonderful Life’ schreef Heggie in opdracht van de Houston Grand Opera in coproductie met de San Francisco Opera en de Indiana University’s Jacobs School of Music. Het libretto van Heggies vaste schrijver Gene Scheer is gebaseerd op de gelijknamige film van regisseur Frank Capra uit 1946. Het boek ‘The Greatest Gift’ van Philip Van Doren Stern vormde de inspiratiebron voor die film. Het verhaal gaat over George Bailey, die zijn dromen opgaf om anderen te helpen en wiens zelfmoordpoging op kerstavond door tussenkomst van een beschermengel wordt verhinderd. De engel toont George elke levensloop die hij heeft beroerd en hoe ieders leven eruit had gezien als hij niet geboren zou zijn. De opera ‘It’s a Wonderful Life’ beleefde zijn wereldpremière op 2 december 2016 en er werden opnamen van de wereldpremièrereeks gemaakt voor de CD-uitgave van het label Pentatone. De opera schetst de personages uitstekend en ook de bijrollen krijgen genoeg aandacht om profiel te hebben. Het weinige zelfvertrouwen van George’s beschermengel Clara – in de film een oudere man Clarence – en haar empathie voor George komen prima uit de verf en ieders sympathie voor Uncle Billy is eveneens zeer evident. De muziek van Heggie brengt de teksten schitterend tot leven en vertelt het verhaal met grote uitdrukkingskracht. De muziek is vaak boeiend en meer dan eens origineel. Soms zijn er aanduidingen naar Bernstein. Door de transparante orkestratie zijn de teksten altijd verstaanbaar. De gesproken teksten van acht minuten in de elfde scène van de tweede akte halen helaas de flow uit de muziek. De plaatsing van sprekende kinderen tegenover zingende volwassenen is evenmin overtuigend. De bezetting van de wereldpremière was eersteklas. De sopraan Talise Trevigne portretteert Clara genuanceerd en voelbaar intens en de tenor William Burden is lyrisch, helder, warm en overtuigend als George Bailey. Andrea Carroll vertolkt de toegenegenheid van zijn echtgenote Mary Hatch met stralende sopraan en smeltend zachte tonen. Rod Gilfry schetst de kwaadaardige Mr. Potter met greinige bariton en is nog te horen in de dubbelrol van Mr. Gower. Anthony Dean Griffey is een sympathieke Uncle Billy en Patti LuPone is een camp hoofdengel. Dirigent Patrick Summers en het HGO Orchestra halen elk detail uit de veelkleurige partituur naar boven. ‘It’s a Wonderful Life’ is een prachtig cadeau voor de kerst. Wie houdt het niet droog bij de epiloog “No matter how your story ends, No one is a failure who has friends.” En ten slotte speelt het gehele ensemble het populaire lied ‘Auld Lang Syne’ van Robert Burns, net als in de film.
Pentatone PTC 5186 631 (2CDs)
***** Het is niet zeker of de Franse componist Marc-Antoine Charpentier (1643-1704) ‘La Descente d’Orphée aux Enfers’ onvoltooid heeft gelaten of de kameropera opzettelijk heeft laten eindigen bij het begin van Orphées vertrek uit de onderwereld. De partituur bevat niet de eindnotities van Charpentiers andere manuscripten, maar de lengte van het werk en de besluitende Sarabande légère zouden wellicht kunnen duiden op een opzettelijk optimistisch einde. Charpentier componeerde ‘La Descente d’Orphée aux Enfers’ waarschijnlijk begin 1686 als laatste opera voor zijn patrones Mademoiselle de Guise. De libretto van een onbekende auteur is gebaseerd op de mythe van Orpheus uit de ‘Metamorfosen’ van Ovidius. Bij de eerste voorstelling in 1686 zong Charpentier zelf de rol van schuldige Ixion. Er bestaan al opnamen van ‘La Descente d’Orphée aux Enfers’ op Erato (1995, William Christie) en op CPO (2013, Paul O’Dette, Stephen Stubbs) en in januari 2016 maakte Harmonia Mundi een opname van de opera in het MC2 te Grenoble. De opname van CPO verdiende in 2015 een Grammy én een ECHO klassiek, maar deze nieuwe opname is nog aantrekkelijker. De geluidsopname is helderder en de stemmen zijn heerlijk dichtbij. Voor de instrumentatie is de keuze gemaakt voor strijkers, klavecimbel, een teorbe en fluit en het Ensemble Correspondances speelt onder leiding van de Franse dirigent Sébastien Daucé prachtig doorschijnend, zorgvuldig en intiem. Het koor zingt zeer nauwkeurig en de solisten zijn stuk voor stuk prima. Het Frans van de Amerikaan Robert Getchell als Orphée is niet feilloos, maar zijn haute-contre (tenor) is aangenamer van klank dan het geknepen geluid en de legatoloze lijnen van Aaron Sheehan op CPO. De Belgische dessus (sopraan) Caroline Weynants staat als Eurydice op het hoge niveau van Amanda Forsythe van CPO. Luister in de tweede akte naar de aandrang van de Orpheus’ smeekbeden, de onbuigzaamheid van Pluto die geleidelijk verzacht en het medelijden van de Trois Coupables, de Ombres heureuses en de Furies. Een luisterrijke opname voor de donkere herfst- en winteravonden!
Harmonia Mundi HMM 902279 (1CD)
**** Alessandro De Marchi dirigeerde een aantal jaren geleden de opera ‘La Clemenza di Tito’ van Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) in Praag, waar de componist zelf in 1791 de wereldpremière van deze opera had gedirigeerd. De Marchi kreeg in Praag de gelegenheid om naar de autograaf van deze laatste opera van Mozart te kijken en ontdekte dat de pagina’s waren beplakt met aria’s van Jospeh Weigl en Johann Simon Mayr die begin 19e eeuw in Praag aan ‘La Clemenza di Tito’ werden toegevoegd. Alessandro De Marchi besloot deze versie tot zijn uitvoeringspraktijk te maken. Tussen 5 en 11 augustus 2013 leidde hij ‘La Clemenza di Tito’ in het Innsbrucker Landestheater in het kader van de Innsbrucker Festwochen der Alten Musik en gebruikte daar de versie van het Wiener Hoftheater am Kärntnertor uit 1804. CPO heeft een registratie uitgegeven, die is samengesteld uit opnamen van die live-opvoeringen. Joseph Weigl had voor de eerste akte de aria “Splende di Roma” van Tito en het duet van Tito en Sesto “Incolpar tu non dovari” gecomponeerd. Verder includeerde Weigl twee aria’s van een onbekende componist voor de eerste akte, waarvan hij wellicht zelf de componist is geweest. En in de tweede akte bracht hij voor de partij van Tito de aria “Non tradirmi” van Johann Simon Mayr in. De diverse aanvullingen bevatten thematisch materiaal van Mozart en de aria van Mayr is puur belcanto. De Marchi had in Innsbruck een sterke bezetting tot zijn beschikking. Carlo Allemano vertolkt met uitstekend brede tenor de Romeinse keizer Tito, wiens vader de Keizer Vitellius opzij heeft gezet. Sopraan Nina Bernsteiner is een heerlijk felle Vitellia, Vitellius’ dochter, die hoopt de troon te bereiken door Tito te verleiden. De mezzosopraan Kate Aldrich is een prima Sexto, de vriend van Tito, die gevoelens heeft voor Vitellia en door Vitellia verleid wordt om een opstand tegen Tito op te zetten. Alessandro De Marchi tovert een verzorgd en helder geluid uit het orkest van de Academia Montis Regalis. De stemming is zo’n kwarttoon lager.
CPO 777 870-2 (2CDs)
**** Op 24 november 2017 is het twintig jaar geleden dat de Franse zangeres, tekstschrijfster en componiste Barbara overleed. Barbara werd als Monique Andrée Serf in 1930 in Parijs geboren als tweede kind van een Joodse bonthandelaar. Tijdens de bezetting van Frankrijk door de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog moest zij met haar familie onderduiken. Na de oorlog kreeg ze zang- en pianolessen en schreef zij zich in bij de École Supérieure de Musique. Pas in 1961 brak zij door met optredens in de muziektempel Bobino in de Parijse wijk Montparnasse en in 1964 tekende zij een contract bij Philips. Haar capaciteit haar eigen liederen te schrijven versterkte haar imago. De bekende liederen uit die tijd zijn “Ma plus belle histoire d’amour”, “Nantes” en “La solitude”. Diverse zangers hebben composities van Barbara vertolkt, waaronder Marc Almond, Maria del Mar Bonet, Martha Wainwright, Conchita Mendivil, Regina Spektor en Ana Silvera. Op de nieuwe CD ‘Barbara’ betuigt de pianist Alexandre Tharaud met diverse bekende artiesten een eerbetoon aan de Franse kunstenares. Zo maakt Juliette indruk met “Mes hommes”, vertolkt Vanessa Paradis een ingetogen “Du bout des lèvres”, bezingt Jane Birkin breekbaar de dood in “Là-bas” en brengt Juliette Binoche het nostalgische “Vienne” op viool begeleid door Renaud Capuçon. De Frans-Marokkaanse zangeres Hilde Zahra zingt het lijden van “Dis, quand reviendras-tu?” in het Engels. “Nantes” is opgenomen in bewerking voor klarinet en accordeon en Tharaud arrangeerde “Ma plus belle histoire d’amour” voor klarinet en piano. De liederen blinken stuk voor stuk uit door hun poëtische teksten, hun dramatiek en diepgang van de emotie. Niet alle bijdragen zijn even sterk en opvallend genoeg ontbreken het bekende “L’aigle noir” (dat in 1970 binnen twaalf uren een miljoen exemplaren verkocht), “Une petite cantate”, “La solitude” en het belangrijke “Göttingen”. Maar men dient keuzes te maken… Het CD-boekje bevat een essay van Tharaud over het repertoire van dit fraaie eerbetoon aan een schitterende zangeres.
Erato 0190295759155 (2CDs)
*** De Tweede Symfonie ‘Auferstehung’ van Gustav Mahler ging op 13 december 1895 in Berlijn in première door de Berliner Philharmoniker onder leiding van de componist zelf. De symfonie is één van Mahlers meest populaire en succesvolle werken. Mahler fundeerde ermee zijn levenslange visie over de schoonheid van het hiernamaals en de wederopstanding en ontwikkelde ermee het “Fernorchester”. De symfonie beleefde op 26 oktober 1904 haar Nederlandse première door het Concertgebouworkest in Amsterdam onder leiding van Mahler zelf. Van de 200 CD-uitgaven van de Tweede Symfonie van Mahler zijn er acht opnamen door het Concertgebouworkest; onder leiding van Otto Klemperer (1951), Rafael Kubelík (1960), Bernard Haitink (1968, 1984, 1995), Riccardo Chailly (2001), Mariss Jansons (2009) en Fabio Luisi (2011). Daarbij is nu een negende CD plus DVD-uitgave van het werk door het Concertgebouworkest verschenen onder leiding van Daniele Gatti. Na een sterke Vijfde en Negende Symfonie van Mahler als gastdirigent bij het Concertgebouworkest betekende het concert van diens Tweede Symfonie Gatti’s eerste Mahler-uitvoering bij het orkest als chefdirigent. In de live-opname van 18 september 2016 laat Gatti zijn grote communicatieve vaardigheden horen. Zijn pianissimi zijn gloeiend intens en zijn fortissimi exploderen enorm vanuit het koper en slagwerk. Daartussen klinkt het echter soms afgevlakt. De gedetailleerdheid is indrukwekkend, maar er ontbreekt weerklank en diepte. Uiteindelijk mist het de rauwheid, de onstuimigheid, de rafeligheid. De vertolking van het vierde deel ‘Urlicht’ brengt de luisteraar ook niet naar een staat van verhoogde zielsrust ook al is de volle stem van de Schotse mezzo Karen Cargill weelderig en vol resonansen. Gatti geeft het vijfde deel daarentegen een grote spanningsboog, die is gericht op de slotapotheose. Het Groot Omroepkoor begint uiterst behoedzaam pianissimo met “Auferstehen”, de solistes Karen Cargill en sopraan Chen Reiss voegen zich daar bijna onopgemerkt bij en nemen uiteindelijk over met “O glaube, mein Herz” ondersteund door vioolsolo. Het koor zet bij het plotse crescendo weer in met “Was entstanden ist”, waarna de solistes overnemen met “O Schmerz, du Alldurchdringer!”. Gatti trekt het tempo en de dynamiek aan en komt tot een hoogtepunt met “Sterben werd’ ich, um zu leben!” en beëindigt het slotdeel met een prachtig orkestraal tutti-naspel en een krachtig akkoord. Al met al kan men zich echter niet aan de indruk onttrekken, dat deze uitgave voor Gatti nog even te vroeg komt. Overigens vermeldt de DVD-uitgave de verkeerde datum, want dit is de uitvoering van 16 september 2016 met de sopraan Annette Dasch.
Royal Concertgebouw Orchestra CD RCO 17003 / DVD RCO 17109 (2CDs/1DVD)