***** Het nieuwe album van het filharmonisch orkest Filharmonii Narodowej uit Warschau bevat drie composities van Karol Szymanowski (1882-1937). De Poolse componist schreef ‘Litania do Marii Panny’, ‘Stabat Mater’ en ‘III Symfonia “Pieśń o nocy”’ tussen 1914 en 1933, wat wordt beschouwd als zijn meest vruchtbare periode. ‘Litania do Marii Panny’ componeerde Szymanowski tussen 1930 en 1933 en het tweedelige werk voor sopraan, vrouwenkoor en orkest ging op 13 oktober 1933 in Warschau in première. Het behoort tot de derde periode van Szymanowski (1920-1937), die zich kenmerkt door een nieuwe stijl die was gebaseerd op volksmuziek. Luister naar de melancholische, Mahleriaanse opening van het eerste deel van “Dwunastodźwięczna cytaro” en hoe het zich ontwikkelt van pianissimo tot forte en weer terug. Het tweede, religieuze deel “Jak krzak skarlały” is expressiever en de Poolse coloratuursopraan Aleksandra Kurzak treft de juiste toon. Het ‘Stabat Mater’ is waarschijnlijk het bekendste werk van Szymanowski. De zesdelige compositie voor sopraan, alt, bariton, gemengd koor en orkest ging op 11 januari 1929 in Warschau in première. De volkse en kerkelijke sfeer heeft iets natuurlijks en naïefs. De Wagnerachtige opening “Stała Matka bolejąca” maakt onmiddellijk indruk en Aleksandra Kurzak geeft de treurende moeder ontroerend weer. Dit begin gaat over in het marsachtige “I któż widział tak cierpiącą” gezongen door de Poolse bariton Artur Ruciński, wiens stevige geluid ook weerklinkt in het vijfde deel “Panno słodka racz mozołem”. Kurzak is met de alt Agnieszka Rehlis nog te horen in de middendelen “O Matko Źródło Wszechmiłości” en “Spraw niech płaczę z Tobą razem” voordat het trio het werk afsluit met het prachtige “Chrystus niech mi będzie grodem”. De laatste compositie op de CD is ‘III Symfonia “Pieśń o nocy”’ uit de tweede periode van Szymanowski (1914-1919), die werd gekenmerkt door individualisme en oriëntaalse invloeden. Deze Derde Symfonie voor tenor, gemengd koor en orkest beleefde haar wereldpremière op 24 oktober 1921 in Londen, echter toen nog zonder koor en solist. Het eendelige werk heeft als subtitel “Het Lied van de Nacht” en bevat teksten in het Pools van de Perzische dichter Dschalāl ad-Dīn ar-Rūmī. Het heeft een geheimzinnige sfeer van de donkere, mystieke nacht en spirituele verlichting. De Russische tenor Dmitry Korchak opent en sluit de symfonie geestdriftig. Het Chór en Orkiestra Filharmonii Narodowej onder leiding van artistiek directeur Jacek Kaspszyk zijn gevolmachtigd als geen ander voor Szymanowski’s muziek en presenteren de werken voorbeeldig. Het CD-boekje bevat een summier essay van Maciej Gmys en helaas niet de gezongen teksten.
Warner Classics 0190295864507 (1CD)
**** De Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek is een graag geziene gaste tijdens het Festival Castell de Peralada in Spanje. In augustus 2015 zong zij er Desdemona in ‘Otello’, in juli 2014 Maddalena in ‘Andrea Chénier’, in juli 2013 de sopraanpartij in het ‘Messa da Requiem’ van Verdi en op 2 augustus 2013 trad zij er op in een recital. Van dat laatste recital is de “Liebestod” uit ‘Tristan und Isolde’ van Wagner uitgebracht op de CD ‘Nits d’Estiu a Peralada’, die ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van het festival is verschenen. Eva-Maria Westbroek geeft warmte aan de aanvankelijke retoriek van de finale en drang aan de uiteindelijke uitdrukking van Isolde. Opmerkelijk is haar verstaanbaarheid! Naast dit fragment van Eva-Maria Westbroek staan op de CD andere fragmenten van opera’s en concerten, die tussen 1987 en 2015 tijdens het festival werden gegeven. Zo hoort men Sondra Radvanovsky tijdens een stugge vertolking van de Bolero uit ‘I Vespri Siciliani’ met een buitenaardse hoge E, Ainhoa Arteta in een prachtige vertolking van “Canción de cuna para dormir a un negrito”, een 54-jarige Montserrat Caballé weer even terug als Mozartzangeres in de concertaria “Vado, ma dove”, Roberto Alagna in een schitterende vertolking van “Rachel, quand du Seigneur” uit ‘La Juive’, de Spaanse sopraan Marta Matheu met het fraaie “Jo et pressentia com la mar” van Mompou en de Spaanse tenor Josep Bros met de mezzo Nancy Fabiola Herrera in een heerlijk duet uit ‘Luisa Fernanda’ van Torroba. Verder onder anderen Jonas Kaufmann, Piotr Beczała, Juan Diego Florez, Plácido Domingo en Leo Nucci. Het album bevat een boekje van 28 pagina’s met een essay van Roger Alier in het Catalaans, Spaans en Engels en enkele foto’s van de uitvoeringen. Het album werd in maart 2017 voor €3,50 verkocht bij de Spaanse krant ‘La Vanguardia’ en is nog steeds via de website van de krant te koop.
www. shopping.lavanguardia.com (1CD)
**** Radio France organiseerde op 15 april 2016 een concert in het Auditorium Maison de la Radio in Parijs. Vóór de pauze stond op het programma ‘L’Enfant Prodigue’ van Claude Debussy en na de pauze de opera ‘L’Enfant et les Sortilèges’ van Maurice Ravel. De kleine opera van Ravel op een libretto van Colette beleefde op 21 maart 1925 in Monte-Carlo onder leiding van Victor de Sabata en is inmiddels uitgebreid vertegenwoordigd op CD. Aan de discografie van ‘L’Enfant et les Sortilèges’ is de nu de concertante opvoering van Radio France toegevoegd door het label Erato. De jonge Franse mezzo Chloé Briot zingt de titelrol van de Enfant op ontwapenende wijze. De Franse coloratuursopraan Sabine Devieilhe is briljant als Le Feu, La Princesse (met een prachtige diminuendo hoge B) en Le Rossignol (met fenomenaal delicate hoge F). Zij zorgt voor de hoogtepunten van de uitvoering. Elk woord is verstaanbaar, elke noot is perfect en het stroomt over van muzikaliteit. De altijd betrouwbare Franse alt Nathalie Stutzmann – ook live in 2009 op EMI – is ideaal als Maman, La Tasse Chinoise en La Libellule en de jonge Belgische sopraan Jodie Devos is prachtig als een Pastourelle, de Chauve-souris en de Chouette. De Zwitserse tenor François Piolino als de Théière, de Petit Vieillard en de Rainette en de Canadese bariton Jean-François Lapointe in het premier tableau als Le Chat en l’Horloge Comtoise zijn passend bezet. Heerlijk is het om locuteurs natifs in deze opera te horen. Op de tweede CD de eenakter ‘L’Enfant Prodigue’, een vroeg werk van de 21-jarige Claude Debussy. De scène lyrique (cantate) ging op 27 juni 1884 – niet 7 juni zoals het CD-boekje vermeldt – in première in Parijs met niemand minder dan Rose Caron als Lia en Ernest Van Dyck als Azaël begeleid aan de piano door Debussy zelf. Later bewerkte Debussy de compositie met behulp van André Caplet tot een georkestreerde versie, die in 1907 in première ging. Men hoort in ‘L’Enfant Prodigue’ Gounod en Massenet voorbijkomen, maar tevens reeds Debussy’s kenmerkende genuanceerde orkestratie en kleurrijke stijl. Liefhebbers kennen de radio-opname uit 1947 met Eileen Farrell onder leiding van Bernard Herrmann en de RAI-opname van 1962 onder leiding van André Cluytens met Janine Micheau, Michel Sénéchal en Pierre Mollet. De solisten op deze nieuwe opname zijn echter suboptimaal. De Canadese sopraan Karina Gauvin is als moeder Lia niet altijd even verstaanbaar en de Frans-Italiaanse tenor Roberto Alagna als de verloren zoon Azaël zet de noten vaak een semitoon lager aan. De bariton van Jean-François Lapointe als vader Siméon is minder open dan bij Ravel en verliest resonansen in de hoogte. De Finse dirigent Mikko Franck, het Choeur de Radio France Maîtrise de Radio France en Orchestre Philharmonique de Radio France weten raad met de veelheid van diverse muzikale stijlen van Ravel en de decoratieve stijl en subtiliteiten van Debussy. Het CD-boekje bevat de gezongen teksten, een beknopt essay, maar geen biografieën van de musici. Een CD-uitgave van een geslaagd concert!
Erato 0190295896928 (2CDs)
**** In de oud-Griekse theatertraditie was catharsis het opwekken van krachtige gevoelens zoals verdriet, angst, medelijden of zelfs gelach bij de toeschouwer, dat vervolgens een zuivering van diezelfde gevoelens teweegbrengt. Voorafgaand is er vaak een moment van hybris met overdreven trots, hoogmoed, brutaliteit en onbeschaamdheid, maar uiteindelijk zorgt de wraakgodin met een catastrofe voor catharsis. De barokcomponisten grepen graag terug naar dit Griekse drama en de Spaanse countertenor Xavier Sabata brengt hiervan tien voorbeelden van negen 18e-eeuwse componisten samen op zijn nieuwe CD ‘Catharsis’. De CD werd tussen 22 en 26 september 2015 opgenomen in de Atheense concertzaal Megaron. Sabata opent met de typische catharsis-aria “Alza il ciel” uit ‘Adelaide’ (1729) van Giuseppe Maria Orlandini met de verwoestende bliksem en Sabata zingt de strakke coloraturen met wollige alt. Gualtiero’s vernedering door de standvastige liefde van zijn echtgenote zingt Sabata in “Cara sposa” uit ‘Griselda’ (1725) van Francesco Conti. Ook Pietro Torri had een gelijknamige opera ‘Griselda’ (1723) gecomponeerd en in de virtuoze hybris-aria “Vorresti col tuo pianto” wijst Sabata als Gualtiero zijn echtgenote nog wreed af. In de aria “Gelido in ogni vena” uit de verloren opera ‘Farnace’ (1727) van Vivaldi ervaart de titelheld in een catharsis-moment over de dood van zijn zoon. Opnieuw uit ‘Adelaide’ van Orlandini zingt Sabata vervolgens de virtuoze hybris-aria “Gia mi sembra al carro avvinto” vol hoogmoed. Händel is vertegenwoordigd met de expressieve en ontroerende openingsscène “Orride larve” van de titelheld uit ‘Admeto’ (1727), die hij schreef voor de castraat Senesino. Uit het oratorium ‘La Conversion di Sant’Agostino’ (1750) van Johann Adolf Hasse zingt Sabata de onderwerping van Augustinus door God in de aria “Or mio pento” in al haar eenvoud en luister. Opnieuw een tranentrekkend catharsis-moment in de gevangenisscène “Voi, d’un figlio tanto misero” uit ‘Caio Mazio Coriolano’ (1723) van Attilio Ariosti. Een andere titelheld vertolkt Sabata in “Ah, frenate il pianto imbelle” uit ‘Temistocle’ (1736) van Antonio Caldara, verscheurd door verdeeldheid tot op het punt van zelfmoord. De CD besluit met het spottende “Quando onor favella al core” uit ‘Il Valdemaro’ (1726) van Domenico Sarro. De virtuoze en overdenkende aria’s wisselen elkaar op de CD goed af. Xavier Sabata heeft een egale alt, zingt nauwkeurige versieringen en fraseert fraai. Het ensemble Armonia Atenea speelt eerlijk, sprankelend, strak en becommentariërend als volwaardig partner onder leiding van George Petrou. Het CD-boekje bevat de gezongen teksten, een illustratief essay over de aria’s, maar geen biografieën van de musici.
Aparte Music AP143 (1CD)
**** De Duitse componist Otto Nicolai (1810-1849) riep in 1842 in Wenen de Philharmonische Konzerte in het leven en stichtte daarmee de latere Wiener Philharmoniker. Hij schreef in zijn korte leven – hij overleed op 38-jarige leeftijd aan een hersenbloeding – zes opera’s, waarvan de laatste ‘Die lustigen Weiber von Windsor’ de meest bekende is. Daarvoor schreef Nicolai de opera ‘Die Heimkehr des Verbannten’, die op 13 maart 1841 in het Teatro alla Scala van Milaan zijn wereldpremière beleefde als ‘Il Proscritto’. Voor de première in Wenen op 3 februari 1844 bewerkte Nicolai de opera tot een Duitse versie, die het Theater Chemnitz begin 2011 in een gerestaureerde editie van de Berlijnse muziekwetenschapper Michael Wittmann op de bühne bracht. Van de opnamen van de uitvoeringsreeks werd door het onvolprezen label CPO nu een CD-uitgave gemaakt. ‘Die Heimkehr des Verbannten’ is gebaseerd op een drama van de Franse schrijver Frédéric Soulié en het typisch romantische verhaal speelt zich af in Engeland in het jaar 1461 ten tijde van de Rozenoorlogen. Lord Artur keert na een ballingschap van zeven jaren terug naar huis. Zijn echtgenote Leonore trouwt echter – in de veronderstelling dat haar man is overleden – net op die dag met Graaf Edmund. Uiteindelijk is Leonore niet in staat tussen de twee mannen te kiezen en besluit ten slotte tot zelfdoding. De Duitse coloratuursopraan Julia Bauer is een stralende Leonore en haar hoge Fs vliegen je om de oren. De Oostenrijkse tenor Bernhard Berchtold is roldekkend voor de lyrische partij van Artur en de Duitse bariton Hans Christoph Begemann is een enigszins stijve Edmund. De Duitse dirigent Frank Beermann en de Robert-Schumann-Philharmonie – onder andere ook verantwoordelijk voor de schitterende CPO-opname van ‘Vasco de Gama’ van Meyerbeer – hebben goed gevoel voor romantiek en het Chor der Oper Chemnitz zingt geconcentreerd. Een beduidende aanwinst voor de catalogus van Nicolai!
CPO 777 654-2 (2CDs)
*** De CD ‘Mignon’ van de Kroatische mezzosopraan Nataša Antoniazzo en de Kroatische pianiste Mia Elezović bevat elf liederen van zeven componisten op vier verschillende teksten uit ‘Wilhelm Meisters Lehrjahre’ van Johann Wolfgang Goethe.
De CD werd tussen 29 november en 6 december 2015 in de concertzaal van de Academie voor Muziek van de Universiteit van Zagreb opgenomen. De vier teksten zijn de gedichten die Mignon in het verloop van ‘Wilhelm Meisters Lehrjahre’ zingt. Op de CD de bekende toonzettingen van Schubert, Beethoven, Schumann, Wolf en Liszt, maar ook “Nur wer die Sehnsucht kennt” in het Russisch van een jonge Tjaikovski en “Kennst du das Land” als jeugdwerk van Alban Berg. De toon van Nataša Antoniazzo klinkt nogal geknepen en niet vrij en dat maakt het in het Duits inspannend om naar te luisteren. Mia Elezović toont zich een attente begeleidster. De CD bevat overigens slechts 41 minuten muziek en de toonzettingen van de teksten door Charles Gounod, Fanny Mendelssohn, Stanislaw Moniusko, Anton Rubinstein, Gaspare Spontini en Ambroise Thomas zouden nog hebben gepast en de CD zeker interessanter hebben gemaakt.
Antes Edition BM319298 (1CD)