***
© Thomas M Jauk
Hannover, 4 maart 2017
Robuust roldebuut van Kelly God in rampzalige ‘Der fliegende Holländer’
De nieuwe productie van ‘Der fliegende Holländer’ in Hannover is een rampzalig stukje regietheater van regisseur Bernd Mottl. Gelukkig zijn daar de nieuwe Generalmusikdirektor Ivan Repušić en de Nederlandse sopraan Kelly God die Wagner muzikaal weten te redden.
De regisseur Bernd Mottl (1965, Mönchengladbach) had in 2013 nog succes in Hannover met ‘Street Scene’ van Kurt Weill, maar zijn nieuwe productie van ‘Der fliegende Holländer’ kan helaas niet overtuigen. Mottl toont in ‘Der fliegende Holländer’ de vernietigende kracht van de natuur in een door een ramp verwoest winkelcentrum. Het decor van Friedrich Eggert biedt zicht op twee etages waarvan de rechterkant door de inslag is weggeslagen en twee nog intacte roltrappen, die de begane grond met de eerste etage en de kelder verbinden.
Hier is Daland in de eerste akte een zakenman en zijn medewerkers zijn onderdeel van het opruimingsteam. De arbeidskrachten van de Holländer zijn gehuld in zwarte, mythologische kledij en zelf presenteert hij zich in een zwart, middeleeuws kostuum. Als hij zijn rijkdom aan Daland toont schitteren zijn schatten door de rolluiken van de winkels. In de tweede akte komen de meisjes met zonnebrillen en in bontmantels terug van het winkelen, maar de “gothic” Senta moet van dit alles niets hebben en is slechts uit op de verlossing van de Holländer. Gelukkig is daar Erik die na de ramp als verdelger het ongedierte bestrijdt. In de derde akte is er een feest in het verwoeste winkelcentrum en doen de matrozen en de meisjes een knullig dansje. Vanuit de kelder hoort men het “Johohoe!” van de mannen van de Holländer en een fakkel zet hen in de kelder in lichter laaie. De Holländer raakt teleurgesteld in Senta en voegt zich bij zijn brandende mannen. Het concept van Mottl wil maar niet echt overtuigen en uiteindelijk wordt de tekst voor het gemakkelijke effect meer dan eens door hem verwaarloosd…
Ook vocaal wil deze productie niet overtuigen. Stefan Adam portretteert de Holländer als een teleurgesteld en gebroken man en zingt hem overeenkomstig met karakterbariton. Robert Künzli vertolkt Erik met karaktertenor en de bas Shavleg Armasi heeft niet de diepte voor Daland. De Nederlandse sopraan Kelly God zingt Senta in haar roldebuut daarentegen vanuit de dramatiek – en niet volgens de oninteressante mode vanuit de lyriek – met gepeperde stem en robuust met power en stamina. Zij zet als “gothic” figuur een fatale, rampspoedige en tragische heldin neer, bleek en morbide met de kracht van de emotie alsof de dood door “Erstarrung” van het hart kan optreden, zoals Wagner zelf over Senta schreef.
Deelgenoot in Wagner maakt zij ook de dirigent Ivan Repušić in zijn debuut als nieuwe Generalmusikdirektor in Hannover. Zijn lezing is spannend, meeslepend, vol atmosfeer en charme en de storm en het zielenleed komt met golven uit het Hannovers Staatsorchester. Zo’n Senta en dirigent maken de rampzalige rest weer goed.