© Jörg Landsberg

Kelly God oogst succes met ‘Street Scene’ in Hannover

De Staatoper Hannover voert ‘Street Scene’ van Kurt Weill in het Duits op. Twee vragen dienen zich aan. In de eerste plaats, hoe zal de “American opera on Broadway” klinken in het Duits en ten tweede, wat zal Kurt Weill zelf gevonden hebben van ‘Street Scene’ in het Duits?

Kurt Weill (1900-1950) vluchtte in 1933 voor de Nazi’s en arriveerde in 1937 in New York. Daar componeerde hij toneelwerken op Engelstalige libretti. Sinds hij Duitsland was ontvlucht sprak en schreef hij nauwelijks nog Duits, uitsluitend met zijn vrouw Lotte Lenya en zijn ouders, die in Israël woonden. De Staatsoper Hannover voert nu ‘Street Scene’ op in het Duits en men kan zich afvragen of Kurt Weill toestemming zou hebben gegeven om zijn Amerikaanse werken in het Duits te laten opvoeren. De Kurt Weill Foundation gaf in elk geval wel haar goedkeuring.

Zijn tweeakter ‘Street Scene’ ging in 1947 in New York in première. Weill had in zijn eerste tien jaar in New York een aantal musicals en een operette gecomponeerd voor zingende acteurs en wilde zich nu eens “ausmusizieren” voor acterende zangers met een “American Opera on Broadway”. De Staatsoper Hannover heeft de enscenering van de productie overgelaten aan de regisseur Bernd Mottl (1965, Mönchengladbach). Zijn ‘Street Scene’ is geen “straat scène”, want Mottl noemt in het programmaboekje het tonen van de arme wijk van Kurt Weill “aanmatigend”. Daarom verzon hij een setting, waarin de 36 personages zijn opgevangen in een sporthal en door de omstandigheden met elkaar zijn verbonden. Allen hebben dezelfde trainingsoutfit uitgereikt gekregen en lijken op elkaar. Hierdoor is de voor het werk zo typerende “meltingpot” van Zweedse, Italiaanse en Joodse gezinnen afwezig. Ook zijn er geen buitenlandse accenten in de Duitstalige dialogen. Die dialogen en ook de tekst van de muziek zijn bovendien in de – overigens niet storende – Duitse vertaling van Lys Symonette en Stefan Trossbach aangepast om deze enscenering geloofwaardig te maken. De enscenering van Mottl is geestig, vermakelijk en bezit gedetailleerde vondsten, maar het drama van ‘Street Scene’ heeft Mottl helaas niet gevat. De personages zijn in zijn setting niet tragisch, maar karikaturen. Zo voelt Mottl bijvoorbeeld niet de Weill-tragiek aan van Mrs Hildebrand en haar kinderen, die uit hun huis worden gezet, maar zet haar als dievegge onsympathiek neer. Shirley Kaplan wordt door Mottl – met name in de veranderde dialogen – als een onaardige, Joodse vrouw geposteerd, terwijl zij dat au font niet is. En dat niet Anna, maar Rose na afloop als laatste applaus in ontvangst mag nemen, duidt erop, dat Mottl de climax en de essentiële dramatiek van ‘Street Scene’ niet echt heeft begrepen.

Ondanks dat is er muzikaal veel te genieten in deze productie. ‘Street Scene’ is een meesterwerk en de muziek van de opera is wellicht de meest rijke, die Kurt Weill ooit schreef. De melodiek is extravagant en er is klassieke muziek, jazz, blues en Broadway met aria’s, duetten, terzetten, kwartetten en een sextet. Door de versmelting van de muziek met het drama is er een eerlijke, diepe emotie en door het invoegen van het gesproken woord en de dramatische handeling in de muziek is er groot theater. Vanuit de bezetting gezien is ‘Street Scene’ een echte opera. Zij is uiterst geschikt voor een opera-ensemble en vereist sterke stemmen. Zo is de rol van Anna Maurrant geschreven voor een dramatische sopraan. De Nederlandse sopraan Kelly God maakt in Hannover indruk als de getergde vrouw. Haar grote aria “Somehow I Never Could Believe” in de eerste akte hoorde men zelden zo fraai gezongen en het was een genot nu eens een goede, gelijkmatige sopraan in de rol te horen. Kelly God kreeg dan ook het grootste applaus van het publiek. De Amerikaanse bariton Brian Davis heeft het passende heldengeluid voor haar echtgenoot Frank en de Poolse sopraan Ania Vegry is prachtig lyrisch als Rose. Alle zangers uit het ensemble van Hannover zijn uitstekend bezet, zingen voortreffelijk, spreken hun dialogen geloofwaardig en dansen ook nog prima. De zangers worden versterkt en dat zorgt helaas af en toe voor akoestische problemen. Overigens is het onduidelijk waarom Mrs. Jones is toegevoegd aan het sextet, dat daardoor een septet wordt. Dirigent Benjamin Reiners is eerste Kapellmeister in Hannover en voelt zich uitstekend thuis in de muziek van Kurt Weill. Opvallend gedetailleerd schildert hij met Niedersächsisches Staatsorchester Hannover de begeleiding van de dialogen en de overgangen zijn muzikaal en goed getimed. Kurt Weill zou met deze muzikale uitvoering waarschijnlijk dik tevreden zijn geweest.

‘Street Scene’ spreekt een groot publiek aan en dat was in Hannover te merken. De première was uitverkocht en het voornamelijk jonge publiek was enthousiast. Ook de overige voorstellingen zijn al bijna uitverkocht. Te hopen is dat ‘Street Scene’ en de andere werken van Kurt Weill vaker opgevoerd zullen worden en wie weet weer eens in Nederland…