11-01-2017

Op 10 januari 2017 is de Franse sopraan Lucienne Jourfier overleden.

Lucienne Jourfier werd op 17 september 1923 in Toulouse geboren in een muzikale familie. Haar vader was decorontwerper voor het Théâtre du Capitole en haar tante was de gevierde zangeres Germaine Bailac die bij de L’Opéra de Paris in 1907 Dalila in ‘Samson et Dalila’ had gezongen en later een populaire Carmen was.

Lucienne Jourfier studeerde in eerste instantie altviool aan het Conservatoire de Toulouse en vervolgens zang. In juni 1943 won zij de eerste prijs op het concours van het Théâtre du Capitole de Toulouse, waarna zij door het gezelschap geëngageerd werd. Zij prefereerde echter haar studie voort te zetten aan het Conservatoire de Paris en studeerde daar vanaf maart 1945 bij Paul Guillamat. In 1945 won zij een concours van Conservatoire de Paris, waarna Reynaldo Hahn geattendeerd werd op de 21-jarige Lucienne Jourfier en haar engageerde. Zo maakt zij haar operadebuut als Pamina in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart op 10 augustus 1945 in Palais Garnier naast Mado Robin, Paul Cabanel en Henri Medus.

Op 9 november 1945 debuteerde Lucienne Jourfier bij de Opéra Comique in de Salle Favart als Sophie in ‘Werther’ van Massenet, gevolgd door vertolkingen van Leila in ‘Les Pêcheurs de Perles’, Philine in ‘Mignon’, Violetta in ‘La Traviata’, Micaela in ‘Carmen’, Susanna in ‘Le Nozze di Figaro’, La Guimard in ‘Fragonard’ van Gabriel Pierné (naast Fanély Revoil en Jacques Jansen), Mimì in ‘La Bohème’ en Rosina in ‘Il Barbiere di Siviglia’ van Rossini. Vanwege haar vertolking van Rosina werd in 1948 besloten een filmopname van ‘Il Barbiere di Siviglia’ te maken met naast haar de tegenspelers Raymond Amade, Roger Bourdin en Roger Bussonnet onder muzikale leiding van André Cluytens.

In het Palais Garnier zong zij in 1947 de rol van Juliette in ‘Roméo et Juliette’ van Gounod en het is aan haar dat Maurice Lehmann de rol van Amour in ‘Les Indes Galantes’ van Rameau toevertrouwde in de legendarische reprise van 1952 naast Geori Boué, Denise Duval, Janine Micheau en Jacqueline Brumaire. Tevens zong Lucienne Jourfier de titelrol in ‘Manon’ van Massenet, waarmee zij blijvende indruk maakte.

Gastoptredens brachten haar bovendien naar diverse Franse provinciehuizen, Noord-Afrika en Monte Carlo (Mimì en Manon).

Al in 1953 maakte Lucienne Jourfier bekend de L’Opéra de Paris te verlaten. Maurice Lehmann bleef haar beschouwen als ensemblelid, maar naast haar concerten zong zij steeds minder in opera’s totdat zij in 1956 op 32-jarige leeftijd definitief stopte.

Lucienne Jourfier bleef nog wel contractueel verbonden aan de L’Opéra de Paris en was nog betrokken bij een aantal opnamesessies. Zij liet daardoor een handvol opnamen na, waaronder een aantal aria’s uit ‘Manon’. Verder bevinden zich in het archief van de INA een groot aantal opnamen van radio-uitzendingen van de operazangeres. Zo is zij te horen als Juliette in een integrale radio-opname van ‘Roméo et Juliette’ uit 1951 (Cantus Classics) en als Micaela in een radio-uitvoering van ‘Carmen’ uit 1947 (Cantus Classics).

Lucienne Jourfier overleed in Parijs

Kijk op YouTube