****
© DNO
Amsterdam; 10 oktober 2016

Eva-Maria Westbroek ontroert in geconcentreerde ‘Manon Lescaut’

MUZIKAAL

1. Is DNO trouw aan de muziek of zijn er veranderingen? ***
– De Nationale Opera brengt voor het eerst sinds 32 jaren (!) weer een nieuwe productie van de opera ‘Manon Lescaut‘ van Giacomo Puccini (1858-1924) op de planken. ‘Manon Lescaut’ is de derde opera van Puccini en beleefde zijn wereldpremière op 1 februari 1893 in het Teatro Regio van Turijn. Een jaar later ging de opera op 7 februari 1894 in première in het Teatro alla Scala van Milaan. Dit was inmiddels de derde versie van ‘Manon Lescaut’ en Puccini had hiervoor de tweede akte herschreven en de vierde akte ingekort. Deze Scala-versie wordt door DNO nu integraal gespeeld. Het orkestrale voorspel tot de derde akte (intermezzo) wordt in deze productie na de derde akte gespeeld.

2. Zijn de zangers rollendekkend? ****
– De Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek is na zes jaren afwezigheid terug bij DNO en zong in de tussentijd op alle grote podia van de wereld. Zij vertolkt de titelpartij van ‘Manon Lescaut’ met haar unieke combinatie van intelligentie, gevoeligheid en gedrevenheid; bescheiden in de eerste akte, humoristisch in de tweede, machteloos in de derde en uiteindelijk het verdriet en de uitputting in de laatste akte. Eva-Maria Westbroek weet in de vierde akte op hartverscheurende wijze te ontroeren zoals slechts weinig zangeressen in de wereld dat tegenwoordig kunnen. De Italiaanse tenor Stefano La Colla is een uitstekende Des Grieux met een aangenaam lyrische en stralende klank. De Nederlandse bariton Thomas Oliemans hoorde men nooit eerder vocaal zo goed als hier in de rol van Manons broer Lescaut en hij is een voortreffelijk acteur!

3. Is de dirigent betrokken bij het podium? ***
– De Britse dirigent Alexander Joel (1971, Londen) – de halfbroer van de zanger Billy Joel – heeft het idioom van Puccini nog niet helemaal in de vingers en zijn lezing is hoekig met korte bogen en nog weinig gevoel voor rubato. Hij is echter te allen tijde toegewijd aan het drama op het toneel en geeft de zangers goed aan.

4. Vormen de (koor- en) orkestleden onderling en samen een eenheid? ****
– Het Nederlands Philharmonisch Orkest speelt verzorgd en gedetailleerd en het Koor van DNO – statisch en in slow-motion opgesteld in de eerste akte – kweet zich zorgvuldig en geconcentreerd van zijn bescheiden taak.

DRAMATURGISCH

5. Wordt er een verhaal verteld? ****
– De Duitse regisseuse Andrea Breth (1952, Rieden bei Füssen) revancheert zich met deze nieuwe enscenering van ‘Manon Lescaut’ voor haar afschuwelijke ‘Macbeth’ en humorloze ‘De Speler’ bij DNO. Alleen in de kunst en bij DNO is het mogelijk dat een dysfunctionerende employé na zoveel mislukte pogingen opnieuw een opdracht krijgt. Breth laat Manon Lescaut terugblikken op haar leven met als uitgangspunt – als fastforward – haar overlijden in de Amerikaanse woestijn.

6. Komt de enscenering overeen met het libretto? **
– Meer dan eens komen de gezongen teksten niet overeen met wat op het podium gebeurt. In de eerste akte zingt Edmondo tegen Des Grieux “Fugge” (“Hij rent weg”) terwijl Des Grieux blijft staan en zingt Edmondo “Impallidisci?” (“Je wordt bleek”) terwijl hij Des Grieux niet aankijkt. In de laatste akte zingt Des Grieux tegen Manon “Su me ti posa” (“Steun op mij”) terwijl zij ligt en zingt Manon “Muore il giorno” (“Het wordt donker”) terwijl het felle halogeenlicht schijnt. De enscenering van Breth maakt op dit soort momenten een onkundige indruk.

7. Hoe is de esthetiek en functionaliteit van de vormgeving? ***
– Het decor van Oostenrijkse ontwerper Martin Zehetgruber is voor alle akten een witte theaterdoos met woestijnzand. Hoe afgezaagd en saai ook, dit decor zorgt wel voor focus en concentratie op de protagonisten zonder afleiding. De prachtige kostuums in deze ‘Manon Lescaut’ werden gecreëerd door de beroemde Duitse ontwerpster Moidele Bickel, die dit jaar op 79-jarige leeftijd overleed. De continu felle belichting van Alexander Koppelmann draagt helaas niet bij aan een heel sfeervolle en vertellende enscenering. Andrea Breth zelf heeft verder het koor in de eerste akte fantasieloos, passief en met slow-motion bewegingen opgesteld en dat is een zwaktebod dat men vooral tegenkomt bij regisseurs die zich ongemakkelijk voelen bij teveel personen op het podium (men denke aan Pierre Audi).

8. Hoe is de integratie regie–muziek? ****
– Breth toont respect voor Puccini door het allegro brillante in de opening van de eerste akte en ook het intermezzo voor de derde akte – hier dus na de derde akte – met gesloten doek te laten spelen. Een mooi muzikaal moment in de enscenering was de aria “Donna non vidi mai”, waarin Des Grieux een serenade brengt aan Manon terwijl zij nog toehoort. Helaas gunt Breth daarentegen de protagonisten in de eerste akte niet hun muzikale opkomsten.

ALGEMEEN

9. Is de productie artistiek innovatief? **
– Deze productie is toegerust met ingrediënten van het pseudo-intellectuele regietheater, die men al vele malen eerder zag in andere producties. De opera begint met een flashforward, speelt zich af in een witte toneeldoos en bevat slow-motion bewegingen en dubbelgangers. Het is allemaal niet meer vernieuwend.

10. Is de productie onderscheidend of spraakmakend? ***
– Het is bijzonder dat de concentratie en focus van deze enscenering zo sterk op de protagonisten ligt en de aandacht niet wordt afgeleid door teveel gedoe eromheen. Andrea Breth werd hiervoor tijdens het slotapplaus echter niet beloond, maar – mogelijk nog vanwege haar nog openstaande rekening van haar vorige producties bij het publiek – met boegeroep afgestraft.

11. Is er Nederlandse betrokkenheid bij de productie (zangers, regisseur, ontwerpers, dirigent)? ****
– DNO verrast door de grote bijdrage van Nederlandse zangers aan deze productie: Eva-Maria Westbroek, Thomas Oliemans, Eva Kroon als Un Musico en een aantal Nederlandse zangeressen als Madrigalisten.

12. Hoe is het bezoekersaantal in verhouding tot de zaalcapaciteit? ****
– Er was nog een aantal lege plaatsen tijdens de première van ‘Manon Lescaut’ en wellicht blijven toch veel operaliefhebbers weg vanwege de aanzienlijke prijsverhogingen van DNO.