01-09-2016
De sopraan Júlia Várady werd op 1 september 1941 als Júlia Tözsér geboren in de Hongaarse stad Nagyvárad (thans Oradea, Roemenië).
Júlia Várady nam op haar veertiende zanglessen bij Emilia Popp en studeerde later zang bij Arta Florescu in Boekarest. In 1962 maakte Júlia Várady haar operadebuut in Cluj als mezzosopraan en daar zou zij in de jaren zestig rollen voor mezzosopraan en dramatische sopraan zingen.
Haar eerste buitenlandse optreden was in 1968 in de Italiaanse stad Parma als Judit in ‘Blauwbaards Burcht’ van Bartók. Nadat zij in Italië een zangconcours had gewonnen en in Keulen de titelrol in ‘La Traviata’ had gezongen, haalde de dirigent Christoph von Dohnányi haalde haar in 1970 naar de Oper Frankfurt. Daar zong zij in één jaar in zeven nieuwe producties, onder andere als Antonia in ‘Les Contes d’Hoffmann’ en als Elisabetta in ‘Don Carlos’ van Verdi.
In 1971 trok Júlia Várady de aandacht bij de Münchner Opernfestspiele als Vitellia in ‘La Clemenza di Tito’ van Mozart en werd zij in datzelfde jaar nog door de Bayerische Staatsoper van München gecontracteerd.
Zij zong in 1972 in Keulen tijdens de beroemde Mozart-cyclus van regisseur Jean-Pierre Ponnelle en de dirigenten István Kertész en Sir John Pritchard de rollen van Donna Elvira in ‘Don Giovanni’ en Fiordiligi in ‘Così Fan Tutte’. Ook later in Keulen had zij succes als Elettra in ‘Idomeneo’ van Mozart, Giorgetta in ‘Il Tabarro’ van Puccini, Santuzza in ‘Cavalleria Rusticana’, Leonora in ‘La Forza del Destino’, Elisabetta in Don Carlos, Senta in ‘Der fliegende Holländer’, Eva in ‘Die Meistersinger von Nürnberg’ en in de titelrollen van ‘Madama Butterfly’, ‘La ‘Traviata’, ‘Arabella’ en ‘Aida’.
Zij werd in 1978 geëngageerd door de Deutsche Oper van Berlijn als de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ en was er terug vanaf 1983 als Sieglinde in ‘Die Walküre’, in 1982 als Aida, in 1991 als Desdemona in ‘Otello’ van Verdi en in 1992 als Elisabeth in ‘Tannhäuser’.
Haar internationale carrière bracht haar naar de belangrijke operahuizen van de wereld. Op 10 maart 1978 maakte zij haar debuut in de Metropolitan Opera van New York als Donna Elvira in ‘Don Giovanni’. Dit was haar enige rol en enige seizoen in de Met. Zij debuteerde op 19 mei 1981 in de Scala van Milaan als de Gravin in ‘Le Nozze di Figaro’ en zong er in 1984 nog Elettra in ‘Idomeneo’. In de Royal Opera House Covent Garden van Londen zong zij in 1987 Desdemona en in 1992 Senta. In de Wiener Staatsoper trad zij pas op 18 januari 1993 voor het eerst op met de rol van Senta. Bij de Salzburger Festspiele was zij te bewonderen in de Mozart-partijen Elettra, Vitellia en Donna Elvira.
Júlia Várady zong op 9 juli 1978 bij de Bayerische Staatsoper van München de rol van Cordelia in de wereldpremière van de opera ‘Lear’ van Aribert Reimann.
Sinds 2000 is Júlia Várady gastdocente aan de Hochschule für Musik Hanns Eisler in Berlijn en geeft zij les aan de operastudio van de Staatsoper Unter den Linden in Berlijn. Sinds oktober 2012 is zij ook gastdocente aan de Hochschule für Musik in Karlsruhe.
Júlia Várady was vanaf 1977 tot diens overlijden in 2012 getrouwd met de bariton Dietrich Fischer-Dieskau, die zij in Keulen tijdens de productie van ‘Il Tabarro’ had ontmoet.
Kijk op YouTube