21-07-2016

David Allen luisterde voor The New York Times naar alle CD-opnamen van dirigent Jaap van Zweden, ruim 35 stuks en meer dan 52 uren muziek.

Jaap van Zweden werd in januari 2016 aangekondigd als de nieuwe chefdirigent van de New York Philharmonic. Wat vertellen zijn CD-opnamen over zijn lezingen van de partituur?

Van Zweden blijkt een obsessie voor details te hebben – alsof hij de muziek vast in een bankschroef houdt – en hij heeft de neiging frasen abrupt af te breken met slechts uitzonderingen voor lyrische passages. David Allen geeft aan dat hij bij het luisteren naar de opnamen van Van Zweden zelden door diepe emoties ontroerd werd. Van Zweden blijkt sterk in Wagner en Bruckner en er is een groot gehalte aan moderne muziek. En hij wordt steeds beter.

Allen vergeleek de opnamen van Van Zweden met die van zijn medekandidaten voor de functie van chefdirigent van de New York Philharmonic Manfred Honeck en Esa-Pekka Salonen. Honeck bleek in de Vijfde en Zevende Symfonie van Beethoven, de Derde Symfonie van Mahler en de Vijfde Symfonie van Tjaikovski Fifth een muzikaal bredere verbeeldingskracht te tonen. En ‘Le Sacre du Printemps’ van Stravinsky krijgt van Salonen meer intensiteit en een grotere shockende uitwerking en diens Zesde Symfonie van Mahler Sixth een vaster structurele waarde.

De New York Philharmonic was het orkest van Bernstein, Boulez, Mitropoulos, Mengelberg, Toscanini en Mahler. Zijn verleden vraagt om toekomstvisie en zijn erfenis verdient het allerbeste. De vraag laat zich stellen of Van Zweden in deze categorie thuishoort. Allen concludeert dat zijn CD-opnamen vertellen van niet. Maar nu is het aan Van Zweden om in New York het tegendeel te bewijzen.

Lees in The New York Times

© Ruby Washington